Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 71 D.K.O. (11) (Slot.) Het doel der tucht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 71 D.K.O. (11) (Slot.) Het doel der tucht.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het slot van Art. 71 D.K.O. wijst op het doel der tucht. Een tweevoudig doel wordt dan genoemd, n.l. „om den zondaar met de kerk en zijn naaste te verzoenen en de ergernis uit de gemeente van Christus weg te nemen”. Het gaat dus bij de tucht om het behoud van den zondaar en het reinhouden der gemeente. Zonder tucht komt Gods kerk tot diep verval en wordt volgens Zondag 30 van den Heidelb. Catechismus het verbond Gods ontheiligd en de toorn Gods over de gansche gemeente verwekt.
Calvijn in zijne Institutie noemt zelfs drieërlei doel:
1. Dat God niet van Zijne eere beroofd worde. Christus is het Hoofd der Kerk en deze is Zijn lichaam. Wanneer er dan stinkende en verrotte leden zijn, dan moeten zij weggedaan worden, opdat Gods naam niet onteerd worde. Bijzonder moet er opgelet bij de toelating tot het Avondmaal. Wie een onwaardige toelaat, die geweerd moest worden, staat even schuldig, als wanneer hij het lichaam des Heeren den honden voorwierp. Weshalve Chrysosthomus scherp uitvaart tegen de priesters, dïe de macht der grooten vreezende, niemand durven weren.
2. Dat de gemeente niet verontreinigd worde. Paulus gebood daarom aan Corinthe, den bloedschender weg te doen, „Weet gij niet, dat een weinig zuurdeesem het geheele deeg zuur maakt?” I Cor. 5:6. Zelfs het verkeer moest met zoo iemand worden afgebroken, vers 11.
3. Dat de zondaar met schaamte aangedaan, mocht beginnen berouw te krijgen, Daarom moet de zondaar worden gekastijd, opdat hij beschaamd worde, 2 Thess. 3:14 en overgegeven den Satan tot verderf des vleesches, opdat de geest behouden moge worden in den dag des Heeren Jezus. I Cor, 5:5. Dat is (naar ik het uitleg) dat Paulus hem met een tijdelijk oordeel gekastijd heeft, opdat hem de eeuwige zaligheid zou geworden.
Calvijn gaat bij het doel der tucht uit: Eerst van de eere Gods, dan het heil der gemeente en eindelijk de behoudenis des zondaars. Dat drieërlei doel lezen wij ook in het formulier van den ban, doch daar is het in omgekeerde volgorde als bij Calvijn, n.l. eerst om den schuldige tot inkeer te brengen, 2de om de besmetting der gemeente te voorkomen en eindelijk te waken, dat Gods Naam niet gelasterd worde, want het formulier zegt:
„Zoo zijn wij genoodzaakt voort tevoren tot de afsnijding volgens het bevel van Gods Woord, teneinde hij hierdoor (zoo het mogelijk is) tot schaamte over zijne zonde gebracht worde; opdat men ook door dit verrottende en tot nog toe ongeneeslijke lid het geheele lichaam der Gemeente niet in gevaar stelle, en de naam Gods niet gelasterd worde.”
Voetius, de groote kenner van het Gereformeerd kerkrecht, geeft in zijn Politica Ecclesiastica, zelfs een zevenvoudig doel:
In de eerste plaats gaat het om de bevordering der eere Gods, gelijk alles moet geschieden tot de glorie des Heeren. Daarom spreekt Voetius:
1. Met het oog op God. 2, Met het oog op den zondaar, dat hij beschaamd worde en bijgevolg tot bekeering kome en behouden worde, 3. Met het oog op de geloovigen, dat de goeden in de kerk gewaarschuwd worden tegen de verleidingen en aanlokselen der zonde. 4. Met het oog op de catechesanten, dat zij met te meer ijver en voorbereiding komen mogen tot de openbare belijdenis des geloofs en de volle gemeenschap der kerk; dat zij weten, wat het zegt, zich aan de tucht te onderwerpen en dat zij leeren, zich te laten bestraffen, waar het noodig is. 5. Met het oog op de kerk. Want de kerk is veracht in deze wereld en heeft geen uitwendige wapenen, daarom moet zij de geestelijke wapenen gebruiken en de boozen uit haar midden verwijderen. 2 Cor. 10:3. 6. Met het oog op de dienaren, dat zij doen, wat het ambt van hen eischt, want zij zijn wachters volgens Ezechiël 3 en 34. 7. Met het oog op degenen, die buiten zijn en de vijanden, om hun den mond te stoppen en alle stof en gelegenheid tot laster en spot te ontnemen, 1 Petrus 2:11, 12.
Gelukkig de kerk, die dit doel steeds voor oogen heeft, ‘t Gaat hier bovenal om Gods eer en het heil der kerk. De Heiligheid is uwen huize sierlijk. Maar ook de bekeering van den overtreder mag niet uit het oog verloren. Niet alleen, die zielen vangt, is wijs, maar ook die den zondaar van de dwaling zijns weg weet te behouden. Daarom mag ‘s Heeren kerk zich nooit afmaken en onttrekken van den zondaar, ook niet van een lastig lid, maar steeds het afgedwaalde zoeken te behouden.

d. B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1931

De Wekker | 4 Pagina's

Art. 71 D.K.O. (11) (Slot.) Het doel der tucht.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1931

De Wekker | 4 Pagina's