Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Theologische School

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Theologische School

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dinsdagmorgen 19 September had de opening van den nieuwen Cursus 1933/'34 plaats. Te 10.30 uur opende de Voorzitter van het Curatorium, Ds W . Bijleveld, het samenzijn met gebed en het lezen van Psalm 4, nadat gezongen was Ps. 84 : 3.
Een hartelijk welkom werd toegeroepen aan Hoogleeraren en studenten bij den aanvang van het nieuwe studiejaar. Eveneens werd welkom geheeten Ds Jongeleen, benevens een drietal afgevaardigden van den Kerkeraad van Apeldoorn, en verdere belangstellenden.
Spr. verbindt zijn Openingswoord aan den voorgelezen vierden Psalm, een Avondzang door David gedicht, als hij terugdenkt aan een donker en somber tijdperk in zijn veelbewogen leven. Den tijd waarin hij als koning verstoken was van den troon, als Vader door zijn eigen zoon werd achtervolgd.
Spr. ziet David, gevlucht naar het Overjordaansche, met zijn weinige getrouwen beraadslagend in de veldheerstent. Aan raadgevingen ontbreekt het den Koning niet. In en buiten de tent wordt menig plan geopperd, maar tot een oplossing komt men niet. Velen zeggen: .,Wie zal ons het goede doen zien?" Dan heeft David zelf echter de oplossing, die hij neerlegt in de afhankelijke bede: „Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere".
Hij ziet niet op zijn mannen, verwacht het niet van eigen kracht en inzicht, maar richt den blik naar omhoog, vanwaar hij weet, dat zijn verlossing dagen zal. Want David weet het uit de ervaringen van zijn leven: „Die U wachten, dekt nooit schaamt'."
Staande aan het begin van den nieuwen cursus, past het ons Gode te danken, dat Hoogleeraren en Studenten, na een tijd van rust, weer met vernieuwden ijver den arbeid aan de School mogen hervatten. Spr. uit den wensch, dat ook Prof. Wisse, die nu nog in het schoone Insulinde vertoeft, spoedig weer in welstand tot zijn arbeid mag terugkeeren.
De tijdsomstandigfieden zijn donker en moeilijk. Ook thans is veler vraag: „Wie zal ons het goede doen zien?" Moge ook aan onze Theol. School steeds de bede oprijzen: „Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o Heere!"
Onder het zingen van Psalm 68 : 17 betrad de aftredende Rector, Prof. J. J. V. d. Schuit, het spreekgestoelte, om zijn rectorale rede uit te spreken. Deze rede stond in het teeken van de ophanden zijnde Herdenking der Afscheiding. Spr. bepaalde zijn gehoor bij het onderwerp:

Hendrik de Cock, de Vader der
Scheiding, naast Luther en Calvijn.

Een drietal vragen werden gesteld en beantwoord:
Mag deze plaats aan Hendrik de Cock worden gegeven?
Moet deze plaats aan Hendrik de Cock worden gegeven?
Blijft deze plaats aan Hendrik de Cock gegeven?
Nu deze rede in brochure vorm verschijnen zal hopen wij zeer, dat zij onder veler oogen zal komen. Zij is het ter wille van de zaak, waar het om gaat, waard.
Na deze rede werden de lotgevallen der school gedurende den Cursus 1932—1933 gememoreerd.
Hierna droeg de aftredende Rector in hartelijke bewoordingen het Rectoraat over aan Prof. G. Wisse, die voor den komenden cursus als Rector zal optreden. Bij ontstentenis van dezen zal Prof. J. W . Geels als pro-rector het Rectoraat waarnemen.
Prof. J. W . Geels dankt den afgetreden Rector voor den arbeid in het belang van Kerk en School, die hij in het afgeloopen jaar met Gods hulp heeft mogen volbrengen, inzonderheid voor het goede woord in dezen morgen beluisterd. Het was een principieel woord, waarin de zuivere richtlijnen werden naar voren gebracht. Spr. verzoekt dan ook, dat Prof. v. d. Schuit zijn rede in druk zal laten verschijnen.
Het was een goede ure, en een kostelijk woord, dat werd beluisterd. Zegene de Heere Hoogleeraren en Studenten met de keur Zijner zegeningen in Christus Jezus.
Met het zingen van Psalm 102 : 9 en dankzegging door Prof. v. d. Schuit werd het samenzijn besloten.
De cursus vangt aan met 23 studenten, waarvan 14 in de letteren en 9 in de Theologie. (Eerste jaar Theol. 5, tweede jaar 3 en 1 semi-candidaat).
Bij de sluiting van den vorigen cursus werd tot Praetor gekozen de Weled. Heer J. van Dijken, Prins Mauritslaan 15, Apeldoorn, tot wien de Kerkeraden zich gelieven te wenden met eventueele verzoeken tot het laten optreden van een student.

De Secretaris van het Curatorium.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Theologische School

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1933

De Wekker | 4 Pagina's