Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bondszegelen (64)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bondszegelen (64)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. Weiss heeft in zijn boek „Leben Jesu” trachten aan te toonen, dat het plan van Jezus was om de Joodsche natie weer tot vrijheid, voorspoed en geluk te brengen. Als Jezus sprak van het Koninkrijk Gods, heeft Hij in aanvang niets anders bedoeld dan zich aan te sluiten bij de gangbare godsdienstige gedachte, die daaromtrent onder de Joden heerschte. Men stelde zich den Messias zoo gaarne voor als een tweeden David, die de Joodsche natie in haar macht en heerlijkheid zou herstellen, die het juk der vreemde overheersching zou afschudden en Israels vijanden in het stof zou vertreden. Vandaar de drift onder de Joden om Jezus Koning te maken (Joh. 6 : 15). Vandaar, dat zelfs de discipelen langen tijd bevangen waren door den droom van dezen aardschen luister.
Het nationale stond bij allen bovenaan.
Nu meent Dr. Weiss, dat Jezus in aanvang deze Joodsche opvattingen huldigde. Toen echter de Heiland zag, dat het hier ging om een onbereikbaar ideaal, heeft Hij dit prijs gegeven. Christus werd door een samenloop van allerlei omstandigheden gedwongen om van dit ideaal af te zien. Judas zou nog een laatste poging gewaagd hebben om Christus aan te zetten tot een staatsgreep. De bedoeling van Judas zou dan niet geweest zijn om den Christus te verraden, maar om het conflict zoo scherp mogelijk te stellen en alzoo den Christus te noodzaken, zich van den troon van David meester te maken.
Dat wij met deze laatste meening omtrent Judas’ verraad niet accoord gaan, spreekt van zelf. Maar ook die andere gedachte, alsof Jezus zich zou aangesloten hebben bij de nationale verwachtingen van Zijn tijdgenooten, kan slechts het resultaat zijn van een al te oppervlakkige beschouwing van den Persoon des Heilands.
Wanneer wij de Heilige Schrift aandachtig lezen, dan vinden wij, dat Jezus nooit in dezen zin een man van Zijn tijd is geweest, alsof Hij zich zou aanpassen bij de gewoonten en meeningen zijner dagen. In dit opzicht kunnen wij veeleer constateeren, dat de Heiland lijnrecht tegen Zijn tijd inging en heel dat Joodsche volk ontmoet met het ”wee U, indien gij U niet bekeert, zult gij allen desgelijks vergaan.”
Wij zien integendeel, dat Jezus nooit den nationalen trots van den Jood heeft aangewakkerd, maar veeleer telkens ver boven die eng begrensde opvatting van de Joodsche gedachtewereld uitsteeg.
Christus’ Koninkrijk is niet een aansluiting bij het Joodsche nationale, maar is geheel iets anders, nog sterker, het is geheel iets nieuws. Leerrijk is hier de gelijkenis van den lap op het kleed en den wijn in lederen zakken. Wij vinden deze gelijkenis in Lukas 5 : 36. Niemand zet eenen lap van een nieuw kleed op een oud kleed, anders scheurt ook dat nieuwe (het oude) en de lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen. En niemand doet nieuwen wijn in oude (leder) zakken, anders zoo zal de nieuwe wijn de leder zakken doen bersten en de wijn zal uitgestort worden en de lederzakken zullen verderven. Maar nieuwen wijn moet men in nieuwe lederzakken doen en zij worden beide te zamen behouden.
In deze gelijkenis laat Jezus zijn tijdgenooten zien, dat heel die oude bedeeling nabij de verdwijning is. Het is een dwaasheid, zoo laat Jezus hier gevoelen, om het christendom te willen wringen in de stijve vormen van het jodendom. En toch begreep men in de eerste eeuwen der christelijke jaartelling nog zoo weinig van dit gansch nieuw karakter van het Koninkrijk Gods en trachtten velen het een met het ander saam te koppelen. Hoe sterk dat Joodsch particularisme er in zat, komt duidelijk uit in Handelingen 21.
Paulus is te Jeruzalem gekomen en daar mocht hij verhalen wat groote dingen God door zijn dienst onder de Heidenen heeft gedaan. En wanneer de Joden te Jeruzalem deze heerlijke ontwaking van nieuw leven onder het heidendom hoorden dan loofden zij den Heere (vers 20). Maar nadat de eerste vreugde bekoeld was, nadat zij samen veel hadden besproken en veel hadden genoten, komen Jakobus en de opzieners der gemeente met een bezwaar. Zij waren aangaande Paulus bericht, dat hij alle Joden, die onder de Heidenen zijn, leert van Mozes af te vallen, zeggende, dat zij de kinderen niet zouden besnijden noch naar de wijze der wet wandelen (vers 21). Hieruit blijkt wel, hoe het Joodsch element sterk overheerschend was in de gemeente te Jeruzalem, hoe het Joodsch particularisme zich trachtte te handhaven geheel in strijd met het karakter der nieuwe bedeeling. Het Jodendom wilde zich als iets aparts, aanpassen aan het christendom en wilde zijn zelfstandige oud-testamentische positie een plaats zien aangewezen op de erve van het koninkrijk Gods.
De volle rijke gedachte van het Paulinisch Evangelie „hierin is noch Jood, noch Griek, noch besnijdenis, noch voorhuid, maar Christus alles en in allen.” was dit Joodsch particularisme een doorn in het oog.
Dat de Jood geen voorsprong meer had, dat de nationale trots van den Jood thans ten grave moest gedragen, was geheel in strijd met dit Joodsche drijven. En toch werden de eerste eeuwen der christelijke jaartelling zeer in beroering gebracht door dit nationalisme, dat, gedragen door de oud-testamentische ceremoniën, zich zelf wilde blijven handhaven.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1930

De Wekker | 4 Pagina's

De Bondszegelen (64)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1930

De Wekker | 4 Pagina's