Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben reeds een paar artikelen aan het kerkelijke leven van Duitschland gewijd en daarin gewezen op het gevaar, dat het protestantisme van de zijde der Regeering bedreigde. Want voor het Derde Rijk was de tegenwoordige verdeelde protestantsche kerk onaanvaardbaar. In het Derde Rijk staat alles in het teeken van de „Gleichschahung" d.i. gelijkmaking. De politieke partijen hebben zich deels vrijwillig, deels gedwongen ontbonden, alleen de Duitsch Nationale onder leiding van Hugenberg handhaaft zich nog tegenover de Nationaal Socialistische Arbeiderspartij; de sociale partijen zijn voor een groot deel opgelost in de groote Nationale arbeiderspartij. Het was te voorzien, dat de Rijksregeering aan de onderling verdeelde kerken te verstaan geven zou, dat zij zich zoo spoedig als mogelijk was, hadden op te lossen in een groote alles omvattende Rijkskerk, met een Rijksbischop aan het hoofd.
Die wenk is inderdaad gegeven. Hitler heeft den veldprediker Muller aangewezen, om de besprekingen daarover te voeren, en deze heeft met een drietal vertegenwoordigers. Dr Kapler, bisschop Dr Marahrem en Ds Hesse, deze laatste namens de Gereformeerde kerken in de teruggetrokkenheid van het klooster Loceum aanvankelijk in harmonische samenwerking met Hitlers gevolmachtigde, een kerkelijke grondwet tot stand gebracht, welk als een document van historische beteekenis beschouwd kan worden. In „De Nederlander" die in de laatste weken over deze onderhandelingen waardevolle inlichtingen gaf, verscheen dezer dagen van den Berlijnschen correspondent een brief, die naar aanleiding daarvan het volgende schreef: „Het is van ingrijpend belang, dat na eene versplintering van ruim 4 eeuwen, de Duitsch Evangelische kerk als eenheidsbegrip weer naar voren treedt. Wij zullen er met de Duitsche Christenen niet over vechten, of de naam Rijkskerk meer aanbeveling verdiend zou hebben en al evenmin verdiepen wij ons met dr Hossenfelder in het vraagstuk, of de van Koningsbergen naar Berlijn ontboden ds Muller meer aanspraak op de hoogste kerkelijke functie kon maken dan ds Bodelschwing.
Veel belangrijker vinden wij het, dat de veelheid der Duitsche landskerken voorgoed tot het verleden behoort. Oorspronkelijk bestonden er in Duitschland 28 zulke „Landeskirchen" en de groote moeilijkheid eener onderlinge samenwerking lag in verschil van belijdenis: luthersche, gereformeerde en vooral „unierte" kerken omvatten met 'n groot aantal secten het evangelische christendom in Duitschland. Het is de moeite waard, eens na te gaan, hoe deze verschillende confessies verdeeld waren: luthersch zijn de landskerken in Hannover, Sleeswijk-Holstein, Zuid-Beieren, Saksen, Wurtenberg, Thuringen, Reuss oudere linie, Mecklenburg-Schweringen, Mecklenburg-Strelitz, Oldenburg- Lübeck, Brunswijk, Schaumburg-Lippe. Lübeck en Hamburg. Overwegend gereformeerd is Hannover, Gereformeerde en luthersche gemeenten omvatten Frankfort a. d. Main en Lippe. Gereform. Luthersche en "unierte" gemeenten omvatten Hessen-Kassel en de vrijstaat Hessen. Gereformeerde, luthersche en evangelische gemeenten vindt men in Bremen, „Uniert" dus luthersch en gereformeerd, maar meestal overwegend luthersch zijn de landskerken in Oud-Pruisen, Nassau, Palts, Baden, Oldenburg-Birkenfeld, Anhalt, Waldeck-Pyrmont. Voorts behooren tot den Duitschen Evangelischen Kerkelijken Bond de Broedergemeenten van Herrnhut, en den Bond van vrije evang. en gereform. gemeenten in Duitschland. De opperste leiding van al deze kerken berustte sedert de scheiding van kerk en Staat bij den Duitschen Evangelischen Kerkelijken Bond, die pas kort geleden zijn tienjarig bestaan mocht herdenken. De loopende zaken werden behartigd door den Kirchenbundesrat, een constructie uit den tijd, toen het feedralisme hoogtij vierde.
De nieuwe kerkelijke grondwet brengt hierin verandering; zij erkent nog slechts één enkele Duitsche Evangelische kerk, welke onder leiding staat van den lutherschen bisschop. De rijksgedachte der nationale eenheid en het beginsel van den „Führer" komen hierin tot uiting. Het parlementair systeem beantwoordde ook hier niet aan de oorspronkelijke verwachtingen en moest plaats maken voor een sterkere leiding in het kerkelijk leven. Het spreekt vanzelf, dat hierdoor de landskerken niet verdwijnen en dat ook in de toekomst haar oorspronkelijke rechten gehandhaafd blijven.
Kleinere kerken daarentegen, welke door den historischen loop allang haar zelfstandig bestaansrecht verloren hebben, worden opgeheven. Bijzonderheden omtrent de nieuwe indeeling zullen thans weldra worden bekend gemaakt. Men verzekerde mij, dat landskerken, welke sedert eeuwen met den volksgeest van een bepaald land nauw verbonden zijn, onaangetast zullen blijven.
Bij zijn veelomvattenden arbeid wordt de rijksbisschop bijgestaan door een geestelijk ministerie en ook bij deze formatie wordt rekening gehouden met de luthersche, evangelische en „unierte" richting. Het gereformeerde lid van dit kerkelijk ministerie — aldus verzekerde men mij — zal groote volmachten ter beschikking hebben, om de belangen zijner gemeenten te behartigen.
Wanneer het erbij blijft, dat deze Friedrich von Bodelschwing de eerste rijksbisschop in het derde rijk wordt, dan kunnen wij overtuigd zijn, dat 't niet om persoonlijke macht of invloed, om een staat in den staat te doen is. De spreuk, welke tijdens de laatste verkiezingen en ook in de eerste dagen der nationale herleving overal op straat te lezen viel is hier van gelding; algemeen belang gaat boven eigen belang!
Wij betreuren het ten zeerste, dat ds Muller als vertrouwensman van den kanselier zich heeft laten overhalen tot een radiovoordracht, welke een scherp protest beteekende tegen Bodelschwing's benoeming als rijksbisschop. Niet zonder ontzetting hoorden wij hem bij die gelegenheid zeggen:„De kerkelijke overheid heeft de stem van God niet in zich opgenomen! Het evangelische kerkelijke volk wenscht een kerk, welke den moed bezit, zich over te geven aan een volk tijdens een nationale revolutie. De rijksbisschop moet een man zijn, wiens naam een echo beteekent voor onze strijdende scharen, een man, wien het gansche baanbrekende volk met kloppend hart tegemoet snelt!"
Stel hier nu eens tegenover het „Woord van den rijksbisschop von Bodelschwing aan de Evangelische Kerk van Duitschland:„Nog eenmaal heeft God aan ons volk de mogelijkheid geboden, uit de diepte van onzen tijd den weg te vinden naar een betere toekomst. Bij zulk eèri wending in het lot is ook de Christenheid tot hervorming geroepen. Ik heb het ambt als bisschop niet begeerd, maar ik volg den weg der gehoorzaamheid. Wanneer de verantwoordelijke mannen der kerk mij hebben geroepen uit mijn werk voor armen en zieken, dan ligt de weg voor mij, dien ik ook verder zal moeten gaan. Dat is de weg der diaconie. Wanneer het aan mij lag, dan zou ik liever rijksdiaken dan rijksbisschop zijn. Maar het gaat immers niet om den naam? Zijn naam heeft dit ambt door een wil, die niet wil heerschen maar dienen, in deemoedige navolging van Hem, Die niet gekomen is, om zich te laten dienen, maar om anderen te dienen en Zijn leven te geven voor de verlossing van velen!"
Zoo spreekt rijksbisschop Bodelschwing tot het Duitsche Christenvolk en het is te hopen, dat de Duitsche Christenen hiervan zullen leeren, voordat zij verder onheil aanrichten.
Tot zoover de correspondent.
Afgedacht van den Rijksbisschop, die ons allerminst sympathiek is, maar geheel past in de structuur van het Derde Rijk, gelooven wij toch, dat de kerken haar zelfstandigheid hebben gehandhaafd en niet onder staatsvoogdij gekomen zijn. Wij zouden dat ten minste kunnen afleiden uit het woord van pastor Muller. Hier spreekt wel iets van gekrenkte eerzucht uit. De nieuwe Rijksbisschop is geen aanbidder van Hitler. Dat blijkt duidelijk uit het woord waarmede hij zijn nieuwe ambt heeft aanvaard.
Als nu de rijkskanselier Hitler zich maar met de keuze vereenigt en de Rijkspresident hem benoemd, zullen wij met groote belangstelling de ontwikkeling van deze eenheid volgen met den hartelijken wensch, dat het protestantisme er door tot nieuw leven mag worden gebracht.

d. H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juni 1933

De Wekker | 4 Pagina's