Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Chr. Geref. Onderwijzers(essen)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Chr. Geref. Onderwijzers(essen)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het tweede Paaschcongres uitgeschreven door de Vereen, voor Chr. Geref, Schoclonderwijs in Nederland was niet zoo druk bezocht als het eerste. Dat was jammer, want het was een aangename en leerrijke dag.
Het Congres stond onder leiding van den weleerw. Heer Ds S. v. d. Molen.
In zijn openingswoord noemde hij het congres een bemoediging in den strijd onzer dagen voor de zuivere Chr. Geref, beginselen. Hij durfde hopen, dat de vruchten belangrijk mogen zijn, niet slechts voor de leden zelf, maar ook voor de geheele Chr. Geref, Kerk. De wensch wordt uitgesproken dat de kracht van het kruis van onzen Heere Jezus Christus (geen partijsymbool als het hakenkruis) steeds meer mag worden ervaren en de Heere ons allen gebruiken wil, om de overwinning van dat kruis, inzonderheid onder de jeugd te bevorderen.
Ds N. Brandsma van Bunschoten hield vervolgens een referaat over; „Kerk en Opvoeding", waarbij hij de taak der Kerk tegenover de opvoeding wilde zien, Ie. historisch belicht; 2e. thetisch uiteengezet en 3e. practisch uitgevoerd.
Allereerst ging Spr. na, hoe, tijdens de Reformatie, toen de Bijbel weer spreken ging, het Convent van Wezel (1568) al sprak van verband tusschen Kerk en School.
Nadere regelingen gaven de Haagsche Synode (1586) en de Synode van Dordrecht (1618—'19), De school was wel staatsschool, doch practisch had de Kerk voorloopig de meeste zeggenschap. In de 18e eeuw verlaat de school den bijbelschen bodem, in de 19e eeuw ziet men geen terugkeer en" daarna ontbrandt de schoolstrijd,
De Synode van Middelburg der Chr. Afgesch. Kerk (1869), sprak zich uit voor de school, welke uitgaat van de ouders, onder toezicht van de Kerk. De Groningsche synode van 1872 sprak zich uit in denzelfden geest, terwijl de synode van Apeldoorn (1928) deze uitspraak heeft gedaan: De Synode dringt er op aan bij al onze gemeenten, waar mogelijk, over te gaan tot stichting van Christ. Geref. scholen".
Na deze historische toelichting gaf Spr. een thetische uiteenzetting van zijn onderwerp. Allereerst bepaalde Spr, het begrip Kerk nader, om vervolgens de taak der Kerk ten opzichte van de opvoeding van het opkomend geslacht te belichten. De Kerk heeft ten deze een roeping door de prediking en door de catechisatie, wat nader wordt uiteengezet. Op dit punt van opvoeding grijpen huisgezin en Kerk in elkaar. Daarna dient de Kerk zich van haar roeping bewust te zijn ten opzichte van de school.
Spr. wees verder op de noodzakelijkheid van kerkelijk toezicht op de school. Vooral moet de Kerk waakzaam zijn in plaatsen, waar zich geen Chr. Geref. school bevindt. Onze kinderen zijn dan genoodzaakt een niet Chr. Geref. school te bezoeken. We hebben ons dan te overtuigen, dat den kinderen niets wordt geleerd wat tegen de H. S. ingaat en zoo dit het geval is, hebben wij ons daartegen te stellen. Bijv. het gebeurt, dat men de kinderen op de school houdt voor wedergeboren en dat zij zichzelf ook alzoo hebben te beschouwen. Meer nog. 't Zou mogelijk zijn, dat bij het onderwijs in de kerkgeschiedenis de Chr. Geref. Kerk een scheurkerk wordt genaamd, omdat zij in 1892 niet met de vereeniging van Doleerenden en Afgescheidenen is meegegaan. De Kerk heeft hier de roeping om op de catechisatie uit te rukken wat op de school aan onkruid is geplant.
Spr. stond nog stil bij de taak, die de Kerk heeft ten opzichte van het vereenigingsleven en bij de practische uitvoering van hetgeen waartoe de gemeente des Heeren is geroepen in de predikatie en op de catechisatie. Er zij ook geregeld contact met het huisgezin.
Spr. ging vervolgens nu, hoe het in de practijk staat met het verband tusschen Kerk en School. Kerkelijk toezicht achtte Spr. practisch uitvoerbaar, wat nader werd toegelicht, Spr. wees ten slotte nog op de taak, die de Kerk practisch heeft uit te oefenen ten opzichte van het vereenigingsleven.
In de middagvergadering sprak de heer A. J. de Geus van Dordrecht over „Het Boek der Natuur". Dit onderwerp werd behandeld in verband met onderwijs en Opvoeding, waarbij referent ontwikkelde
1e. Een eenzijdig intellectualisme heeft hierbij niet tot het doel gevoerd.
2e. Desniettemin heeft de lezing van het Boek der Natuur waarde voor de intellectueele vorming.
3e. De aesthetische opvoeding maakt evenzeer aanspraak op waardeering.
4e. De ethisch-religieuse waarde.
Aanvangende met een beroep op Art. 2 der Ned. Geloofsbelijdenis wees referent er op, dat vooral moet worden heengewezen naar de Bron van leven, kracht, licht; naar God als Auteur van het Boek der Natuur. Hij wekte er toe op vooral te streven naar het wekken van bewondering van de heerlijkheid der Natuur, waarbij enkele voorbeelden van natuur-curiosa en-preciosa ter illustratie gegeven werden.
Voorts werd gewezen op de klachten aangaande overdreven bevordering van het intellect, dat ook op natuurwetenschappelijk gebied zoo veelszins den boventoon voerde. Het nut echter van een door middel van het intellect benaderen der natuur mag niet worden genegeerd. De voorstellingen en begrippenschat wordt uitgebreid, het genetisch en causaal denken vindt hier veel materiaal.
De aesthetische ontwikkeling is eveneens eisch van een harmonische vorming. Vooral verstikke men niet het spontaine gevoel voor het schoon der natuur, dat soms ongedacht aanwezig blijkt.
De natuur zij ons bovenal afdruk van de eeuwige kracht, wijsheid, Goddelijkheid van den Schepper, De onderwijzer dient dit uit geloofsovertuiging te beseffen. Referent wees op enkele middelen om tot het doel te geraken, deed de Christelijke natuurbeschouwing uitkomen tegenover verschillende natuurphilosophische stelsels en wees tenslotte op de suprematie van Gods Word.
Alsnog hoorde de vergadering een causerie over: ,,Eèn blik in 't schoolleven van Harmke op 't platteland", gelezen door Mjej. L. Hinsen van Enschedé, waarin op eenvoudige wijze het treurige leven geschetst werd van een achterlijk plattelandskind, vooral wanneer het straks groot zal geworden zijn, Gelukkig, dat ook in zoo'n leven wij mogen brengen de boodschap van het Evangelie.
Na een slotwoord van den voorzitter ging het congres uiteen na dankzegging door Ds Brandsma.

E. V. W.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Chr. Geref. Onderwijzers(essen)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 mei 1933

De Wekker | 4 Pagina's