Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor de ingewijden niets onverwacht, maar voor de buitenstaanders een ontroerende verrassing, is het overlijden van Aristide Briand geweest. Algemeen was bekend, dat hij aan een hartkwaal leed, maar met die hartkwaal kunnen sommige menschen ook 90 jaar worden, en men hoopte, dat Briand tot deze gelukkigen zou behooren. Want men wilde hem nog niet missen. Hij was een van de menschen waarvan gezegd werd, dat de wereld ze nog noodig heeft en vooral noodig heeft in dezen tijd.
De vragen van dood en leven worden echter niet op de aarde, maar in den hemel beslist en wat hier op aarde naar onze meening het meest noodig is, wordt door den dood van ons weggenomen. Zoo ging het met Stresemann in Duitschland en gaat het thans met Briand in Frankrijk. Stresemann was menschelijkerwijze gesproken onmisbaar voor zijn volk en God nam hem weg. Briand achten wij menschen noodig voor de zaak van den vrede en God neemt hem weg.
Wijsheid zonder eind nog pale
Zijn Gods wegen altemale.

Briand heeft een schitterende staat van dienst gehad. Hij was in het jaar 1862 geboren en zag het levenslicht in een kroegje van Vauchal en de zoon van den logementhouder heeft zich opgewerkt tot advocaat, daarna werd hij journalist, vervolgens kamerlid; is toen 25 maal minister geweest en 11 maal minister-president en was langer dan eenig ander Fransch minister in deze eeuw, leider van de buitenlandsche politiek en apostel van de internationale vredesgedachte.
Oorspronkelijk was hij een vurig socialist, maar hij sloot zich niet aan bij de vaderlandsloozen. Hij bleef voor alles Franschman. wat hem toch niet heeft belet, dat hij toentertijd voor zijn land alleen heil zag in een algemeene werkstaking, en toen men hem toevoegde, dat dit revolutie beteekende, antwoordde hij: maar een revolutie die aan het proletariaat den meesten kans biedt, om de overwinning te behalen.
Dat was in 1892. toen hij niet kon vermoeden, dat hij diezelfde algemeene werkstaking, waarvan hij toen alleen heil verwachtte, met geweld zou weerstaan en onderdrukken. ’t Was in het jaar 1910; Briand was minister-president, en in dat jaar brak de algemeene werkstaking uit. Het land dreigde een chaos te worden door het stopzetten van alle verkeersmiddelen en als voorzitter van den ministerraad legde Briand de opzienbarende verklaring af, dat hij desnoods onwettig zou optreden. En wat deed hij? Hij mobiliseerde de stakers, de spoorwegarbeiders, en brak daardoor de staking. Van alle zijden werd hem lof toegezwaaid en zijn naam als staatsman was voor goed gevestigd.
De oorlogsjaren zijn heel moeilijk voor hem geweest. Briand en Poincaré liepen te veel uiteen, om met elkander te kunnen samenwerken. Zij waren feitelijk antipoden. Briand iewat slordig van aard en meer intuïtief dan scherpzinnig, meer spreker dan denker, meer practicus dan tacticus, meer profeet dan diplomaat, meer nuchter dan wijsgeerig; en Poincaré scherpzinnig jurist, geslepen diplomaat, eerzuchtig en zeer gesteld op goede vormen, kon het met Briand niet vinden en in het laatste deel van zijn Gedenkschriften heeft hij hem alles behalve een standbeeld gegeven.
Van het koele en berekende en het planmatige dat aan Poincaré eigen was, had Briand niets. Briand moest geestelijk door iets gegrepen zijn en dan kon hij er met een gloed en vuur voor opkomen, die zijn hardnekkigste tegenstanders tot voorstanders kon maken. Geen spreker in Frankrijk was aan hem gelijk. Wanneer zijn onderwerp hem te pakken had, zoodat hij er geheel in was, ging er iets van dezen man uit, dat iedereen meevoerde, en dat hem een zoodanige ovatie bracht, als maar weinige sprekers te beurt viel.
Na den vrede van Versailles is zijn beste tijd aangebroken, In 1921 werd’hij opnieuw minister-president en in die qualiteit is hij de man geweest, „die Duitschland door een deurwaarder bij de kraag doet pakken”, en de bezetting van het Roergebied gelastte. Die bezetting is het groote keerpunt in zijn leven geworden, maar waardoor dit veroorzaakt is, kan niemand verklaren, en misschien zal het wel onverklaarbaar blijven. Maar het feit kan niet worden geloochend, dat na het opheffen van deze bezetting, hij uitgegroeid is tot vredes-apostel.
Is zijn aanraking met Stresemann daartoe het middel geweest? Wij achten het niet uitgesloten. Want feit is, dat deze twee mannen elkander verstonden en vertrouwden. Beiden hadden hun land lief en beiden gevoelden zij, dat Duitschland en Frankrijk tot elkander moesten worden gebracht en daarmee de wereldvrede zou worden verzekerd. Aan die toenadering hebben deze twee mannen hun beste krachten gewijd en zijn deswegen niet weinig gesmaad en gelasterd geworden. Stresemann in Duitschland en Briand in Frankrijk. De bitterste verwijtingen zijn hun juist om dien arbeid niet gespaard, maar zij hebben trots dat alles, hun arbeid niet opgegeven.
Stresemann’s dood is een geweldig verlies voor Duitschland, maar evenzeer voor Frankrijk geweest. Want onmiddellijk na Stresemann’s dood trad aan het licht, dat er niemand was, die zijn voetstappen wilde drukken en bereid noch bekwaam was zijn levenswerk voort te zetten. Zijn opvolger, Curtius, was een onhandig man, die door zijn onhandigheid in zake de Tolunie tusschen Duitschland en Oostenrijk en de wijze waarop deze werd aangekondigd, een storm van verontwaardiging tegen de verzoeningspolitiek van Briand ontketende. In het laatste nummer van de Haagsche Post deelt een van de medewerkers van Briand mede, hoezeer hij onder deze dingen geleden heeft.
„Mij juist dat aandoen, werkelijk, ik begrijp niet, welk politiek doel men daarmede beoogt. Waar blijft het vertrouwen, wanneer het mogelijk is, dat ik met Duitsche ministers over allerlei dingen van gedachten wissel en zij verzwijgen mij wat zij van plan zijn te doen in zake een zoo gewichtige kwestie als de Donausche aansluiting.” klaagde hij. Duitschland heeft door deze daad Briand krachteloos gemaakt en aan de intriques tegen zijn persoon uitbreiding en voedsel gegeven.
Van die intriques is Briand het slachtoffer geworden doordat hij na veel verzet zijnerzijds, zich ten slotte toch tot candidaat voor het presidentschap liet stellen, Deze candidaatstelling is zijn ongeluk geworden. want dezelfde personen, die hem hadden overgehaald om zich beschikbaar te stellen, waren de eersten die zich leenden om in het geheim tegen zijn verkiezing te propageeren.
Zelfs met de mogelijkheid, dat hij niet gekozen zou worden, heeft hij niet gerekend. Vandaar dat het hem zoo geweldig getroffen heeft, ’t Is verkeerd van hem geweest, na dezen slag, nog aan te blijven. want dan had hij zich zelven de laatste en grievendste beleediging van alle beleedigingen kunnen besparen: die van zijn ,.aan-den-dijk-zetten”.
Dat heeft naar onze overtuiging zijn dood verhaast en dat thans de Senaat met op één na algemeene stemmen heeft uitgesproken: Artistide Briand heeft zich voor het Vaderland verdienstelijk gemaakt”, kan toch niet uitwissen den smaad dien Frankrijk een van zijn grootste zonen heeft laten aandoen.
Requiescat in pace.
d.H. (Den Haag)                                                        J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1932

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1932

De Wekker | 4 Pagina's