Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bondszegelen (69)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bondszegelen (69)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een geheel andere beschouwing dan Coccejus is die van Dr. Kuyper Sr. inzake de beoordeeling van het Oude Testament. De Coccejaansche theologie heeft Kuyper altijd veroordeeld en hij is met alle gereformeerde theologen opgekomen voor de handhaving der eenheid van Oud en Nieuw Verbond.
Telkens heeft hij het ons duidelijk willen maken, dat hij niet wenscht te behooren tot hen, die ook maar iets aan de wezenlijke eenheid van de bondszegelen van het Oude en het Nieuwe Testament wenschen te kort te doen.
De Coccejaansche gedachte, alsof hier geen geestelijke weldaden zouden zijn te vinden en alleen nationale en geen geestelijke schatten voor Israël zouden zijn weggelegd, is steeds door Dr. Kuyper met alle kracht bestreden.
Kuyper heeft het ons steeds duidelijk gemaakt, dat het genadeverbond niet eerst met- het Nieuwe Testament begint, maar terug reikt tot het paradijs en daarom hebben de bondszegelen aan Israël ook meer gegeven dan slechts tijdelijke en nationale weldaden. De geestelijke zegeningen des genadeverbonds moeten wij ook onder de Oude Bedeeling zoeken.
Hiermede heeft Kuyper elke Coccejaansche en Roomsche gedachte willen afsnijden. Immers ook de Roomsche theologie, die heel de leer van het genadeverbond miskent en alle heil bindt aan de sacramenten, heeft geen oog voor de beteekenis van de bondszegelen onder het Oude Testament.
Volgens Roomsche beschouwing konden er geen geestelijke weldaden van Christus’ kruisverdiensten aan de kerk ten deel vallen of eerst moest op Golgotha het offer gebracht zijn. Vandaar, dat naar Roomsche zienswijze geen enkel geloovige onder de Oude Bedeeling deel kon hebben aan de zaligheid. De leer van Rome omtrent een voorborg der vaderen is het noodzakelijke gevolg van hun standpunt, dat geen mensch de zaligheid kon verkrijgen of eerst moest Christus hebben voldaan. Rome kan dus niet komen tot de kern der gereformeerde leer van de eeuwige borgstelling van Christus voor de Zijnen. Het is bij Rome alles temporeel, het ligt alles in de hand van den mensch en in zooverre als men de kerk volgt, worden de kruisverdiensten van Christus den geloovige geschonken.
Maar op deze manier gaat ook bij Rome de eenheid van Oud en Nieuw Verbond te loor en heeft de Roomsche theologie geen oog voor de geestelijke weldaden, die ook de bondszegelen van het Oude Testament stelden.
Juist nu omdat Kuyper zoowel zich tegen deze Roomsche beschouwing alsook tegen de Coccejaansche vervlakking heeft gesteld, doet het te meer vreemd aan, dat wij bij dezen theoloog een ander geluid hooren dan wij bij onze oude, gereformeerde theologen als Calvijn en anderen gewoon zijn.
Wie Kuyper’s werken bestudeert, stuit er telkens op, dat hier het gevaar dreigt om de eenheid uit het oog te verliezen, die er naar gereformeerde belijdenis moet blijven tusschen de bondszegelen van Oud en Nieuw Testament.
Men kan de gedachte moeilijk van zich zetten, als men Kuyper leest over dit bepaalde punt, dat hij kan ontkomen aan onderschatting van de sacramenten des Ouden Testaments. Laat ons aannemen, dat Kuyper deze onderschatting niet bedoeld heeft, maar dat hij dezen schijn op zich geladen heeft, kan moeilijk worden ontkend bij het lezen van zijn boeken.
Buiten kijf is, dat Kuyper zich gansch anders omtrent dit punt heeft uitgelaten dan wij bij onze gereformeerde vaderen vinden, en dat niet zonder reden zoowel buiten als binnen den kring der gereformeerde kerken tegen deze afwijkende beschouwing van Kuyper is geprotesteerd
Maar laat ons Kuyper eerst zelf eens aan het woord laten, hoe hij spreekt over de
sacramenten des Ouden Verbonds.
Wij slaan op zijn werk „E Voto”, verklaring van den Catechismus, één van Kuypers standaardwerken.
In het tweede deel schrijft hij: „Want wij zien wel bij Israël een soort schaduwachtige sacramenten in gebruik, die uit andere elementen waren samengesteld, maar dit verandert in niets den gestelden regel, daar deze bedeeling der sacramenten een geheel eigenaardig karakter draagt en men dan ook nooit mag zeggen dat besnijdenis en het pascha sacramenten in vollen werkelijken zin waren. Evenmin als de offerande op het brandaltaar de volle werkelijke offerande was, maar slechts de afschaduwing ervan, zoo ook stond het met de besnijdenis en Pascha. Ze traden wel bij Israël in de plaats van datgene, wat voor ons de sacramenten zijn, maar zonder deswege met onze sacramenten geheel op één lijn te staan.”
Even verder vinden wij in „E Voto” dezelfde gedachte als Kuyper schrijft: „ook Israël had wel zijn sacramenten van besnijdenis en pascha, maar deze droegen, gelijk heel Israels bedeeling, toch altoos een schaduwachtig karakter en mogen nooit met de volle sacramenten van doop en avondmaal geheel gelijk worden gesteld.”
Deze zelfde gedachte wordt door prof. H. H. Kuyper vastgehouden in zijn werk „Hamabdil”, waar hij eveneens besnijdenis en pascha niet dezelfde plaats wil aangewezen zien als doop en avondmaal. Hij beroept zich hier op het nationaal verbond. Hij schrijft „volks-besnijdenis en volks-pascha behooren bij het volks-verbond, dat met Israël gesloten is.”
Onder het nieuwe verbond, nu dit uitwendige nationale karakter van het genadeverband ophoudt, kan de doop echter geen volksdoop meer zijn.
Toch kunnen wij ons als Gereformeerden met deze beschouwing niet vereenigen, omdat wij nog altijd een gereformeerde confessie hebben, die wij tot geen prijs willen verloochenen.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1931

De Wekker | 4 Pagina's

De Bondszegelen (69)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1931

De Wekker | 4 Pagina's