Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huwelijksbevestiging, en...... Roomsche zuurdeesem?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huwelijksbevestiging, en...... Roomsche zuurdeesem?

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen lazen we van Hervormde zijde een o.i. onbillijke en ook ongegronde beschuldiging aan het adres van Gereformeerde Kerken; welke beschuldiging zelve ons toch motief is, er iets over te zeggen. Het geldt n.l. gemengde huwelijken en de voorwaarde welke daarbij wel gesteld wordt, dat zulk een huwelijk alleen dan kerkelijk bevestigd zal worden, indien de belofte is gedaan, dat de kinderen uit dit huwelijk zullen gedoopt worden in die kerk, in wier midden de bevestiging plaats vindt. - Zoo toch is de bepaling tegenwoordig in vele Geref. Kerken. En daar tegen werd dan van Hervormde zijde opgemerkt, dat dit zou zijn: „een doordringen van Roomschen zuurdeesem in de kerken der doleantie”. -
Laat ik nu direct opmerken dat deze voorwaarde ook door mij als Christelijke Gereformeerde ten volle wordt beaamd; ik leer aan onze Theol. School ook niet anders; bij de vakken Liturgie en Pastoraal (mij toebetrouwd) komen deze zaken ter sprake.
Wie dit een Roomschen zuurdeesem zou noemen, geeft m.i. blijk van èn de Roomsche leer ten deze niet juist te kennen; èn nóg minder de reden, waarom een Gereformeerde zulk een voorwaarde mag stellen.
Te zeggen, dat op die manier het Huwelijk den schijn van een sacrament zou krijgen; en dit toch een Roomsche opvatting zou zijn, is een ondeugdelijke redeneering. Men hoort dat wel eens meer: „het huwelijk is geen sacrament, we zijn niet Roomsch”, welk gezegde blijkbaar moet dienst doen, om laat ik maar zeggen allerlei slordigheden op kerkelijk gebied betreffende de huwelijkssluiting en bevestiging goed te praten.
Als men maar Rome er bij kan halen, inderdaad dan is ’t voor velen al reden om er kippetjesvel van te krijgen. Nu sta ik allerminst sympathiek tegenover Rome als Rome, maar daarom juist moet men niet alles op één rekening zetten.
Weet men wel wat Rome leert inzake het huwelijk als sacrament? Wist men dit secuurder, men zou geloof ik niet zulke „vreemde dingen afschrijven. De sacramenten zijn bij Rome voertuigen der genade. Ook alzoo het huwelijk. De Roomsche leer ten deze luidt als volgt; „Het sacrament des huwelijks is een uitwendig teeken, door Christus ingesteld, waardoor wordt aangeduid en medegedeeld de bijzondere genade om de verplichtingen van den gehuwden staat naar behooren te vervullen.” Ik citeer uit een Roomsch Leerboek. Hieruit ziet men reeds, dat dit weinig heeft te maken met wat men den Gereformeerden in de schoenen wil wringen.
Dat Rome eischt, dat de kinderen in de Roomsche kerk zullen gedoopt worden, heeft nog een andere reden. Dit zoo aanstonds. Het huwelijk bij Rome een sacrament, dat is het ook, al kwamen er geen kinderen.
Dat Rome eischt, dat de kinderen uit een in de kerk bevestigd huwelijk ook in die kerk zullen gedoopt worden, vloeit voort uit de opvatting van het verband tusschen huwelijk en kerk.
Ik zou te breed worden, als ik dit hier alles ging uiteenzetten, maar volstaan we met op te merken, dat formeel Rome hierin niet mis ziet, Het dient slechts op beter leest, dat is op Gereformeerde beschouwing, te worden gezet.
In elk geval, wie goed in ziet het verband tusschen verbond (der genade), kerk en huwelijk, hij zal de bovengenoemde voorwaarde voor ’n kerkelijke bevestiging nog niet zoo dwaas vinden; en wel verre van te spreken van Roomschen zuurdeesem, veeleer hier hebben te erkennen een consequentie van een zuivere verbondsgedachte; maar waaraan zoovelen vreemd zijn, die zich zelfs ...... goed protestant achten.
Het huwelijk is geen sacrament, maar wat dan wel? Wat is het huwelijk? Het huwelijk als zoodanig, dus in het Paradijs? De inzetting Gods, dat in den weg eener van God genormeerde liefdesfunctionneering mensch uit mensch geboren zal worden; tot completeering van het menschelijk geslacht; opdat dit, als het volle Beeld Gods, zal schitteren in het volheerlijke Koninkrijk Gods.
Door de zonde en de genade is hier verandering gekomen, in zooverre, dat het huwelijk thans, behalve zijn gewone beteekenis, een specifieke heeft ontvangen, n.l. het huwelijk binnen het verbond der genade. Dit is voor mij het wezen van het Christelijk huwelijk. Namelijk het huwelijk is als Christelijk huwelijk en als huwelijk in de lijst van het genadeverbond tot completeering van Gods Kerk.
Naar Christelijke opvatting mag het Christelijk huwelijk niet losgemaakt worden van het genad everbond, In religie en theologie is het juist de Gereformeerde leer en praktijk, welke, in onderscheiding van schier alle andere kerken en belijdenissen, den inhoud en de beteekenis van het Verbond recht doet wedervaren. Waarvan dan de consequentie is, dat de kerk niet los van het Verbond mag beschouwd: dat de kerk, ook als Instituut, juist als Instituut, behoort tot de complete vervulling en beleving van het Genadeverbond.
Als onze Gereformeerde vaderen van ééne zaak doordrongen waren, dan was het van het verband en van het hoog en zuiver houden van dit verband, tusschen Verbond en Kerk.
Het ware te wenschen, het is ernstig noodzakelijk, dat men zich daar eens goed (wat meer en beter dan tot dusverre ook in onze kringen schijnt te geschieden) rekenschap van gave, hoe onze Formulieren een „verbonds-karakter” dragen, niet slechts een „algemeen” gereformeerd karakter, maar een gereformeerd, gelijk gereformeerd zich toespitst in de Verbondsleer naar de Schrift. Bestudeer uw Liturgische Geschriften op dit punt maar eens; zoo b.v. de formulieren van Doop en Avondmaal, en ge zult zien, ze zijn gebouwd op de Verbondsleer. Maar dat is eveneens zoo met ons Huwelijksformulier. Zoo'n huwelijk moet daarom in de gemeente tevoren afgekondigd; in haar midden worden bevestigd, met een feitelijk officieele bediening des Woords.
Het huwelijk geen sacrament, zeker, maar dat zegt daarom niet, dat het slechts zou zijn een min of meer godsdienstig getint samenkomstje, om eenige wijding, eenige mystiek zelf, bij te zetten aan de belangrijkheid der huwelijkssluiting. Neen, een huwelijkssluiting in de kerk van Christus is een verbondshandeling, althans staat in lijnrecht verband met het verbond; tot completeering (vól-making) van Christus’ kerk. En omdat men dat uit het oog verloor, kan men zoo gemakkelijk smalen van Roomschen zuurdeesem. Noch Rome, noch de Gereformeerde theologie schijnt men te kennen. Lees ook maar, wat er voorts in het formulier zelf staat. B.v. hoe zij „hunne kinderen in de waarachtige kennis en vreeze Gods zullen opbrengen”, en vergelijk tot de uitlegging dezer ’woorden daarmede dan maar eens, wat zooal in ons Doopsformulier staat. Of is de Doop;daarom soms ook al een Roomsche zuurdeesem??
Tot zulk een „waarachtige kennisse en vreeze Gods” behoort wel in de eerste plaats de kennis van wat God zelf betreffende dit zaad heeft beloofd.
En hoor dan nog eens, dat heerlijke gebed: „opdat zij, als medeërfgenamen des Verbonds de kinderen die het U belieft hun te geven, Godzalig opbrengen mogen, ter eere Uws heiligen naams, tot stichting uwer gemeente......”
Wat getuigenis hebben we nog meer van noode?
Wie kan, wie durft nu nog van een gereformeerde huwelijksbevestiging gewagen, los van de verbondsleer? Maar zoo volgt dan ook: wie kan dan ook met een goed geweten bij zulk een bevestiging op al deze dingen ja en amen zeggen (gelijk behoort), en brengen dan straks zijn kinderen buiten die kerk naar...... ja, waar dan ook.
Meer nog. Hier is de kerk verplicht te waken, dat heel deze belijdenis en behandeling geen paskwil worde. Immers verbond en kerk behooren onuiteenrukkelijk bijeen.
Het is een verbonds handeling en daarmede in verband is deze kerkelijke bevestiging. Met wete dus wel wat men doe bij ’t gaan naar zulk een kerk. Men zal daarbij goed gezond kerkelijk de overtuiging bij zich moeten omdragen, dat de kerk waartoe men behoort, deze verbondsgedachte op zuivere Schriftuurlijke wijze belijdt en beleeft. Wie van zulk een overtuiging niet uitgaat, moet bij zulk een kerk niet behooren. Maar, doet men dit wel, dan behoort men ook consequent alles te beleven. Dat wil hier zeggen, dan belijde en beleve men: mijn kerk is de ware openbaring van Christus’ lichaam; in haar midden wordt, voorzoover ik het kan nagaan, die verbondsleer zuiver beleden en beoefend, ook in haar institutair leven; daarom is het een zonde voor God, jegens de kerk begaan, als ik met haar zou spelen; dat is hier: als ik die kerk wèl erken als Verbon ds ver vulling nu bij de huwelijksbevestiging, maar haar met evenveel „gemak” weer prijsgeef, als het betreft mijn kinderen.
Hoe bestaat het toch!
Moet men daarom dan spreken van Roomschen zuurdeesem?
Dan zal ’t niet lang meer duren, of men zal van dit zuurdeesem gaan spreken bij de doopsformule. Immers in een tuchtlooze kerk, mag men doopen in naam van b.v. geloof, hoop en liefde; de triniteitsformule kan nagelaten worden; bij Rome echter gebruikt men uitsluitend de formule: „in den naam des Vaders, des en des Heiligen Geestes.”
Verbeeld u, daar wij dit ook doen, dat men nu ga zeggen: o, dat is „Roomsche zuurdeesem”.
Ik heb er mij over verbaasd, dat bladen die zoo in het teeken willen staan van de zuivere aloude gereformeerde waarheid, dat zij ditmaal zich lieten benevelen door deze aantijging, en met ingenomenheid deze aantijging tegen de Gereformeerden overnamen.
Ten slotte nog iets: De getrouwden hebben bij de huwelijksbevestiging ook een belofte af te leggen. Als afgelegd in het midden eener kerkelijke vergadering; in een wettige samenkomst der gemeente, onder de bediening des Woords, en afgelegd voor de ambtsdragers van Christus’ kerk; daar dient die kerk waarborg te hebben, dat een der eerste plichten die uit deze afgelegde belofte voortvloeit, worde vervuld. En dat is ten deze, dat men het Christus lichaam, en het ware Instituut bij die huwelijksbevestiging erkende kerkelijke Instituut niet straks openlijk onteere door onze kinderen aan een andere kerk toe te betrouwen.
Het is spelen met alle kerkbegrip. En zij die van Roomschen zuurdeesem willen spreken, als men hiertegen de wacht betrekt, zij geven m.i. blijk, dat men van eigen Kerk niet meer gelooft wat men toch behoort te gelooven van zijn kerk, n.l. dat zij is de zuivere openbaring van Christus lichaam en het ware Instituut om zoo te zeggen van het Verbond der genade.
Een kerkbegrip met leervrijheid en tuchtloosheid, ja dat verstaan we, dat is in staat om de Schriftuurlijke Kerkelijke beleving van het genade-verbond Roomschen zuurdeesem te noemen; maar niet alzoo hij, die verstaat het Schriftuurlijk verband tusschen Verbond, Kerk en Huwelijk.
                                                                        WISSE

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1932

De Wekker | 4 Pagina's

Huwelijksbevestiging, en...... Roomsche zuurdeesem?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juni 1932

De Wekker | 4 Pagina's