Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Joodsche waan gesterkt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Joodsche waan gesterkt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder dezen titel schreef kort geleden „de Standaard” dit leerzaam woord, dat ons wijst op een teeken des tijds, waarop wij acht hebben te nemen.
„Wij willen eerst zien, hoe de Christenen, in plaats van tegen den waan der Joden in te gaan, dezen hebben gesterkt, en nog bezig zijn dien te sterken. Hier doelen wij op het Chiliasme, op den droom van het duizendjarig rijk. Ter- , wille waarvan ook thans een zoo drukke ! propaganda wordt gedreven, en dat ons politieke leven, d.w.z. de echte Schriftuurlijke politiek, weerstand biedt.
Waarin bestond de groote zonde van het Joodsche volk?
Om die goed in te zien moeten wij letten op den bijzonderen zegen, dien dit volk, een gansch eenige verschijning in de historie, gewerd. Den zegen van het verbond. Waartegenover de vloek des verbonds stond, als Israël zijn roeping niet verstond.
Israëls roeping geschiedde ter eere Gods, en tot behoud van de wereld. God liet zich Zijn wereld niet ontrooven. Na het werk der schepping kwam het groote werk der herschepping, der verlossing door het Woord, dat vleesch zou worden, door den Christus der Schriften.
In het oude verbond nu, verkoos God uit alle volkeren het volk Israël om Zijn Naam te dragen, en Zijn wet te volbrengen. Aan Israël werd het Woord Gods gegeven, De Kerk Gods werd voor een tijd besloten in het nationaal bestaan van Israël, Israël ontving den dienst der schaduwen om het heil, dat kwam, in zijn godsdienstig en nationaal leven af te beelden. Israël werd type van het Koninkrijk Gods, dat eens in volle heerlijkheid alles herstellen zou.
Maar dit alles was niet ter wille van Israël, maar Israël was er om de volkeren.
De Schrift zegt niet, dat God de wereld losliet, haar aan zichzelf overlatende, om Zijn glorie alleen in dat kleine volk te openbaren, maar zij leert ons, dat in Abraham alle volkeren gezegend zouden worden. Hij was niet de vader van Israël, maar de vader der geloovigen.
Zijn roeping was universeel.
Israël had dus de taak, de overwinning van het Koninkrijk Gods af te beelden in heel zijn volksleven, totdat uit dat Israël het Heil der wereld geboren zou worden. De zaligheid is uit de Joden, niet om de Joden.
Als de dienst der schaduwen ten einde was, omdat de vervulling kwam, werd het Oude verbond afgesloten, dat alleen Israël omvatte, om over te gaan in het Nieuwe verbond, waarin alle volkeren, heel de wereld, besloten werd. Dan was Israëls bijzondere roeping geëindigd. Het had zijn taak volbracht. Het voorhangsel scheurde. Aan zijn dienst kwam een einde en de Kerk des Heeren, tot nu in Israëls volksbestaan bewaard, zou ingaan tot alle volkeren, die doopende in den naam des Drieëenigen Gods, hun brengende de prediking en den zegen van het Woord.
Zoo kwam dan het Koninkrijk Gods tot alle volkeren, opdat overal, door heel het leven heen, de zonde zou worden neergeworpen, en de gehoorzaamheid Gods haar rijken zegen zou brengen.

Maar dit nu heeft het Joodsche volk niet willen begrijpen. Het heeft de rollen willen omkeeren. God maakte een strenge scheiding tusschen de wereld en het volk der Joden. Al die volkeren waren er om de Joden, niet de Joden om de volkeren. Het Joodsche volk zou dan ook heerschen over de volkeren. Eens werd dit afgeschaduwd in het rijk van David en Salomo, maar straks zou de Messias komen, en richten het wereldrijk der Joden op. Zij zouden met Hem heerschen.
Het ging niet om de eere Gods, maar om de eere van het zaad van Abraham, om de kinderen van het verbond, met Israël eens gesloten.
De Jood stond in het centrum. Voor hem was de erfenis.
Het ging in de wereldhistorie eenig en alleen om de glorie van het Joodsche volk. Dat was de waan der Joden.
En om dien waan keerde het Joodsche volk zich tegen de prediking van Johan-nes den Dooper, en daarna met nog grootere vinnigheid en woede tegen den Christus der Schriften.
Had Hij willen toegeven aan dien waan, het Joodsche volk zou voor Hem het kruis niet hebben gevraagd. Hij zou met grooten jubel zijn ontvangen.
Maar nu Hij tegen dien waan inging — die zelfs tot het laatst ook nog leefde bij de discipelen, getuige hun vraag, even vóór de hemelvaart des Heeren, toen Hij het woord niet van den Joodschen Schriftgeleerde, maar van Zijn Vader bracht — toen kwam de wilde haat op, en vervolgde het Joodsche volk den Heiland der wereld.
Dit spreekt nu zóó duidelijk uit Schrift en historie, dat het steeds weer verwondering wekken moet, dat in Christus’ Kerk er altijd zijn geweest, om dien waan der Joden te voeden.
Natuurlijk niet op de Joodsche wijze, en naar Joodschen smaak. Maar toch wel zóó, dat het in de toebrenging van de volkeren tot de Kerk des Heeren altijd weer voornamelijk om de Joden gaat. Zij zijn het verkoren volk. Israël blijft het beloofde land, Jeruzalem de stad waar de Christus, als Hij wederkomt, Zijn koninkrijk zal oprichten. Dan breekt de groote dag van het Rijk van Christus aan, waarin Zijn kinderen met Hem als koningen zullen heerschen.
Terwijl al de profeten des Heeren tegen dien waan der Joden zijn ingegaan, en daarom werden vervolgd en gedood door hun eigen volk, wordt door deze Christenen heel hun profetie naar den Joodschen waan verklaard.
Voor den arbeid van de Christelijke Kerk onder de volkeren op alle gebied van het leven wordt het oog gesloten. De zegen van de Christelijke politiek wordt voorbij gezien. De werking van het Koninkrijk Gods niet op haar volle waarde geschat. Maar er is aanstonds geestdrift, als het Zionisme, dat geheel uit den geest der revolutie opkomt, doende is, om den ouden droom van een aardsch Joodsch rijk te verwerkelijken. Men vraagt dan: zou nu het duizendjarig rijk eindelijk komen?
Dit Chiliasme nu stelt feitelijk het Joodsch besef tegenover het getuigenis des Heiligen Geestes; het staat principieel tegenover de belijdenis der vaderen.”
Het breekt den invloed der Christelijke Kerk op het leven der volkeren.
Het ziet den zegen van het Nieuwe verbond voor die volkeren voorbij, en het moet dus, ook ter wille van een vruchtdragende, waarlijk Christelijke, d.w.z. Schriftuurlijke politiek, met kracht worden weerstaan.
Tot zoover „de Standaard”.
Die dit stuk met aandacht leest, zal daardoor overtuigd worden, dat het Chiliasme wel degelijk fundamenteele stukken der waarheid aantast, ‘t Gaat om de vraag: Is het genadeverbond met Abraham een eeuwig verbond, onder de O.T. bedeeling met Abraham en zijn zaad en onder N.T. bedeeling met de Kerk waarin heidenen en Joden zijn, of een verbond alleen met de Joden, dat ophield met de Nieuwe bedeeling, maar straks weer hersteld wordt in Jeruzalem met Jezus als de Koning der Joden?

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1933

De Wekker | 4 Pagina's

De Joodsche waan gesterkt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1933

De Wekker | 4 Pagina's