Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche Brieven

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder het beeld van „Noach’s dagen” teekent Jezus den dag Zijner toekomst. De tijd, die voorafging aan den Zondvloed, kenmerkte zich door grenzelooze lichtzinnigheid en zorgeloosheid. De goddeloosheid der booze menschen riep tot den hemel om wraak. De wereld droomde van geen gevaar, totdat op eenmaal de fiolen van den toorn Gods werden uitgegoten, en de wateren van den vloed het verderf brachten over de ontzinde wereld.
Een blik rondom ons — en we huiveren op het zien van de ontbindende macht der gruwelijke zonden. In nog vreeselijker mate voltrekt zich de decadentie, en zien we de wereld zich rijp maken voor het naderend gericht van den Zoon des Menschen. De ongerechtigheid neemt hand-over-hand toe. Het huisgezin wordt ondermijnd, de heiligheid van het huwelijk ontwijd. De atmosfeer van het maatschappelijk leven is verpest, en het leven der volkeren is doorkankerd van de beginselen der revolutie. Het ongeloof requireert de bestrijders van God en Zijnen Christus uit de kerk, wier muren liggen opengebroken.
Aldus teekent de toekomst van den Zoon des menschen zich steeds scherper af. God is met Zijne gerichten op aarde, maar wie merkt het op? „Laat ons eten en drinken en vroolijk zijn, want morgen sterven wij!”
Naar alle zijden breekt de zondemacht door.
De statistiek meldt ontstellende cijfers, die de toename van het ongeloof schilderen, We blijven alleen maar bij Nederland, en dan ontdekken we, dat bij de volkstelling in 1920 het percentage van hen, die tot geen kerkelijke gezindte behoorden, het sombere getal van 533.714 personen vormde. In 1930 was dit getal gestegen tot…… 1.144.393. In 10 jaren een stijging van 610.679. Om dit ontstellende cijfer nog duidelijker te illustreeren noem ik Amsterdam, waar in 10 jaren het getal van hen, die tot geen kerk behoorden, steeg van 145.590. De Ned. Herv. Kerk aldaar, zag haar ledental slinken van 201.514 tot 160.913; de Gereformeerde Kerken zagen het aantal harer leden terugloopen van 34.997 tot 30.266. Resp. een verlies van leden voor beide kerken van 39.601 en 4.731.
Het kerkelijke leven toont over geheel de linie een teruggang, die wel als een schrikbarend teeken des tijds mag gezien worden.
De ontheiliging van het huwelijk door echtscheiding, laat een schrikkelijke zedenverwildering zien. In 1920 was het getal van hen, die leven in den staat van echtscheiding, 17.055, in 1930 wees de telling reeds 30.844 aan.
De ontkerstening van ons volksleven draagt wel vreeselijke vruchten. De verwording van het sexueele leven is van zoo groote beteekenis, dat zelfs liberale bladen, die jaren geleden met zedelijkheidsvoorschriften der overheid den spot dreven, dringend om maatregelen roepen tot beperking van het zedebederf. Het is op heden zóó, dat de „bonden tot bescherming van vrouwen en meisjes”, omgezet moeten worden in „bonden tot bescherming van jongens en mannen”. De moderne vrouw, de man-vrouw, heeft zoozeer haar schaamtekleed afgelegd, dat zij een „schrik” voor de saamleving is geworden. De pers doet onthullingen, die een afgrond van zedeloosheid toonen. Zoo las ik; „dit is de vrouw (en hierbij wordt een “zwarte lijst van ondeugden genoemd), „dit is de vrouw, die het kernpunt vormt van het nijpende probleem van onzen tijd. Zij is ’t, die met ’t S.O.S.-teeken op het voorhoofd (maar dit beseft zij zelf niet) door onze saamleving gaat; zij is het, die den natuurlijken afstand tot den man op angstwekkende en gevaarlijke wijze heeft verkleind, de rol der verleiding van hem overnam, en wier lichtzinnige toenadering waarlijk nog wordt verdedigd met de opmerking, dat de verhoudingen tegenwoordig zooveel „oprechter” zijn dan vroeger. Het deserteeren der vrouw van haar natuurlijken post, met verloochening van haar eigenlijken aard en van hare natuurlijke beschroomdheid en reserve, is de jammerlijke terugval van onzen tijd. Het is een decadence, die bewijst, dat de zegetocht van den vooruitgang en der techniek ’t verlies van hooge geestelijke waarden niet vergoeden kan.”
Ik doe slechts enkele aanhalingen uit persbeschouwingen, maar deze mogen voldoende zijn om de ontzettende verwildering van religie en moraal te schetsen.
Arme wereld, die oogst hetgeen zij gezaaid heeft. Zij is begonnen met God en Zijn Woord uit de saamleving te bannen, maar nam daarmede den dam weg, die den vloed van zonde bedwong. Wat afvalt van den hoogen God, moet zinken. Een ontredderde wereld, die zoo trots ging op wetenschap en kunst, op cultuur en techniek. Hoe troosteloos en hopeloos de wereld tegenover haar schreinend leed staat, blijkt op de meest ontroerende wijze.
De wereld-wijsheid heeft gedoceerd; „als het leven een last wordt, moet men den zedelijken moed hebben, dien last af te werpen.”
Deze theorie wordt heden wèl in practijk gebracht. In Duitschland, vergiftigd door mannen als Nietzsche, vermeldt de statistiek, dat in 1925 niet minder dan 10982 mannen en 4291 vrouwen zelfmoord pleegden. Dit getal steeg in 1931 tot 13314 mannen en 5491 vrouwen, die vrijwillig den dood zochten.
Een wereld vol ellende.
„Als in de dagen van Noach!”
Het wereldgericht nadert. De Rechter staat voor de deur. Zijn oordeelen zijn als zoovele bazuinstooten, die Zijn toekomst melden.
De Kerk heeft een roeping voor dezen tijd, niet minder dan een Noach voor zijn tijdgenooten. Gods kinderen hebben hun licht te laten schijnen te midden van een krom en verdraaid geslacht. Helaas! We verbeuzelen den kostbaren tijd te veel in eindelooze twisten en haarkloverijen, terwijl een arme wereld rondom ons dieper wegzinkt in jammer en ellende.
Laat in het leven van den geloovige en van de Kerk toch meer het beeld openbaar worden van Hem, die gekomen is om te zoeken en zalig te maken wat verloren is.
Hierin ligt het geheim van den zegen zoo voor kerk als wereld.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche Brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1933

De Wekker | 4 Pagina's