Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche Brieven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche Brieven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het zal weldra een eeuw geleden zijn, dat de Kerk der Afscheiding zich los-maakte uit het verband van het Ned. Herv. Genootschap. De „Acte van Afscheiding”, ‘t document van haar eerst-geboorterecht, beschrijft het reformatisch beginsel, dat haar brachi tot deze daad des geloofs. Niet minder dan in de 16e eeuw, ging het in 1834 om het gezag van Gods Woord. Onder invloed van het rationalisme had de Haagsche Synode, in wezen en optreden onkerkrechtelijk, in 1816 de deur geopend voor een leervrijheid, die het Woord Gods aan den willekeur van den mensch prijs gaf, en de belijdenis verkrachtte. De geest, dien de Nationale Synode in 1618—1619 krachtig had bestreden en uitgebannen, kwam tot heerschappij. Onder de leuzen „verdraagzaamheid” en „vrijheid”, werden de ge-reformeerde belijders het zwijgen opge-legd, Voor de Dordtsche Kerkorde kwamen de „Kerkelijke Reglementen”, die de vrijheid der modernen moesten waarborgen, maar als zoovele ketenen waren voor hen, die de „waarheid, welke naar de godzaligheid is” voorstonden. Tegen dit collegialistisch regiem rees verzet, de roep tot gehoorzaamheid aan het gezag van Gods Woord werd steeds luider, totdat het kerkelijke conflict zich toespitste in de reformatie van 1834.
Het ontbrak na deze kerkelijke gebeurtenissen niet aan pogingen in de Herv. kerk tot reorganisatie en herstel. Dit ver-schijnsel zien we ook in de Roomsche kerk na de Hervorming. Krachtig werden de handen ineen geslagen om de kerk uit hare ellende op te heffen. Dit streven vormt een groote bladzijde in de geschiedenis der Herv. kerk, Maar men behoeft geen profeet te zijn om te voorspellen, dat alle pogingen geoordeeld zijn te mislukken. Vooreerst is daar het bolwerk, de „Kerkelijke Reglementen”, dat alle aanvallen heeft weerstaan. Men mag wel protesteeren, alleen men moet zich onthouden van daden, die in strijd zijn met de Reglementen. Maar een ander bedenkelijk verschijnsel is, dat zij, die roepen om kerkherstel, het volstrekt met elkander niet eens zijn in betrekking tot de manier waarop dit moet geschieden. Denkt maar aan de tegenstellingen tusschen de Confessioneelen de Gereformeerde-Bonders. Er heerscht onder de bouwlieden een Babylonische spraakverwarring, Eindelijk is er een breede schare, die tot geen prijs van reorganisatie willen hooren, die den huidigen toestand als de meest ideale beschouwen, En zoo leven naast en tegenover elkander de confessioneel en de moderne, de gereformeerde naast den ethische. Er is plaats voor aller-lei levensbeschouwing. Zij, die het Zoon-schap van Christus loochenen, genieten dezelfde rechten als zij, die de leer der Drieëenheid aanhangen. Voor elke richting biedt de kerk onderdak. Tucht over leven en leer kent zij niet.
Zeker, in de Herv. kerk worden er nog vele predikanten gevonden, die om hun persoon en werk door ons hoog worden geacht. Er is binnen de muren der Herv. Kerk een breede schare van kinderen Gods, met wie we ons door het geloof één weten in Hem, in Wien alle tegenstellingen verzoend zijn, Maar het gaat hier niet over personen, maar over de kerk, die naar den maatstaf, in Gods Woord ons gegeven, de kenmerken der Kerk van Christus mist. Het beginsel der Scheiding spitst zich niet slechts toe op het collegialistisch bestuur, waaronder het Herv. Genootschap gekomen is, en waarop de Doleantie inzonderheid haar optreden wilde rechtvaardigen; maar de Afscheiding legde, naar eisch van het reformatisch beginsel, den nadruk op Gods Woord, dat in rechten was ge-krenkt door de invoering der leervrijheid in de Ned. Herv. kerk. Met Gods Woord staat en valt de Afscheiding. Daarin ligt het Schriftuurlijk motief van haar optreden als voortzetting der aloude Gereformeerde Kerk in Nederland.
Om dit standpunt recht te laten weder-varen, wijs ik op een procedure van recenten datum, n.l. het optreden van Dr J. D. de Lind van Wijngaarden, te de Bilt, waardoor diepe ontroering is gewekt onder het gereformeerde volk in en buiten de Herv, kerk. Zooals bekend is, heeft Dr de Lind gebroken met de leer der eeuwige straf, en gelooft hij niet in het bestaan der hel. Hij oordeelt, dat het ver-lossingswerk van Christus zoo groot is, dat in Hem alle gebrokenheid is geheeld. Het einde aller dingen zal zijn, dat ook dood en hel zullen worden te niet gedaan. In hoofdzaak komt zijn dwaalgevoelen hierop neer. Het was schier niet te gelooven, dat een man als Dr de Lind, eens de gevierde prediker van Utrecht, de kampvechter voor de oude beproefde waarheid, dit dwaalgevoelen aanhing, waarmede hij zelfs de theorie der algemeene verzoening overtrof, en zich aan de zijde van het modernisme schaarde. Het „ Gereformeerde Weekblad”, waar-van hij eenmaal de eminente redacteur was, signaleerde dit dwaalgevoelen als „een soort wijsbegeerte, die den waren godsdienst vernietigt”. Het Classicaal Bestuur van Amersfoort, waarbij hij was aangeklaagd, deed een uitspraak naar het humanistisch beginsel, waaruit de Herv. kerk leeft. Den beschuldigers werd ge-antwoord: „In onze Herv, kerk is plaats voor degenen, die zooals u „in het extréme zelfs”, de bijzondere verzoening willen hooren verkondigen, doch ook voor hen, die een ruimer opvatting aanhangen.” Met geen enkel woord werd de H. Schrift als richtsnoer en norm naar voren ge-bracht. Dit zijn droeve dingen, èn ten opzichte van Dr De Lind van Wijngaarden, èn van de Herv, kerk, die zoozeer haar historie en beginsel vergeet.
Maar onbegrijpelijk is, dat zij, die de gereformeerde belijdenis onderschrijven gemeenschap kunnen onderhouden met een kerk, die het gezag van Gods Woord met voeten treedt. Het „Gereformeerde Weekblad” moge veel misbaar maken, het gereformeerde volk in de Herv. kerk staat mede verantwoordelijk voor deze zonden. Woorden moeten door daden bevestigd worden, willen zij geen holle frasen zijn. Neen, men wil den weg der Afscheiding niet op, veroordeelt zelfs het werk van 1834. Men volhardt liever in klagen, gelijk de Joden bij den Klaagmuur te Jeruzalem.
De „Acte van Afscheiding” liet de mogelijkheid van wederkeer open, maar in den weg der bekeering tot Gods Woord, Als het gedenkjaar roept tot oot-moedig herdenken van het werk Gods in de Afscheiding, dan breiden we onze handen uit tot hen, met wie we een even dierbaar geloof hebben ontvangen, en de bede rijze tot den Koning der Kerk:

Breng, Heer’, al Uw gevang’nen weder;
Zie verder op Uw erfvolk neder;
Verkwik het, als de watervloed,
Die ‘t Zuiderland herleven doet.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche Brieven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1933

De Wekker | 4 Pagina's