Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Art. 80 D.K.O. Afzettingswaardige zonden (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Art. 80 D.K.O. Afzettingswaardige zonden (II)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Openbare scheurmaking geeft in de tweede plaats grond voor afzetting. Zij heeft plaats, wanneer men zich afscheurt van eene kerk, die nog getrouw de waarheid der H. Schrift handhaaft, doch in eeredienst of kerkregeering enkele afwijkingen heeft. Ten voorbeeld van openbare scheurmaking is de geschiedenis der scheuring te Noordwijk aan Zee in Mei 1890, Wat daar geschiedde? Enkele afgescheidenen of leden der Christ. Geref. kerk aldaar waren uit die kerk uitgegaan om te gaan doleeren. Drie kerkeraadsleden der Christ, Geref. kerk, zich noemende ambtsdragers der Geref, kerk te Noord-wijk aan Zee", zonden een schrijven aan den kerkeraad der Herv. kerk aldaar om het synodale juk af te werpen. Die drie kerkeraadsleden scheurden zich dus los van de kerk der scheiding om een doleerende gemeente te vormen. Deze scheuring werd door Dr A, Kuyper verdedigd en op welken grond? Was de Christ. Geref. kerk aldaar afgeweken van de waarheid? Wel neen, maar de Christ. Geref. kerk had toen nog het reglement van 1869. En op dien grond, was volgens Dr K. de scheuring geoorloofd. De Heraut van 20 Juli 1890 schreef toen „een andere kijk op Noordwijk aan Zee", en verdedigde daarin de afscheiding van de Christ. Geref. kerk. Immers volgens Dr K. had de Christ, Geref. kerk een collegiale strop om den hals, n.l. het reglement van 1869, en daarom schreef de Heraut:
„Wie het verkeerde inziet van het leven onder" zulk een reglement, mag er niet onder blijven en die doet wel, zoo hij er van onder uit gaat.
Hier wordt het verlaten van eene zuivere kerk, alleen omdat zij een reglement bij de Regeering had ingezonden, waarin zij zeide te leven naar de D.K.O. door de Heraut een wel doen genoemd, dus openbare scheurmakerij verdedigd.
Toen echter in 1892 een deel der Christ. Geref. kerk niet mede kon gaan met de Vereeniging te Amsterdam met de doleerenden gesloten, werd dit uitgekreten als scheurmakerij. En toen ging het niet om een reglement, maar om de waarheid. Ernstig drongen de broeders, die bezwaar hadden tegen de Vereeniging, in hun „Bezwaarschrift" aan de Synode van 1892 gezonden er op aan, nog niet te vereenigen, met deze woorden: „En eindelijk is het ons een overwegend bezwaar voor gereformeerd te erkennen, wat door voorgangers der doleerende kerken in den laat-sten tijd in het publiek is uitgesproken en geleerd omtrent de Wedergeboorte en den Heiligen Doop".
Hier ging het dus om zekere leeringen, die wij niet voor gereformeerd konden erkennen, leeringen, waarvan de synode der Geref. kerken in 1896 uitsprak, dat zij daarin volkomen vertrouwen stelde en die in 1905 synodaal bekrachtigd zijn in de conclusies van 1905, „dat het verbond de wedergeboorte onderstelt". Daarbij, in 1892 hebben wij ons niet afgescheiden van de Christ. Geref. kerk, maar zijn wij ge~ bleven op het oude standpunt en heeft een groot deel der oude Chr. Geref. kerk zich opgelost in een nieuwe kerkengroep, die zich de Geref. kerken noemde. Wat in 1890 scheurmakerij was, noemde de Heraut geoorloofd, terwijl drie Chr. Geref. predikanten van -de classis Leiden ver-klaarden: wegens trouwelooze verlating huns ambis en scheurmakerij naar Art. 80 D.K.O. zijn de 3 kerke raadsleden uit hun ambten ontzet, omdat zij in “t geheim een tegenkerk hebben georganiseerd. Wat in 1892 gewetensplicht en trouw aan de waarheid was, werd voor scheuring uitgekreten. Laten wij toch de feiten niet verdoezelen en toch niet mede zingen in het koor: „God wil het", zooals thans geroepen wordt door hen, die de beginsel-verschillen niet zien of willen zien en het verschil tusschen ons en de Gereformeerden alleen toeschrijven aan de leidslieden in de Chr. Geref. kerk, die het Chr. Geref. volk verkeerd voorlichten. Evenals eens eene socialiste schreef, dat deugd en ondeugd stuivertje hebben gewisseld, zoo is dat thans geschied met trouw aan de waarheid en scheurmakerij. De trouw aan de waarheid en “t pleiten voor onze beginselen heet thans „de beschuldigingen. waarmede „de Wekker" het Geref. volk uiteen blijft drijven" en de scheurmakerij van 1890 te Noordwijk noemde de Heraut eene geoorloofde, zelfs verplichte afscheiding van de Christ. Geref. kerk. Maar de D.K.O. zegt: Scheurmaking is grove zonde.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1933

De Wekker | 8 Pagina's

Art. 80 D.K.O. Afzettingswaardige zonden (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1933

De Wekker | 8 Pagina's