Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De president van de ontwapeningsconferentie Arthur Henderson, heeft thans speciaal aan de christenen van de geheele wereld een oproep gericht in verband met den grooten ernst van den internationalen toestand. Deze oproep luidt als volgt:

„De groote ernst van den internationalen toestand vordert de meest ernstige bezinning van allen, wien de hoogste goederen onzer cultuur ter harte gaan; en inzonderheid doet deze ernst eén beroep op allen, die door hooge zedelijke en geestelijke idealen geleid worden, gelijk dit met de onderscheidene vertakkingen der Christelijke kerk het geval is. De kerken kunnen onverschillig blijven bij de geruchten over oorlog, of bij de dreiging van een preventieven oorlog, of bij de snelle en gevaarlijke verslechtering van de relaties van genabuurde staten, nu zoo kenmerkend verschijnsel op internationaal gebied. Ook is het niet voldoende, dat zij helpen in de distributie van ernstige waarschuwingen tegen de verschrikkelijke consequenties van moderne oorlogvoering, hoe nuttig deze ook mogen zijn. Wij hebben een toestand bereikt, waarin de fundamenteele vragen onder de oogen moeten worden gezien. Wij Christenen gelooven, dat de menschheid als een groot gezin behoort te leven. Aan dit geloof zijn wij verplicht het groote menschheidsondernemen te ondersteunen, dat de wereld tot een gemeenschap welke den vrede wil houden, wil organiseeren.
Het ondernemen, waartoe wij te Genève zijn, beteekent veel meer dan een zoeken van reducties op den financieelen last der bewapeningen. Het is een poging, de naties er toe te brengen, om de veiligheid niet langer te zoeken in de aanwending van geweld, maar in de zedelijke autoriteit van het collectief vredessysteem, gegrond op het Volkerenbondspact en het Parijsche pact.
Mag ik op dit critieke moment de kerken oproepen tot standvastigen trouw aan het ideaal van den wereldvrede, ook echter tot een onvoorwaardelijke overgave aan de plicht om alles te doen wat in haar macht staat teneinde dit ideaal tot overwinning te brengen. De naties in de paden van den vrede te houden is de verheven taak van de kerken en van de Christelijke gemeenschap. Indien wij vereenigd onze levens aan dit nobel doel wijden, behoeft er geen oorlog meer te zijn.”

Henderson is een vroom man. Vergissen wij ons niet, dan moet hij zelfs ouderling in een presbyteriale gemeente geweest zijn; en iemand, die hem goed kende heeft dat indertijd verzekerd, dat het geen „Streberei” was die hem zoo hardnekkiq aan het voorzitterschap van deze conferentie deed vasthouden; maar dat hij daarbij door geen andere begeerte geleid wordt dan de wereld voor een nieuwen oorlog te bewaren.
Dat hij thans als laatste redmiddel een specialen oproep tot de Christelijke Kerken van de geheele wereld richt, bewijst wel den ernst van den internationalen toestand en de dringende noodzakelijkheid, dat er iets gedaan moet worden om het dreigend oorlogsgevaar af te wenden.
Want de bewapening is, hoewel de ontwapenings-conferentie nog niet definitief gesloten is, op dit oogenblik in vollen gang.
Te Philadelphia werd kort geleden de nieuwste kruiser Mineapolis, het dertiende van de achttien schepen van 10.000 ton, die door het verdrag van Londen zijn toegestaan, te water gelaten.
De Mineapolis heeft 11 millioen dollar gekost.
Amerika heeft besloten zijn vloot te versterken tot de grens, die door het Londensche Vlootverdrag wordt toegestaan, waardoor de Vereenigde Staten een Marine krijgen, die door geen andere overtroffen kan worden.
Op de overeenkomsten te Washington 1921—1922 en Londen 1930 is o.m. bepaald, dat de verhouding van de groote schepen zou zijn:
Amerika en Engeland ieder 15 zware schepen;
Amerika 18 kruisers van 10.000 ton (de Mineapolis is reeds de dertiende);
Engeland 15 kruisers van 10.000 ton en Japan 12 kruisers van 10.000 ton;
Engeland kreeg als vergoeding meer lichte kruisers.
Swanson, de Amerikaansche Minister van Marine, heeft thans de opdrachten voor het bouwen van een grooten kruiser, 8 torpedobooten van 1800 ton, 6 torpedo-jagers van 1500 ton en 2 duikbooten onderteekend.
Hiermede wordt voorloopig het door Roosevelt goedgekeurde bouwprogramma van 238 millioen beëindigd.
Amerika wil de capaciteit van haar vloot met het oog op een eventueel conflict in den Stillen Oceaan, zoo hoog mogelijk opvoeren en beschouwt een sterke vloot een goedkoope wijze van verzekering tegen den oorlog en een levensverzekering tegen aanvallen uit de lucht, die van schepen bij de kust zouden kunnen uitgaan.
De andere Pacific-mogendheden Japan, Engeland en Australië breiden eveneens hun vloten uit.
Engeland heeft stappen gedaan bij de Vereenigde Staten om de uitvoering van het algeheele vlootbouwprogram op te schorten met het oog op den noodlottigen invloed, die het zal uitoefenen op de ontwapening.
De Regeering van de Vereenigde Staten acht het evenwel niet mogelijk haar vertraagd vlootbouwprogramma te wijzigen of het op stapel zetten van reeds ge-projecteerde oorlogsschepen op te schorten.
In Engeland is het niet anders.
De medewerker der Daily Telegraph bericht, dat de eischen van de Britsche admiraliteit luiden:
De bouw van 25 kruisers, gelijkwaardig in bewapening en grootte aan de beste buitenlandsche schepen;
snelle aanbouw van groote torpedo-jagers, teneinde den bestaanden achterstand in te halen.
Ook zijn plannen uitgewerkt voor den bouw van slagschepen van 22,000 en 25.000 ton, ja zelfs schepen van 35.000 ton, indien andere mogendheden deze gaan aanbouwen,
Hoewel in de Engelsche marinekringen een tegengestelde strooming is waar te nemen, n.l, de voorstanders van „het kleine schip”, zijn de voorstanders van „het groote schip” thans aan den winnen-den kant, daar de bouw van de kleine zwakke kruisers, waartoe men door de vlootverdragen gedwongen was, zal worden stopgezet en de kruisers van 10.000 ton zwaarder zullen worden gepantserd en van verder dragend geschut zullen worden voorzien.
Ook Australië gaat zich wapenen met het oog op Japan, want de algemeene verwachting is, dat niet in het Westen, maar in het Oosten de oorlog uitbreken zal, en dat Japan het met Amerika en Rusland zal te doen krijgen.
In Japan zelf wordt er met een koortsachtigen haast aan de uitbreiding van de vloot gewerkt en nog altijd wordt er meer geëischt.
Een bericht uit Tokio deelt ons mede, dat de onderhandelingen tusschen de departementen van Oorlog en Marine en den Generalen Staf over de uitbreiding van de vloot tot algeheele overeenstemming hebben geleid en men tot de slotsom is gekomen, dat de Japansche vloot, buiten het kader van de overeenkomst van Londen, moet worden uitgebreid.
De uitbreiding van de Australische vloot heeft te Tokio groote ontstemming veroorzaakt, waardoor de noodzakelijkheid van vernieuwing van de Japansche vloot nog duidelijker is geworden.
Een later bericht deelt ons mede, dat binnenkort aan het kabinet het programma vah den nieuwen vlootbouw zal worden voorgelegd, omvattende den aanbouw van niet minder dan 42 nieuwe oorlogsschepen.
Volgens de Engelsche berichten heeft de Japansche marine ongeveer 40 schepen in aanbouw, waarvan o.m, “vier schepen van 8.500 ton op stapel staan, welke schepen met een zeer sterke bewapening zullen worden uitgerust. De artilleriebewapening zal vermoedelijk bestaan uit 15 snelvuurkanonnen, met een vuursnelheid van 10 schoten per stukminuut, dat wil dus zeggen 150 schoten per minuut.
Overigens zijn volgens deze berichten 4 torpedobooten in aanbouw, terwijl 12 torpedobootjagers, een groote onderzeeboot van 2000 ton en 8 kleine onderzeebooten, 4 mijnenleggers en 6 mijnenvegers op stapel staan of worden gezet.
Ten slotte zullen de Marine-luchtstrijdkrachten met een twaalftal nieuwe escadrilles worden uitgebreid, waardoor de Japansche Marine een luchtmacht verkrijgt, die door geen der pacific-mogendheden geëvenaard “wordt.
Dit zijn maar enkele grepen uit het vele materiaal dat ons op dit gebied ter beschikking staat. En Henderson is van dit alles beter op de hoogte dan iemand. Verklaarbaar dat hij ten slotte een beroep op de kerken gedaan heeft. Maar zullen de kerken nu werkelijk in staat zijn om iets in het belang van den wereldvrede te doen? Henderson zegt van wel, dat zij in dit kritieke moment standvastig getrouw moeten blijven aan het ideaal van den wereldvrede, maar…… dan zal er in die kerken zelf eerst een andere gezindheid moeten openbaar worden, dan die er thans in gevonden wordt.
Wij staan voor het Kerstfeest en opnieuw zullen wij luisteren naar het „vrede op aarde”. Ontroerend over een wereld, die zich toerust tot een strijd op leven en dood, ruischt der Engelen zang. God geve dat hij ruische door de kerken en de harten van allen die den Christus belijden als de Vredevorst. Dan zal daaruit de bede geboren:

O Vredevorst! Gij kunt gebieden
Den vreed’ op aard en in mijn ziel
Doe eiken zondaar tot U vlieden
Dat al wat ademt voor U kniel.
Dit zal de God des heils bewerken.
Hij zal den zetel, U bereid.
Met recht en met gerechte sterken
Hem, zij de lof in eeuwigheid.

d.H. (Den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1933

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 december 1933

De Wekker | 4 Pagina's