Vereeniging voor Christelijk Gereformeerd Schoolonderwijs in Nederland. (2)

Onder leiding van den heer M. Molenaar had te Zwolle op 5 Aug. j.l. de jaarvergadering van bovengenoemde vereeniging plaats.
In z’n openingsrede herinnerde de voorzitter aan de nog steeds voortdurende ongesteldheid van den vereenigings-voorzitter, den Weleerw. Heer Ds. B. van den Berg, die juist dezen dag in droeve omstandigheden neerzit, daar de Heere z’n vader uit de familie heeft weggenomen. Sterke onze God hem en zijn familie.
Het jaarverslag van den secretaris kan wijzen op het aansluiten van twee plaatselijke schoolvereenigingen, n.l. Nieuwe Pekela en ’s-Gravenhage; dat van den penningmeester toont een batig saldo. Hierbij zij opgemerkt, dat, ondanks dit batig saldo, onze vereeniging nog steeds niet in staat is, plaatselijke schoolvereenigingen te helpen met het dragen van hare eerste onkosten of met het plaatsen der benoodigde waarborgsommen, terwijl vooral dat laatste zeer spoedig zou kunnen noodig blijken. Nog eens plaatsen we dan hier de vraag: Is er geen bemiddeld persoon onder ons, die in voorkomende gevallen een plaatselijk schoolbestuur wil helpen aan de waarborgsom? Zekerder belegging is er bijna niet. Immers de rente staat vast en wordt door de gemeentebesturen aan de betrokken schoolvereeniging volgens wettelijke bepalingen uitgekeerd. Is er onder de lezers een broeder of zuster, die helpen kan, mogen we dan zijn (haar) adres vernemen, om, als ’t noodig blijkt, ons tot hem (haar) te kunnen wenden.
Zooals reeds enkele weken geleden in dit blad geschreven werd, was het hoofdpunt der agenda dezer vergadering de vraag naar wat leefde in de vereeniging omtrent de vraag: Samenwerking met andere Gereformeerde belijders, ja of neen? Eenstemmigheid daarover bestond niet in Chr. Geref. kringen; dat was gebleken uit persdebatten in den loop van dit vereenigingsjaar.
Mr. Dambrink, bestuurslid der vereeniging, zou de stellingen verdedigen, onlangs in „De Wekker” opgenomen, waarin samenwerking (in ’t kort gezegd) voorop zou staan, terwijl andere bestuursleden, zonder die samenwerking geheel te verwerpen, voorop wilden stellen den eisch van Chr. Ger. schoolonderwijs voor de jeugd onzer Chr. Ger. Gemeenten. Helaas kon onze geachte inleider voor dezen dag. Mr. Dambrink, door ambtsbezigheden verhinderd, niet aanwezig zijn. Het voorlezen der stellingen en van wat br. Dambrink daaraan ter verdediging aanvoerde, was opgedragen aan br. Stolk. Bij de bespreking, die nu vanzelf niet volledig kon zijn, bleek, dat de vergadering in haar grootste meerderheid het standpunt deelde van de meerderheid van het bestuur. De meening der vergadering werd weergegeven in een motie, welke algemeen werd aangenomen, en die als volgt luidt: „De Vereeniging handhave onverzwakt haar grondslag en doel, in het reglement uitgedrukt, en spoort aan het genomen besluit van de synode der Chr. Ger. Kerk 1928, alom practisch uit te voeren. Voorts spreekt zij uit, dat wij als Christelijke Gereformeerden volkomen gelijke rechten tegenover den staat bezitten als andere burgers.” Zooals reeds gezegd, werd deze motie met algemeene stemmen aanvaard, als zijnde het standpunt der vereeniging. Met goedvinden der redactie wil ondergeteekende gaarne zeer binnenkort daar in „De Wekker” nog een nadere uiteenzetting aan verbinden in den geest der vergadering; dit beknopt verslag zou daardoor te lang worden. (Zeer gaarne. Red.)
De vergadering benoemde op voorstel van het bestuur bij acclamatie tot eerevoorzitter Ds. B. van den Berg. Als bestuursleden werden gekozen de Weleerw. heeren Ds. Hovius van Nieuwe Pekela. Ds. S. v.d. Molen van Rotterdam en br. A. M. Luitwieler van Amsterdam.
Een voorstel Den Haag om de vergaderingen te houden in Utrecht of Amersfoort werd verworpen; tevens werd vastgesteld, D.V. de volgende vergadering te houden den eersten Woensdag van Augustus 1932 te Zwolle.
Nieuwe Pekela had drie voorstellen:
1e. Onder auspiciën dezer vereeniging wordt een vereeniging van Chr. Geref. Onderwijzers(essen) opgericht tot bestudeering onzer beginselen.
2e. Door de vereeniging worde eene commissie bijeengeroepen tot onderzoek naar de mogelijkheid eener Chr. Geref. kweekschool.
3e. Door middel van ons kerkelijk orgaan worden onze ouders opgewekt om hun kinderen te geven voor de opleiding tot onderwijzer(es).
Het Bestuur neemt die voorstellen over en ontvangt van de vereeniging machtiging eventueele kosten daarvoor op zich te nemen.
Aan ’t eind der vergadering brengt br. J. Stolk dank aan den voorzitter voor de leiding en wenscht hem, daar hij de vereeniging niet verder als bestuurslid kan dienen, ’s Heeren zegen toe op zijn verdere levensbaan.
Ds. Hovius sluit de vergadering met dankzegging.

J. v.d. WEERD,
Secr.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen