Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huiscatechisatie. (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huiscatechisatie. (1)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

’t Is nog niet zoo heel lang geleden, dat ik een huisvader vroeg, of hij ook wat aan huiscatechisatie deed. Op de vraag: „dominee, wat is dat?” gaf ik hem in ’t kort weer, wat ik onder huiscatechisatie verstond.
Heel verbaasd keek de man mij aan en antwoordde: „maar daar zijn de dominee’s toch voor, en de zondagsscholen en de christelijke scholen?”
Zonder dat ik onzen lezerskring te laag wil aanslaan, durf ik toch wel te beweren, dat er onder ons wel meer zulke verbaasde vaders zullen zijn. Huiscatechisatie! Den kinderen onderricht geven in de eerste beginselen van onzen christelijken godsdienst! Neen, dat is al te zware last leggen op de zwakke schouders der ouders. Toch, ijverige huisvader, wilt u mij wel in enkele artikelen, die over huiscatechisatie handelen, geduldig volgen, nietwaar? Ik weet, dat niemand onzer zal twijfelen aan den plicht eener christelijke opvoeding. De humanistisch-rationalistische gedachte, dat onze kinderen als ze volwassen zijn, zelf maar moeten beslissen, wat ze willen, godsdienstig of niet godsdienstig, gereformeerd of niet gereformeerd, achten wij allen uit den booze.
Wij voeden onze kinderen niet alleen op voor het leven, doch ook voor de eeuwigheid. Bij onze kinderen aan te kweeken een edelen zin, te vormen een solied karakter, op te wekken het verantwoordelijkheidsbesef, aan te sturen op harmonische ontwikkeling der zedelijke vermogens is werkelijk prijzenswaardig. Dat aan zulk een kostelijke opvoeding echter een wezenlijk element ontbreekt, staat voor ons vast. Het is de eer der christelijke opvoeding, dat zij, zonder het aardsche leven te verwaarloozen, de eindbestemming van het kind in de eeuwigheid vindt. Onze kinderen zijn, alhoewel van nature dood in zonden en misdaden, toch de verbondsheiligheid deelachtig. Zij dragen het veldteeken des Heeren door den Doop aan hun voorhoofd. God heeft een onvervreembaar recht op onze kinderen; een recht, dat inhoudt, dat onze kinderen zich bekeeren tot Hem en dat wij als ouders, in onze opvoeding, op die bekering aansturen. Ons is de plicht opgelegd, ze deswege in de leering en vermaning des Heeren op te voeden, opdat ze door de bewrochting des Heiligen Geestes mochten worden menschen Gods.
’t Is juist dit beginsel, dat reeds onze vaderen er toe dreef, zich zoo vroeg mogelijk met het zaad des verbonds te bemoeien. Zij wilden er niets van weten, het zaad der gemeente maar in het wilde te laten opgroeien, maar ook stonden zij niet op het standpunt, dat zij het godsdienstonderwijs van de schouders der ouders mochten afwentelen op die van schoolmeesters en kerkelijke ambtsdragers. Hoe duidelijk spreekt ons doopsformulier van het gehouden zijn onze kinderen in het opwassen breeder te onderwijzen in de hoofdsom van de leer des doops. Deze eisch tot onderricht van onze kinderen wordt niet van zijn klem beroofd, door later bij de doopplechtigheid de ouders te laten beloven, dat zij hunne kinderen zullen doen onderwijzen. Wel ligt in deze woorden het beginsel van het christelijk onderwijs uitgedrukt, maar dan wordt dat christelijk onderwijs beschouwd als een voortzetting, een uitbreiding van het persoonlijk onderwijs der ouders. De vader is zelf de van God geordineerde onderwijzer en de moeder de natuurlijke onderwijzeres van het kind. Aangezien de ouders uit kracht van onvermogen niet bij machte zijn, dat kind zoo te onderwijzen, als noodig is voor tijd en eeuwigheid beiden, wordt uitgezien naar het ambtelijk onderwijs der kerk en naar het onderwijs der christelijke school, waar de gedoopte kinderen in de voorzegde leer verder worden onderwezen.
Alweer niet zoo, dat wat het godsdienst onderwijs betreft, vader en moeder, als ze de kinderen maar ter catechisatie en ter schole sturen nu ook aan hun verpUchting voldaan hebben, en geen onderwijswerk meer aan hun kinderen zouden hebbenf neen, maar zoo, dat bijvoorbeeld het catechetisch onderwijs van den leeraar, maar voor een deel is de volbrenging van hun doopsbelofte. Ze moeten en met den predikant en met den schoolonderwijzer samenwerken; thuis voortgaan met onderricht en controle oefenen, hoe de kinderen hun taak volbrengen. Het is de Dordtsche Synode geweest, die het onderricht, dat rechtstreeks van de ouders tot de kinderen uitgaat, bestempeld heeft met den naam van huiscatechesatie. Zij heeft hieromtrent o.m. het volgende besloten: Opdat de Christelijke jeugd van hare teedere jaren aan naarstiglijk in de fundamenten der ware religie onderwezen, en met Godzaligheid vervuld moge worden, zoo moet deze drieërlei wijze van catechiseeren voorgenomen worden:
a. in de huizen der ouders;
b. in de scholen der schoolmeesters;
c. in de kerken van de predikanten, ouderlingen en lezers en ziekenbezoekers.
In een volgend artikel hoop ik D.V. onder de oogen der lezers te brengen de nadere toelichting, welke de Synode van dit artikel gegeven heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1931

De Wekker | 6 Pagina's

Huiscatechisatie. (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 november 1931

De Wekker | 6 Pagina's