Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet afdoende weerlegd (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet afdoende weerlegd (VI)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In mijn brochure bracht ik ook ter sprake, de geschiedenis van de Conceptacte en mijn bestrijder neemt in de Reformatie van 25 Aug. 1933 het volgende uit mijn geschriftje over:
„Hier denk ik aan het samenkomen der Deputaten van de Chr. Gereformeerden en de Doleerenden te Utrecht.
Al dadelijk moet hier iets naar voren komen, dat scheef is en wel dit, dat de Deputaten der Doleerenden geen Deputaten meer waren, maar particuliere personen.
De Chr. Gereformeerde Deputaten hadden in dien weg niet moeten vergaderen, doch het is geschied en op die vergadering verklaarde Dr Kuyper, dat de Doleerenden op den grondslag van Assen niet konden en wilden vereenigen en na deze verklaring gebeurde er al weer iets zonderlings. Op een oogenblik haalde Dr Kuyper, als particulier persoon, een gedrukte concept-acte van ineensmelting uit den zak en bood elk der Deputaten een exemplaar aan, wat werd aangenomen, en waarover men begon te discussieeren.
Kunnen zij, die deze dingen objectief wenschen te beoordeelen, dit nu waarlijk Gereformeerd noemen?
Het was dan ook geen wonder, dat Ds Beuker en Ds Littooy, twee strijders voor het beginsel der Afscheiding, een gemotiveerd bezwaar indienden. Van de bewuste concept-acte zijn vooral op de z.g.n. voortgezette Synode van Assen te Kampen 1889 rake dingen gezegd en groote bezwaren er tegen in gebracht.”
Nu kan Dr Kraan maar niet begrijpen, welk belang Ds Jongeleen er bij heeft, deze Concept-acte op te halen. Het spijt mij voor hem, maar gerust, ik zelf begrijp dit bijzonder goed en ik wil mijn opponent wel van dienst zijn, om het hem wat verder te verduidelijken, doch of hij het dan nog begrijpen zal, betwijfel ik, want ik vrees, dat Dr Kraan deze dingen niet begrijpen wil.
In de eerste plaats constateer ik, dat mijn bestrijder toegeeft, dat de zaken zoo zijn behandeld, alsdat ik ze heb weergegeven, zoo is dus de geschiedenis.
Nu is het jammer en een weinig bedenkelijk, de schijngevend dat Dr Kraan de zaak wel terdege heeft begrepen, dat hij zijn citeeren beëindigt, waar hij juist, om de zaak, waar het mij om gaat, te begrijpen, had moeten doorgaan. Waarom, inplaats van ineens te zeggen: „en dan deelt Ds Jongeleen een enkele van deze bezwaren mede” het volgende uit de officieele stukken niet aan zijn lezers medegedeeld? Want op het door hem geciteerde uit mijn brochure volgt onmiddellijk:
in de Syn.-Not. lees ik het volgende:
„De volgende spreker heeft tegen deze Concept-Acte groote bezwaren. Zij schijnt hem een procesverbaal van de plechtige teraardebestelling der Chr. Geref. Kerk. Het beginsel der Doleerende broeders: „de Vaderlandsche Kerk redden”! loopt er als een draad van het begin tot het einde door; van afscheiding willen zij niet hooren. Ik ben waarlijk bevreesd, zegt deze broeder, dat wij van de Assensche lijn zijn, de Concept-Acte wijkt geheel af van besluit II Wij zijn bezig Assen te corrigeeren, om de Doleerende broeders te winnen. Neemt men tot een Utiliteitsbeginsel de toevlucht, wij mogen hierin niet medegaan.
Had men, zoo zegt een ander, het te Assen uitgesproken standpunt, dat wij de herstelde Geref. Kerk zijn, gehandhaafd, onze Kerk had zich niet behoeven op te lossen, maar slechts de deuren te openen voor hen, die zich op een andere wijze geformeerd hebben.”
Nu begrijp ik best, waarom mijn bestrijder dit liever niet onder de oogen van zijn lezers brengt, maar als hij nu maar begrijpt, dat ik, die de geschiedenis van de vereeniging van 1892 beschrijf, hieruit verduidelijk, hoe de Doleerenden er alles op aanlegden het beginsel der scheiding, wanneer het ooit tot vereenigen zou komen, totaal te negeeren, het op te lossen in het Doleantie beginsel en al zegt Dr Kraan, dat deze Concept-acte later is terzijde gelegd, maar daartegen houd ik vol, maar het beginsel er in uitgesproken niet, dat beginsel heeft het in 1892 gewonnen.
Doch dat niet alleen, neen, niet in de eerste plaats bedoelde ik dat met de zaak van de Concept-acte.
Mijn bestrijder kan weten, ik heb dit telkenmale gezegd, dat ik op het standpunt sta, dat de zaak der Vereeniging veel te haastig is geschied en veel te veel van boven is opgelegd.
Nimmer kan mijn opponent mij ontnemen, dat die bewuste Concept-acte onwettig in haar oorsprong was, en dat de Deputaten zich niet hadden moeten laten verleiden, om over zoo’n stuk te gaan discussieeren. Dat was zoo ongereformeerd mogelijk.
Ziet, dat moeten de menschen niet vergeten, n.l. dat de gemeenten in het geheel niet wisten wat er gebeurde. „De Conceptacte ging van de Deputaten rechtstreeks naar de voortgezette synode. Geen Kerkeraad, geen Classis, geen Particuliere Synode werd er over gehoord” en de Doleerenden hadden daarmede bereikt, wat zij konden wenschen.
Dr Kraan weet het dus nu, en of hij het begrijpt of niet, de geschiedenis van de Concept-acte is één van de bewijzen, dat de vereeniging is overhaast en dat de geheele zaak van bovenaf is opgelegd.
Wat ik heb geschreven is door de geschiedenis bevestigd geworden, de Vereeniging van 1892 had moeten geboren worden, maar is gemaakt en Dr Kraan moet zich nog eens onbevooroordeeld indenken, dat zelfs Dr A. Kuyper Snr. in 1914 zeide, dat na de Vereeniging van 1892 de Geref. Kerken wel saamgeregen, maar niet samen gegroeid waren.
Het gaat ons dus niet, zooals Dr Kraan telkens voorgeeft, dat de Chr. Gereformeerden, die bezwaard waren niet wilden vereenigen en het is totaal onwaarheid, als hij schrijft dat Ds Jongeleen op het standpunt staat, dat daarom de Kerkelijke gescheidenheid had moeten blijven, maar het gaat om waarheid en recht en dan heb ik de Concept-acte aangehaald als een bewijs, dat de Vereeniging van 1892 niet op de rechte wijze en niet in den rechten weg tot stand is gekomen. Men heeft geen geduld gehad totdat de Vereeniging geboren was.

Jongeleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1934

De Wekker | 4 Pagina's

Niet afdoende weerlegd (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 februari 1934

De Wekker | 4 Pagina's