Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johan Hinrich Wichern. (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johan Hinrich Wichern. (4)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zooals in ons vorige artikel vermeld is, was het stichten van het Rauhe Haus Wichern's levenswerk. In den loop der jaren is deze stichting, heel klein in opzet, geweldig uitgebreid. In de nabijheid van het oude gebouw zijn vele andere gebouwen gekomen, in nieuwen stijl en meer modern ingericht (nu ook al niet meer modern), maar ze vinden toch allen hun oorsprong in het Rauhe Haus. Zoo staat het ook met het Evangelisches Johannesstift te Spandau-Berlijn. De soberheid, die het Rauhe Haus kenmerkt heerscht hier niet. Alles is ruim en zeer modern ingericht en men gaat blijkbaar van de meening uit, dat in den dienst van het Koninkrijk Gods het beste nog niet goed genoeg is.
Ik ga hier niet aan de hand van wat ik er van gelezen heb beschrijven hoe opgemelde inrichting er uit ziet; 't kon best gebeuren, dat er enkele lezers waren, die zulk een grootschen opzet voor stichtingen van barmhartigheid afkeurden. Er zijn altijd nog menschen, die meenen, dat een kerkgebouw, een theologische school, een Zendingshuis, een of andere stichting van barmhartigheid maar 't best uit een schralen beurs kan gebouwd en gefinancieerd worden. Zij meenen eigenlijk, dat het slechtste nog wel kan voor het Koninkrijk Gods. Alhoewel Wichern zijn eerste stichting heel laag bij den grond hield, ook al vanwege finantieele zorgen, zoo lag het toch heelemaal in zijn lijn om den stelregel toe te passen: wat christelijk is, moet ook eerste klas wezen.
Na de stichting van het Rauhe Haus heeft Wichern een veelbewogen tijd meegemaakt. In het jaar 1848 brak in Duitschland de revolutie uit. Deze revolutie bracht een grooten afval van het christendom met zich. Of eigenlijk toonde ze dien afval, die jarenlang onder schoonen schijn verborgen lag. Velen klaagden, dat het nu met het christendom gedaan was, dat 's Heeren kerk in Duitschland vernietigd was. Wichern klaagde ook, maar toch anders. Nu de revolutie de werkelijke toestand der christenheid aan 't licht gebracht had, was ook de schijn wegge-vallen, waardoor men zich liet misleiden. En dat was, volgens Wichern een geluk. Nu konden de ware christenen 't als 't ware met de handen tasten, hoe broodnoodig 't werk der inwendige zending wel was. Even zij terloops opgemerkt, dat de verwording nog lang zoo groot niet was als in onze dagen, want Wichern kon nog zeggen: wij hebben tot nu toe nog geen proletariërs, die niet tot de kerk behooren. Allen zijn ze gedoopt; allen zijn ze door belijdenis in de kerk opgenomen."
Hoewel ons deze volkskerkidee niet smaakt, moet toch thans geconstateerd, dat de proletariërs zelfs opgemelde banden hebben verbroken, dat de groote massa niet slechts aan de kerk voorbijgaat, maar zich als 't ware mobiliseert tegen de kerk. Voor de groote massa, die dan toen des tijds, zij 't met losse banden nog aan de kerk vastzat, wilde Wichern iets doen. En hij zeide: wij moeten straatpredikers hebben. Hoogstwaarschijnlijk heeft hij dit van de Engelschen geleerd, die in dien tijd reeds beroemde straatpredikers hadden. Er moesten mannen komen, die van elk plein en elken straathoek een kansel wisten te maken, 't Is vooral op den Wittenberger Kirchentag, dat Wichern in den kring der kerkelijke waardigheidsbekleeders luide zijn stem liet hooren ten behoeve van evangelisatie onder de lagere standen des volks.
Op deze vergadering drong Wichern er op aan, dat de kerk haar roeping zich bewust zou worden inzake het werk der inwendige zending. Het woord van Wichern had grooten indruk op de vergadering en toen hij den volgenden dag uiteenzette hoe hij zich dit werk voorstelde en wat hij van de kerk verwachtte (let wel de kerk als organisme, niet al instituut, deze gereformeerde lijn volgde Wichern niet, zie mijn art. uit vroegeren tijd) vond hij wel algemeene instemming. In breede kringen ging men zijn belangstelling toonen voor opgemeld werk en overal werden vereenigingen gesticht.
Werd men dus steeds meer overtuigd van de noodzakelijkheid van dit werk der barmhartigheid, toch ontbraken ook toen de stemmen niet, die over deze beweging hun veto uitspraken. Sommigen noemden Wichern's streven een revolutionaire macht! Gedeeltelijk valt dit te verstaan. Wichern maakte de inwendige zending los van de kerkelijke ambten, al wilde hij met zijn arbeid de kerk dienen, door de menigte naar de kerk heen te wijzen. Ook rekent hij tot inwendige zending allerlei philantropischen arbeid. Het niet onderscheiden van evangelisatie en philantropischen arbeid maakte sommigen afkeerig van Wichern's streven. Men zag in zijn werk een poging om arbeid aan de leiding van den wettigen V.D.M. te onttrekken, men vreesde voor een aantasten van de organen, waardoor Christus zijn kerk sticht en regeert. Weer anderen wezen er op, dat de inwendige Zending van Wichern den vasten grondslag der belijdenis miste. En wanneer men de statuten van de „Central Ausschuss für die Innere Mission" leest, ontkomt men niet geheel aan den indruk, dat een nauwkeurige leerbegrenzing als grondslag gemist wordt.
Ik denk, dat wij christelijke gereformeerde menschen lang niet in alles met Wichern zouden instemmen en als wij in zijn dagen geleefd hadden ook wel vele bezwaren tegen zijn organisatie zouden gehad hebben.
Iemand van zijn tijdgenooten schreef: „In de inwendige Zending heeft de kerk een vriendin gekregen, van wie ze meer te vreezen heeft dan van haar ergste vijanden. De mannen der Inwendige Zending hebben een ijver voor God, maar zonder verstand". Dit oordeel was alleszins onbillijk en voorbarig. En gezien de constellatie der Duitsche kerk uit zijn dagen is deze profetie gelogenstraft.
Van Wichern's werk is voor de kerk in Duitschland onnoemelijk veel zegen geoogst. Toch zijn wij verheugd, dat onze kerken voor woord en voor daadzending, wilt ge voor evangelisatie en inwendige zending, andere lijnen trekken dan Wichern deed? Werkelijk, niemand onzer behoeft van onzen evangelisatiearbeid te denken zelfs, dat deze vriend wel eens onzen vijand kan worden. Juist, omdat onze evangelisatie een streng kerkelijke evangelisatie is, die uitgaat van de hoogste macht in de kerk, dus van de kerkeraden, is van de evangelisatie, zoolang onze kerk blijft bij de Waarheid Gods, geen gevaar te duchten. Veeleer een rijken zegen. Daarom mag, ja moet ze ons aller belangstelling en liefde hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1931

De Wekker | 4 Pagina's

Johan Hinrich Wichern. (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1931

De Wekker | 4 Pagina's