Vereeniging voor Christelijk Gereformeerd Schoolonderwijs in Nederland.

M. de R.

Mag ondergeteekende ten behoeve van bovengenoemde vereeniging een plaatsje in uw blad voor het volgende?
Nog altijd wachten we op een herziening der wet op het L,0„ bij name op een verandering van art. 211 der overgangsbepalingen.
Jaar in, jaar uit wordt dat artikel gehandhaafd, waardoor feitelijk het in die wet gehuldigde beginsel der gelijkstelling voor ons een illusie blijft. We schreven daarover vroeger reeds in De Wekker. December j.l. scheen het, alsof het artikel zijn levenseinde bereikt had. Een voorstel des ministers, nog eens weer een jaar verlenging, ondervond veel tegenkanting, vooral ook van R.K. zijde.
Echter, onze Tweede Kamer, ook de antirevolutionaire fractie, was bet met den minister eens. En nog steeds geldt, dat we bij de oprichting onzer scholen niet mogen meetellen, die kinderen, welke reeds onderwijs ontvangen op andere chr. scholen.
Er zijn echter nog meer bepalingen, die, ondanks het beginsel der gelijkstelling, moeilijkheden veroorzaken. Gaarne wil onze vereen, daar eens op wijzen.
De salarissen der onderwijzers worden door het rijk betaald, de exploitatiekosten der school door de gemeente. En het rijk, én de gemeente geven daarvoor voorschotten. Wat bovendien uitgegeven wordt, wordt later vereffend, soms na enkele jaren. Terug betaald wordt het. Maar ‘t gevolg is, dat een schoolbestuur moet beschikken over kasgeld, dat eerst na geruimen tijd wordt terug ontvangen. Daarvoor mag zelfs rente berekend wonden ten koste van de exploitatierekening. Maar wie wil kasgeld voorschieten? Dat is nu juist de vraag. Vooral als een school boventallige onderwijzers heeft, ten koste der gemeentekas, is dat voorschot vaak groot, ‘t Loopt soms in de honderden, soms zelfs duizend (en).
Nog iets, misschien wel de grootste moeilijkheid. Bij ‘t oprichten eener school moet een waarborgsom van 15% der bouwkosten en „eerste inrichting” gestort worden waarvoor al weer wel rente vergoed wordt. Maar wie verschaft aan onze vereenigingen „van kleine luijden meestal”, die sommen.
Hier is een terrein voor „weldoen” zonder risico. We meenen, dat in een der Maartnummers van De Wekker de redacteur een vraag te behandelen had, waar men geld kon uitzetten teneinde daarmede Christelijke doeleinden te bevorderen. Gewezen werd toen op de Onesiforus bank. Zijn er soms nog van die broeders of zusters, welke geld kunnen uitzetten? We zouden ze willen vragen: Leen ons dat geld voor onze schoolbesturen, teneinde in hun behoefte aan kasgeld te kunnen voorzien. Alles wordt op zijn tijd D.V. door rijk of gemeente terugbetaald. Beter borg is er bijna niet. Is er soms zoo iemand? De secr. der vereen. ondergeteekende, ontvangt gaarne bericht. Hier kan een goed werk gedaan worden, bij sommige onzer besturen is nood — of, zooals U zag ook geen nood (tijdelijke nood).
Onze vereen, heeft ook nog een aantal brochures te plaatsen. Een woond van onzen voorzitter den WelEerw. Heer Ds. B. v. d. Berg: „Hoe hebben wij onze kinderen op school te beschouwen”. Een zeer lezenswaardig geschrift, over het onderwijs aan onze kinderen. De penningmeester, br. J. Stolk, hoofd der Chr. Geref, school te Utrecht, van Leeuwenhoekstraat 5, wil het gaarne a 10 ets. per ex, toezenden. Bezorgt hem veel drukte.
Hooggeachte Redacteur, voor uwe gastvrijheid onzen hoogsten dank.

Namens de V. v. C. G. S. i. N.
J. v. Weerd
Enschedé, 7 Nov. 19530.
Javastraat 99.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen