Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gerechtigd tot het ambt.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gerechtigd tot het ambt.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

P.P. te D. vraagt: Is het gewenscht, dat een ambtsdrager nevenbetrekkingen vervult, die hem Zondags onder den dienst uit de kerk kunnen roepen en bevat onze K.O. hieromtrent ook bepalingen?
De reden van mijn vraag is deze: Een onzer ouderlingen is gemeente-werkman en moet bij brand de brandspuit bedienen; nu is het gebeurd, dat hij onder de preek werd weggeroepen, en een andere ouderling hem met preeklezen moest vervangen.
Reeds de Dordtsche Synode bepaalde in de Post-acta, 164ste Sessie, dat op den dag des Heeren alleen geoorloofd zijn de werken, die tot den Godsdienst, noodzakelijkheid en liefdadigheid behooren. Nu is het werken aan de brandspuit bij gelegenheid van brand op Zondag een werk van noodzakelijkheid, en ook van liefdadigheid om het goed van onzen naaste te helpen redden bij brand. Het is dus kerkelijk niet verboden, dat een ouderling een nevenbetrekking heeft, die hem verplicht bij brand de spuit te bedienen. Ook Gods Woord verbiedt het niet en wijst op onze roeping, de os of ezel, die in de put gevallen is, te redden. Luk. 14:5. Verboden is het dus niet, al is het natuurlijk eenigszins stoornisgevend als zoo’n ouderling onder het lezen wordt weggeroepen. Maar dit kan ook gebeuren als een geneesheer ouderling is. Ik heb een dokter gekend, die tevens ouderling was en soms voor een plotseling opgekomen ziektegeval uit de kerk werd geroepen. In zulke gevallen kan een kerkeraad vooruit beschikkingen maken, wie zal invallen bij eventueele wegroeping, opdat het met de minste stoornis geschiede.
 

A. v. B. te A’dam. In de K.O. staat nergens, dat de gekozene de helft plus één stem moet hebben. De meerderheid is voldoende, b.v. van 41 stemmen, die uitgebracht zijn 21. Had u mij die vraag gedaan, ik zou hem terstond hebben beantwoord. Dat een andere schrijver in „De Wekker” uwe vraag niet beantwoordde, geeft u geen recht tot de beschuldiging, dat de jonge leden worden afgestooten en het diep, diep treurig gesteld is met de Leeraars.
 

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1931

De Wekker | 4 Pagina's

Gerechtigd tot het ambt.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 februari 1931

De Wekker | 4 Pagina's