Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Duidelijke taal .

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Duidelijke taal .

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het heeft ons als meermalen getroffen, dat wij het in de gereformeerde belijdenis beter eens zijn met de mannen van den Gereformeerden bond in de Hervormde Kerk, dan met de leer der Gereformeerde Kerken.
Wij weten, dat deze bond de afscheiding veroordeelt en hij kan op zijn standpunt ook niet anders doen.
Maar wanneer het ooit tot breken met het Hervormd genootschap kwam zou het onzerzijds nooit een bezwaar zijn om met zulke belijders te vereenigen.
De leer der Gereformeerde Kerken is voor ons een sta in den weg om aan vereenigen te denken.
Hoe jammer het ook is, dat wij het eeuwfeest der afscheiding als kinderen der scheiding in gedeeldheid vieren, toch begrijpe men goed, dat de Christelijke Gereformeerde Kerk nimmer aan vereenigen kan en mag denken zal zij zich zelf en haar heilig beginsel niet blamee-ren, zoolang de Gereformeerde Kerken de besluiten van 1905 als DE leer der Gereformeerde Kerken] handhaven.
Maar in dit oordeel staan wij niet alleen.
De Gereformeerde Bond, die de Gereformeerde confessie in haar orgaan „de Waarheidsvriend”, week aan week verdedigt en die in zijn kerk onvermoeid een lans voor deze confessie breekt, handhaaft geen andere belijdenis dan tot hiertoe de Christelijke Gereformeerde Kerk van 1834 heeft voorgestaan.
Wij lazen in „De Waarheidsvriend” van 11 Augustus als antwoord op de vraag: „Wat is de leer der veronderstelde wedergeboorte?” het volgende:
In de Gereformeerde Kerken wordt veelal verondersteld, dat de kinderen der Gemeente wedergeboren zijn en op grond van die veronderstelde wedergeboorte worden ze gedoopt. De doop komt dan bezegelen wat die kinderen onderwerpelijk, persoonlijk bezitten.
Maar wij mogen in onze veronderstellingen niet verder gaan dan de Schrift ons daartoe grond geeft. De verborgen dingen zijn voor den Heere, maar de geopenbaarde dingen zijn voor ons en onze kinderen. En nu heeft de Heere ons geopenbaard, dat Hij een verbond wilde oprichten, en als de God des verbonds houdt Hij altijd trouwe. Psalm 105 : 5 laten wij altijd zingen vóór de Doopsbediening.
Maar in dit verbond is niet begrepen, dat alle bondelingen wedergeboren zijn.
Voorwerpelijk zijn de kinderen geheiligd, door de bondsbetrekking in bijzondere relatie gekomen zijnde tot God en Christus. Maar dat verbond geeft geen grond voor de zaligheid. Nooit heeft nog iemand gezegd: Wij dan, door het verbond gerechtvaardigd zijnde, hebben vrede bij God. De bizondere verbondsrelatie staat op den voorgrond, niet de wedergeboorte.
En nu komt de doop aan onze kinderen toe als zegel van die bizondere verbondsrelatie, van ’t geen God in Christus heeft geopenbaard en onze kinderen naar zijn vrij-machtig welbehagen wil schenken. De Doop is niet een zegel van ’t geen onze kinderen in zich zelf bezitten, maar van ’t geen zij voorwerpelijk bezitten als kinderen des verbonds, die in den weg des verbonds het eeuwige leven kunnen beërven, naar Gods welbehagen, Natuurlijk kunnen onze kinderen wel wedergeboren zijn.
Maar het mag niet verondersteld worden als regel krachtens de verbondsbetrekking. De Doop bezegelt niet wat wij hebben, maar wat God belooft en schenken wil. Daarom moet de verbondsbetrekking ook in den geloove worden aanvaard en vastgemaakt.
De verwerping in ongeloof is daarbij zoo’n gruwelijke zonde.
In dezelfde Waarheidsvriend wordt op de vraag: Wat beteekent het „geheiligd zijn” van den ongeloovigen man door het huwelijk met de geloovige vrouw” (1 Cor, 7) geantwoord:
De ongeloovige man is daardoor in de sfeer van het heilige gekomen en God wil dat gezin tot zijn werkterrein nemen. Daarom staat er van de kinderen, dat zij heilig zijn, voor Gods terrein afgezonderd, En in het zelfde verband staat van den ongeloovigen man, dat hij geheiligd is door de geloovige vrouw, welk geheiligd zijn dus zeker en vast niet kan beteekenen een onderwerpelijk, subjectief, persoonlijk begrepen zijn in Christus, maar stellig hier genomen moet worden in voorwerpelijken zin. Dat voorwerpelijk geheiligd zijn is stellig en vast niet zonder groote beteekenis, volgens ’t geen ons geopenbaard is in het Woord.
Maar het beteekent in geenen deele persoonlijk zaligmakend deel hebben aan Christus en al zijn weldaden. Het „geheiligd zijn in Christus” voor de kinderen mag dan ook zoo, maar niet zonder meer in onderwerpelijken zin genomen. Niet alleen wedergeborenen zijn in het verbonds Gods begrepen. Ook niet alleen uitverkorenen. En dat maant ons voorzichtig te zijn met het genadeverbond en verbondsbetrekking in het midden van de gemeente.
Denk maar aan de ongeloovigen man die in 1 Cor. 7 „geheiligd” wordt genoemd. Ongeloovig en geheiligd.
’Zie, wij zijn het met zulk een taal beter eens, dan met de leer der Gereformeerde kerken, die belijden:
„dat volgens de belijdenis onzer kerken het zaad des verbonds krachtens de belofte Gods te houden is voor wedergeboren en in Christus geheiligd, totdat bij het opwassen uit hun wandel of leer het tegendeel blijkt”.
Men heeft het hier wel heel goed gezegd: „volgens de belijdenis onzer kerken”.
De Gereformeerde belijdenis is nog wat anders, en nog wat meer. Wij houden het liever met de Gereformeerde belijdenis dan met de belijdenis onzer (lees: Gereformeerde) kerken.
En de mannen van den Gereformeerden bond blijken van geen ander gevoelen te zijn. Zij staan ons in belijdenis nader dan de Gereformeerde kerken.
Moge de dag zich verhaasten, waarop allen, die het werkelijk in belijdenis eens zijn, ook elkander vinden in één belijdende gereformeerde kerk.

God heeft wegen, waar wij geen wegen zien.

Apeldoorn.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1932

De Wekker | 4 Pagina's

Duidelijke taal .

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 augustus 1932

De Wekker | 4 Pagina's