Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 70 D.K.O. Huwelijks-Ordinantiën. (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 70 D.K.O. Huwelijks-Ordinantiën. (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moet de kerkelijke huwelijkssluiting als een voorrecht beschouwd worden, dan mogen de Kerkeraden niet alleen dezelve niet weigeren, maar ook de leden der gemeente moeten haar altijd zoeken. Ook bij gedwongen huwelijk. In sommige gemeenten worden zulke huwelijken alleen voor den burgerlijken stand gesloten. Uit een soort schaamtegevoel, trouwt men niet kerkelijk. Dit is een stapelen van de ééne zonde op de anderen. De schuldigen hebben dan hunne zonde te belijden voor den Heere en de gemeente, maar tevens den zegen in te roepen bij ‘hun huwelijk van Hem, Wiens goedertierenheden roemen ook tegenover de bedreven zonde. Is de eerste maal het aanstaande huwelijk in de kerk afgekondigd en wordt de tweede maal afgekondigd, dat het bruidspaar voor den kerkeraad schuldbelijdenis heeft afgelegd, dan is dit niet noodig nog eenmaal te herhalen. Twee malen afkondigen is voldoende, al wordt bij de tweede afkondiging iets bijgevoegd. Immers bij de tweede afkondiging is meestal een bijvoeging, n.l. het vermelden van den dag der huwelijksbevestiging in de kerk.
De kerkorde van Middelburg 1581 bepaalde: „De proclamatiën of uitroepingen zullen gedaan worden op drie verscheidene Zondagen”. Dit was toen noodig, omdat er geen burgerlijk huwelijk was. Niet de Overheid, maar de Kerk trouwde en deze moest dus verzekerd zijn dat bruid of bruidegom werkelijk ongehuwd waren en of de ouders toestemming gaven tot het huwelijk.
Nu dit thans door de Overheid geschiedt en de kerk het gesloten huwelijk bevestigt, is het voldoende twee zondagen de namen af te kondigen.
Naast art. 70 der K.O. heeft onze kerk in den loop der jaren nog eenige bepalingen gemaakt omtrent huwelijkszaken, waarover de K.O. zwijgt. Over dengene die het huwelijk inzegent of bevestigt is niets bepaald. Dit was echter ook niet noodig, omdat het vast stond dat de kerkelijke huwelijksbevestiging is eene bediening des Woords. JHet opschrift van het formulier ter bevestiging zegt immers reeds: „om het huwelijk te bevestigen voor de gemeente van Christus.” Het is dus eene bediening van Gods Woord in de gemeente met het speciale doel het huwelijk te bevestigen. Dit bedienen des Woords kan en mag dan ook alleen geschieden door een wettig geordenden dienaar des Woords. Noch ouderlingen, noch studenten, noch candidaten of oefenaars hebben hiertoe het recht. Men heeft wel eens opgemerkt, dat het huwelijk geen Sacrament is en daarom ook door een niet geordenden persoon kan bevestigd worden. Toch is dit eene dwaling, want een niet wettig geordende mag het Woord evenmin bedienen als het sacrament. En hier heeft plaats bediening des Woords. Daarom moet ook een deel van den Kerkeraad tegenwoordig zijn om de gemeente te vertegenwoordigen. Vroeger werd huwelijksbevestiging door ouderling of oefenaar wel eens toegelaten, maar dit is evenzeer in strijd met het kerkrecht als Sacramentsbediening door een niet geordend predikant.
Voorts maakte de kerk eene bepaling over gemengde huwelijken. Deze bepaling die reeds van 1849 dateert, zegt alleen dat de kerkeraden met omzichtigheid moeten handelen bij gemengde huwelijken, d.i. huwelijken van personen, van wie de één niet tot de gemeente behoort.
Deze bepaling zegt zoo weinig. Immers „met omzichtigheid handelen”, moet de Kerkeraad in alle zaken. Maar waarin moet die omzichtigheid of voorzichtigheid bestaan? Ook is de uitdrukking: „niet tot de gemeente behooren”, ook veel te ruim. Een Jood of Mohamedaan behoort evenmin tot de gemeente als een lid der Geref. of Hervormde Kerk. Maar tusschen dezulke is toch groot onderscheid.
De beide eerstgenoemden belijden niet eens den christelijken godsdienst en zijn niet gedoopt. Dezulken mogen dus niet kerkelijk bevestigd worden. Maar het huwelijk met een lid der Roomsche kerk? Zulk een huwelijk is wel af te keuren, maar. niet verboden en zou dus onder zekere voorwaarden kerkelijk bevestigd kunnen worden, mits de Roomsche geen onnoodigen Zondagsarbeid verricht, de andere partij niet verhindert in godsdienstig en kerkelijk leven, de kinderen laat doopen in de Christ. Geref. Kerken, ook in die Kerk laat opvoeden en godsdienstonderwijs ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1930

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 70 D.K.O. Huwelijks-Ordinantiën. (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 december 1930

De Wekker | 4 Pagina's