Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer wij de twee prae-adviezen, met elkander vergelijken, voelen wij onmiddellijk, dat er voor beiden wat te zeggen valt en dat beide adviseurs goed weten wat zij willen.
Dat komt omdat zij eenvoudig uitgaan van het zendingsbevel en dat  zegt: dat Christus geen enkele beperking gemaakt heeft.
Dat geven wij hem onmiddellijk toe, voor zoover het betrekking heeft op het bevel.
Maar Hij heeft dat bevel aan Zijn apostelen en in hen aan Zijn gemeente gegeven. Niet aan een bepaalde kerk, maar aan de ééne Levende Algemeene Christelijke Kerk. De uitvoering er van is echter aan de gemeente overgelaten, die Hij daartoe met de lei-i ding des Heiligen Geestes heeft begiftigd.
Aanvankelijk stuitte de uitvoering van dit bevel op slechts één bezwaar en dat was een bezwaar dat niet aan den binnenkant maar aan den buitenkant lag.
‘t Lag niet in de kerk, maar in de wereld, in casu de overheid, die zich tegen de uitvoering verzette en met al de haar ten dienste staande middelen de verkondiging van het Evangelie tegenstond.
Later, na den overgang van Constantijn den Grooten tot het christendom, ging het precies omgekeerd. Toen was het de overheid die de uitvoering van dit bevel op alle mogelijke wijzen bevorderde en met alle middelen steunde.
Ook wel eens met zeer verkeerde middelen.
Die de uitbreiding van het christendom in Europa nagaat en ziet met welke middelen of volgens welke methoden die heeft plaats gehad, is niet verbaasd, dat er nog zooveel overblijfselen van het oorspronkelijke heidendom in de Roomsche kerk zijn overgebleven.
De overheid en de kerk werkten samen aan de uitbreiding van het christendom, omdat beiden daarin hun heerlijkheid zochten.
De praktijk gaf dus geen moeilijkheden. De kerk was één en de overheid ontving haar macht uit de handen van de kerk, in casu van den paus.
Met de Reformatie werd dit anders.
De eenheid der kerk ging teloor, want tegenover de Roomsche kerk traden in de verschillende landen protestantsche kerken op.
Maar deze hadden zooveel met hun eigen bestaan en organisatie te doen, dat zij aan de uitvoering van het bevel van Christus niet toekwamen.
Eerst in de 17e eeuw kwam de zendingsgedachte op en die volken van van Europa, die zich het bezit van koloniën verzekerd hadden, begonnen zen- ding te drijven onder de inboorlingen waarmede zij handel dreven.
Maar toen kwamen de Roomsche priesters en de Gereformeerde predikanten in Oost-Indië al met elkander in botsing. Want de Portugeezen waren ons in Indië voor geweest en de Roomsche Missie was haar werk onmiddellijk begonnen.
Onze vaderen hebben echter de Portugeezen verdreven en de Roomsche zendelingen eenvoudig verbannen en op die manier de moeilijkheden van de dubbele zending opgelost. De Gereformeerde zending, voor zoover er van zending kan gesproken worden, was de eenige die recht van bestaan had en dit is zoo gebleven tot in het begin van de vorige eeuw.
Maar toen ontstonden ook al heel spoedig de moeilijkheden. Ten eerste met de overheid, die maar heel weinig van de zending hebben moest en haar veeleer tegenwerkte dan steunde.
Ten tweede kwamen toen de moeilijkheden met de protestanten en de Roomschen, wat aanleiding gegeven heeft tot het bekende artikel 177 (vroeger was het 1123) in de Indische Staatsregeling, een artikel, dat bedoelde te voorkomen, dat ‘de één zou maaien wat de ander gezaaid had.
Ziedaar in het kort de geschiedenis.
Nu de praktijk. Let wel de praktijk.
De overheid kan en mag geen onderscheid maken tusschen Roomsch en Protestant.
Zij mag den zendeling niet weigeren en den priester toelaten of omgekeerd. Voor haar hebben beiden de zelfde rechten en zij mag en kan ook niet uitmaken of de Roomsche of de Protestantsche zending de juiste is.
Zij laat dus beide zendingen op haar terrein toe. Want niet de zending, maar de overheid IS verantwoordelijk voor de orde en rust ook in de Inlandsche wereld.
Wanneer de dingen nu zoo staan, geloof ik dat èn het standpunt van Ds van Dijk èn dat van Mr van Werkum volle recht kan geschieden.
Ds van Dijk zegt: de zending moet vrij zijn, d.w.z. zij moet kunnen arbeiden waar en hoe zij wil en alleen in het oog houden het bevel van den Koning. Accoord.
Wij willen ook geen enkele gebondenheid of beperking van de zijde der overheid aanvaarden. Wanneer de overheid zich het „jus angariae” zou aanmatigen, d.w.z. wanneer zij de zending zou voorschrijven dat dit dingen waren, die buiten haar bevoegdheid lagen.
Maar dat wil de overheid niet en daarmede laat zij het principe van Ds van Dijk onaangetast.
Maar de overheid wilt wel wat anders.
Zij wil eenerzijds regelend en anderiijds beschermend optreden en de geschiedenis heeft geleerd, dat dit in het belang van den arbeid der beide zendingscorporatiën noodig is.
‘t Is inderdaad bedroevend, maar feit is: dat helaas de onverdraagzaamheid het grootst en de verbittering het felst is op het terrein van de religie. Zeer verklaarbaar.
Want juist hier gaat het om het diepste in en het hoogste voor den mensch. Hier gaat het niet om theoriën ;of meeningen, opvattingen of stelsels, maar om datgene wat onze geheele levens- en wereldbeschouwing bepaalt en beheerscht.
Deze onverdraagzaamheid komt ook tot uiting op het zendingsveld; allereerst tusschen de priesters en de zendelingen, maar als gevolg daarvan tusschen de bekeerlingen zelf. Juist dat is het meest gevaarlijke voor de zending, dat de Roomsche en de protestantsche bekeerlingen zich onderling niet verdragen, zoomin zij dat hier doen. Zij zouden hun eigen bekeering te schande maken en hun eigen werk verwoesten. En dat zou stellig bij de kinderen, die op de verschillende zendingsscholen waren, al beginnen.
En dat moet voorkomen worden, èn voor de eere van den Koning zelf, èn voor het werk van den Koning. De zendingsakker moet geen schouwtooneel van ouderlingen strijd kunnen worden, wat toch niet ondenkbaar zou zijn wanneer er geen overheid was.
Daarom verblijve aan de overheid op het zendingsterrein het „jus circa sacra” en aan de zending het „jus in sacra”. Art. 177 moet blijven zooals het is in het belang van de zending en de overheid zie toe, dat zij zelf geen oorzaak geeft dat het overtreden wordt.

Den Haag.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1932

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 november 1932

De Wekker | 4 Pagina's