Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus. (52)

Bekijk het origineel

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus. (52)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

9:1-8. De verheerlijking van Jezus op den berg.

Het negende hoofdstuk van het evangelie van Markus begint met eene uitspraak des Heilands, die beter aan het einde van het achtste hoofdstuk ware geplaatst.
De verdeeling bij Mattheus is zoo, dat deze woorden behooren bij het voorgaande en niet bij de verheerlijking op den berg. De tekstverdeeling en die in hoofdstukken is in den Bijbel niet oorspronkelijk van de heilige schrijvers. Eerst veel later zijn beide aangebracht, de indeeling in hoofdstukken in de dertiende, de indeeling in verzen in de zestiende eeuw. Markus heeft zijn evangelie niet verdeeld en de bedoeling van de bijbelschrijvers is niet geweest, dat wij telkens een gedeelte zouden lezen; hunne bedoeling kan geen andere geweest zijn dan deze, dat wat zij schreven ook achter elkander zou gelezen worden. Het kan geen kwaad, deze opmerking eens goed ter harte te nemen; teveel wordt de waarheid versnipperd gelezen, waardoor veel van hare kracht verloren gaat.
Niemand doet de Schrift dus geweld aan, als hij de verdeeling anders neemt, dan zij in onzen bijbel gevonden wordt.
Voegen wij 9 : 1 aan 8 : 38, dan geeft dit een goed verband.
In het vorige gedeelte is gesproken over het kruisdragen achter Jezus en in het laatste vers er van over het vreeselijke lot, dat hen wacht, die zich Jezus en Zijne woorden geschaamd zullen hebben; Jezus zal Zich ook hunner schamen, als Hij komen zal in de heerlijkheid des Vaders.
En Hij zeide tot hen — dit zeker tot bemoediging,. opdat zij door het voorgaande niet al te veel terneergeslagen zouden worden — Voorwaar Ik zeg u, dat er sommigen zijn van degenen die hier staan, die den dood niet zullen smaken, totdat zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is.
Den dood smaken beteekent sterven. Dat hier gezegd wordt, dat sommigen den dood niet zullen smaken, totdat, d.i. hier: voordat, zij zullen hebben gezien, dat het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is, wijst er wel op, dat wij in de verheerlijking op den berg de komst van dat Koninkrijk niet hebben te zien. De uitdrukking wijst niet op zoo korten tijd, als in het tweede vers van hoofdstuk negen genoemd wordt, n.l. na zes dagen. Vergelijking met Mattheus 16:28 leert ons, dat het Koninkrijk Gods en het Koninkrijk des Zoons hetzelfde beteekenen. Daar toch staat: totdat zij den Zoon des menschen zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk. Ongetwijfeld hebben wij hier te denken aan de koninklijke werkzaamheid des Zoons, gelijk die na Zijn volbracht lijdenswerk zich heeft geopenbaard. De sommigen, hier bedoeld, zullen dus getuigen zijn van de heerlijke ontplooiing der koninklijke majesteit van den Zoon des menschen; zij zullen Zijne overwinnende macht aanschouwen in de vestiging van Zijn rijk. Binnen een menschenleeftijd zal de Christus als de Koning worden geopenbaard en erkend!
Het volgen achter Jezus, het kruisdragen achter Hem zal derhalve de rijkste vruchten dragen!
Nu volgt dan de geschiedenis van de verheerlijking op den berg. Deze staat tusschen de belijdenis van Petrus: Gij zijt de Christus! gevolgd door de aankondiging van het lijden door den Heere, en de geschiedenis van het lijden zelf. Na de verheerlijking op den berg volgt de laatste tocht naar Jeruzalem, waar Jezus gevangen genomen zal worden en waar men Hem zal overleveren in de handen der heidenen, opdat zij Hem dooden zullen. Die gang naar Jeruzalem met alles wat er aan verbonden was, was zeker voor den Zoon des menschen een zaak, die diep moest ingrijpen op Zijn zieleleven. De Heere Jezus toch heeft op aarde maar niet verkeerd als een machine, of, wilt ge anders, als een, die maar lijdelijk over Zich liet komen, wat komen moest. Er is in den Christus geen lijdelijkheid, want zoo van iemand gezegd kan worden, dat hij eene persoonlijkheid is, dan moet dit gezegd worden van den Christus; Zijn leven is in geen enkel oogpunt lijdelijk geweest. Hij heeft Zijn leven immer actief beleefd en geleefd. Wel vinden wij in Hem lijdzaamheid, d.i. gehoorzaam volgen van den voorgeschreven weg en het voorgeschreven gebod, het zich gewillig overgeven aan den wil des Vaders. Lijden en sterven was ook voor den Zoon des menschen iets tegen Zijne natuur en kon dus ook door den Heere niet als een bagatel, een kleinigheid, worden gezien en voorgevoeld. Daar is in Zijne ziel geen zondige tegenstand tegen den wil van God geweest, maar toch een opzien tegen, een vreezen voor den weg, dien Hij te gaan had. Lees in dit verband slechts Hebr. 5:7: Die in de dagen Zijns vleesches, gebeden en smcekingen tot Dengene die Hem uit den dood verlossen kon, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreeze, hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij heeft geleden.
Dit woord heeft zeker vooral betrekking op het zielelijden des Heilands in Gethsemané, maar wijst verder toch henen naar Zijne gesteldheid onder de dreiging des lijdens.
Zoo had de Christus noodig gesterkt en voorbereid te worden op die dingen, die voor Hem volkomen zekerheid hadden.

(Wordt voortgezet.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1931

De Wekker | 4 Pagina's

Het heilig Evangelie naar de beschrijving van Markus. (52)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 januari 1931

De Wekker | 4 Pagina's