1934
De afscheiding getypeerd?
In het Hervormd weekblad „de Gereformeerde Kerk” van 9 Nov, jl lazen we eens karakteristiek, hoe een Hervormde de afscheiding beziet: Het blad schrijft:
Wat heeft tot separatie geleid? Is het niet de valsche heiligmakingsleer? Is het niet de vrome mensch, die het niet verstaat, dat de heiligheid der kerk èn van hem zelf niet ligt in den vromen mensch, maar in Christus.
Afscheiding, verscheuring van het lichaam van Christus, het zal het volgend jaar met psalmgezang en onder dankgebed worden herdacht.
Zal het den Vader in den hemel welgevallig zijn? De Zoon bad, dat zij allen één zijn, opdat de wereld geloove, dat Gij mij gezonden hebt.
Het lijkt mij toe, dat deze Hervormde scribent noch van de heiligmaking, noch van de heiligheid der kerk, noch van den Christus als Koning over Zijn kerk, veel begrip heeft.
Wat is er met die woorden van Christus uit het Hoogepriesterlijk gebed al gesold. En in het jaar 1934 zal men het nog niet afgeleerd zijn!
Weer een mooie wensch!
Het zelfde bovengenoemde Hervormd Weekblad laat deze verzuchting horen.
De ware heiligmaking is het zalig geheim van de hereeniging in Christus, en de gemeenschap der heiligen.
Mochten in dezen weg van verootmoediging en ware heiliging, die Paulus ons wijst, in het komende jaar van herdenking der droeve kerkverscheuring de vanéén gescheurde kerken elkaar vinden.
Zoo zou „de middelmuur des afscheidsels” gebroken worden. Ef. 2:14. zou er in dat jaar reden tot recht leeren zijn, terwijl het doleeren werd teniet gedaan.
Wij staan nog maar aan het begin al die mooie, vrome Bijbelsche wooed woorden, woorden.
Maar de kerk van Christus heeft niets aan woorden, maar alleen aan de waarheid. En de Waarheid voert altijd het pleit zonder wapenstilstand.
Het moet de kerk om de waarheid dat is primair, al het andere is secundair.
Wie zijn kerk niet meer om de waarheid dient, blameert òf zijn kerk òf zichzelf. Het jaar 1934 kan voor ons een leerschool worden.
Een schoon geluid, of een luidende schel
De heer B, Costerus te Bodegraven, bekend door zijn aanklachten bij de kerkelijke besturen tegen dr J. L. Snethl en ds J. B. Th. Hugenholtz, heeft een nationaal petitionnement op touw gezet, bestemd voor de algemeene synode der Ned. Herv. kerk in 1934, verzoeke dat de vrije propaganda van socialistische en communistische denkbeelden in de door tal van predikanten, door krachtige handhaving en bevestiging en uitbreiding van de verordeningen der kerk zal word tegengegaan en in de tweede plaats — „alle leden der kerk, in welke functie zich ook bevinden, zullen worden verplicht zich te onderwerpen aan Gods onfeilbaar Woord naar de opvatting van de Geloofsbelijdenis, den Heidelbergsche Catechismus en de 5 artikelen tegen Remonstranten”, mede, dat ook in de N Herv. kerk de Dordtsche Kerkenorde weder van kracht zal worden verklaard.
A. (Apeldoorn) S.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 december 1933
De Wekker | 4 Pagina's