Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van uit christelijk standpunt veroordeelen wij de lijkverbranding, zoodat zij in een land dat nog prijs stelt op den naam van christelijk niet toelaatbaar is.
Krachtens de nog geldende begrafenis-wet mag de lijkverbranding in ons land dan ook niet plaats vinden. En toch gebeurt het. Op de bekende begraafplaats Westerveld stond er eerst één oven en thans zijn er reeds twee, omdat dit heidensch gebruik in ons land gestadig toeneemt. Vergis ik mij niet, dan zijn er in het jaar 1932 er zelfs meer dan 700 lijken verbrand.
Een paar jaar geleden was er zelfs een Sterk gerucht, dat er in Amsterdam plannen bestonden om op een van de begraafplaatsen een crematorium te bouwen; tot nog toe is het bij geruchten en voornemens gebleven. Van plannen die ingestuurd zouden zijn, hebben wij nog niets vernomen, hoewel wij het niet onmogelijk achten, dat zoodra de tijden wat beter worden, deze geruchten wel eens in plannen zouden belichaamd kunnen worden.
Daarmee zou de gemeenteraad dan voor een principieele beslissing worden geplaatst en wij achten het lang niet onmogelijk gezien de samenstelling van dezen raad, dat er een meerderheid in gevonden zou worden, die haar goedkeuring aan deze plannen hechten. Voor den burgemeester bleef dan altijd de uitweg nog open, dat hij een zoodanig besluit aan de Kroon ter vernietiging voordroeg
De vraag zou dan wezen, wat de Kroon doen zou, want er is dezer dagen op Westerveld wat geschied, waardoor deze vraag zeer ingewikkeld geworden is Wij vinden het een weinig vreemd, dat van protestantsche zijde hierop de aandacht niet gevestigd is. Hoe komt dat? Heeft men het niet opgemerkt of vindt men het een te netelige kwestie om haar in behandeling te nemen? Of zitten wij zoo in het economische en sociale dat de andere vraagstukken geen plaats en belangstelling meer bij ons kunnen vinden?
Wij zijn daarom dankbaar dat de R,K. Maasbode onze aandacht op dit feit heeft gevestigd en wij willen hier even overnemen, wat dit blad in verband met de verbranding van het lijk van den bekenden prof. Kouwer heeft geschreven.
„Dezer dagen” schrijft het blad in zijn avondeditie van 16 Jan, j.l„ gebeurde iets zoo ernstigs, dat zwijgen erover, ons ongewenscht lijkt.
Een der bekendste en meest geachte oud-hoogleeraren van een rijksuniversiteit overleed en zijn stoffelijk overschot werd gecremeerd. En niet alleen was de lijkbaar, die naar het crematorium trok, gedekt door kransen van H.M. de Koningin, van de Koningin-Moeder en van den Prins, maar daarachter liepen de president-curator van een rijksuniversiteit en een stoet hoogleeraren, onder wie drie katholieke professoren, terwijl een te goeder naam en faam bekend staand katholiek medicus de Katholieke Artsenvereeniging vertegenwoordigde. Wij leggen geen nadruk op de koninklijke belangstelling: dat zij bij dit overlijden werd betoond lag in den aard der zaak. Dat zij tot uiting kwam bij de crematie, kan een gevolg zijn geweest van het feit, dat men deze niet had voorzien. Ware dit wel het geval geweest, er zou een rare situatie ontstaan voor de Regeering, welke nog altijd geacht moet worden op de eerste plaats zelve de wetten des lands te handhaven. Evenmin beklemtonen wij de aanwezigheid der katholieken, wat den strikt godsdienstigen kant der zaak betreft: de heeren kunnen gerechtvaardigd zijn geweest op een, ons onbekende wijze en om ons uiteraard onbekende redenen.
Maar wel vragen wij aandacht voor de juridische zijde der zaak. Lijkverbranding is nog altijd — om geen sterke woorden te gebruiken — niet in overeenstemming met de wet. De wet eischt begrafenis. En hier zien wij toch eigenlijk wetsschennis en de burgemeester van een onzer grootste steden, mitsgaders een heele rij hooge dienaren van den Staat, allemaal behoorlijke burgers, doen alsof er iets volkomen normaals geschiedt. Er is geen beter middel om den eerbied voor de wet te ondermijnen, Er is ook geen zekerder middel Dm een wet en een in de wet neergelegde gewoonte terzijde te stellen. Sinds het rekende arrest van 1915 hebben wij al verschillende opzienbarende crematies beleefd. Maar die van wijlen Kouwer was om meer dan één reden toch wel heel bizonder. En zij doet met nadruk den eisch stellen, dat de wetgever de Begrafeniswet aanvull  en ófwel de crematie expliciet verbiede of haar facultatief stelle. Wat nu geschiedt, gebeurt in fraudem legis en dat de eerste burgers van den staat permanent aan zulk een fraus meewerken, is toch en beetje al te bar.”
De Avondpost heeft dit protest van de Maasbode overgenomen, en daar het vollende onderschrift bij geplaatst.
De Maasbode zal goed doen, het volle tewicht van de zaak te leggen ter plaatse, raar de volle schuld is. Namelijk, bij verschillende achtereenvolgende regeeringen, te verzuimen, willens en wetens om politieke redenen (namelijk met het oog op e verdeeldheid, aangaande deze zaak ter achterzijde bestaande) verzuimen, om de wijziging der Begrafeniswet aan de orde of stellen. Zij, die deze wet „overtreden”, ie haar „schenden”, hebben niet de allerminste schuld: hier is alleen formeele en een moreele wetsschennis, omdat de crematie in het rechtsbewustzijn van de meerderheid des volks zonder eenigen twijfel toelaatbaar is en gerechtvaardigd. lier is dus een voorbeeld, dat de volksovertuiging een wet ter zijde stelt, die verkillende regeeringen om politieke redenen ongewijzigd hebben gelaten.
En dit laatste niet het minst vanwege de te verwachten oppositie van de katholieken.
Want wijziging van de Begrafeniswet alleen denkbaar door toelating van de crematie. Verbod hiervan is ten eenenmale onmogelijk geworden, Zondagswet en Begrafeniswet zijn twee slachtoffers van de politiek in ons land.”
De Avondpost zegt hier helaas pijnlijke dingen aan het adres van de rechterzijde. wij wisten dat deze dingen inderdaad of zijn, maar als wij ons dan over één ding diep te verootmoedigen hebben, is :t zeker toch wel over het feit. dat wijze dingen weten, dat wij de verbranding van christelijk standpunt uit individueel veroordeelen, en dat wij des niettegenstaande den moed missen om deze zaak aan te pakken.
Hetzelfde geldt van de Zondagswet. De algemeene overtuiging is, dat de Zondagswet veranderd is en geen dienst meer en kan in de tegenwoordige samenleving. Wij zien dat de ontheiliging van den dag des Heeren hand over hand toeneemt, en de Zondag ontaardt in een dag van publieke vermakelijkheden.
De. sportwedstrijden worden op Zondag gehouden en zijn telkens oorzaak dat de renloop moet uitgebreid worden. Optochten en demonstraties worden meest op Zondag gehouden en maken het voor de kerkgangers zeer bezwaarlijk hun kerkgebouw te bereiken.
Met den eersten dag der week, als dag des Heeren wordt in ons openbare leven hoe langer hoe minder gerekend.
Is men voornemens aan deze dingen niets meer te doen, laat men het ons dan eerlijk zeggen; dan weten wij, waar wij .op het terrein van de christelijke politiek aan toe zijn.

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1933

De Wekker | 4 Pagina's