Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Niet afdoende weerlegd (VIII).

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Niet afdoende weerlegd (VIII).

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Mijn opponent, die eerst heeft getracht, om de Chr. Geref., die niet met de Vereeniging van 1892 mede konden gaan, als onwilligen te kwalificeeren, werpt in zijn 11e artikel het roer om en zegt nu van diezelfde menschen, dat zij niet tegen vereeniging waren (Cursiveering van mij).
Juist, nu is Dr Kraan waar, want het waren geen onwilligen.
Wat nu echter veel erger is. Dr Kraan geeft daarop een oorzaak, die totaal onwaar is en maakt zich schuldig aan vervalsching van de historie. Lezer, wat denkt gij. Dr Kraan schrijft in 1934, dat de.bezwaarden in 1892 niet tegen vereeniging konden zijn, omdat in Ds van Lingen en Ds Wisse doleantie en scheiding reeds samengingen (Cursiveering van mij).
Dat is de historie geweld aan doen. Neen, als mijn bestrijder deze kwestie ging aansnijden, dan had hij de lezers moeten mededeelen, dat Ds van Lingen wel eerst met de doleantie was meegegaan, maar dat hij in 1891 overkwam tot de Chr. Geref. Kerk en dat uit een zuiver beginsel, wat natuurlijk door de doleerenden werd betwijfeld en wellicht door Dr Kraan ook.
„De Heraut” maakte zich in die dagen druk met van Lingen en ontzag zich niet om zijn overgang naar de Chr. Geref. Kerk te becritiseeren op een min nobele wijze.
Wijlen Ds Beuker schreef daarvan in de „Vrije Kerk” jaargang 1891 pag. 172: Al tracht de „Heraut” ook weer al het mogelijke te doen om èn Ds van Lingen èn heel onze Chr. Geref. kerk een deuk te geven door de verklaring: a. dat er voor Ds van Lingen wel niets anders overschoot, en b. dat hij zich onder het collegiaal statuut van 1869 heeft geplaatst. Neen, Ds van Lingen heeft die stap gedaan, omdat hij er door den Heere van overtuigd was geworden, dat het beginsel der Afscheiding naar Gods Woord en de belijdenis was en dat de scheiding door de doleerenden gemaakt tusschen Kerk en Kerkbestuur één speculatieve onderscheiding was. Ds van Lingen kwam tot de volle overtuiging dat de Herv, Kerk, de valsche Kerk was, evenals de Afscheiding dat had uitgesproken.
Ds van Lingen heeft in 1891 het beginsel der doleantie voor altijd vaarwel gezegd en hij werd met hart en ziel Chr.Gereformeerd, wat hij tot zijn dood toe gebleven is.
Deze dingen had Dr Kraan, wanneer hij Ds van Lingen ter sprake brengt, eerst moeten meedeelen en wanneer hij dan nog behoefte gevoelde kritiek er op uit te oefenen, dat was dan zijn goed recht.
Neen Dr Kr., Ds van Lingen en Ds Wisse waren mannen, die Chr. Geref. waren, leefden uit het beginsel der afscheiding.
Gij moogt niet schrijven, wat gij hebt gedaan. Wanneer een Roomsche Pastoor door God wordt bekeerd en de beginselen der reformatie van 1517 van harte gaat aannemen en daardoor de Roomsche beginselen vaarwel zegt, moogt gij dan zeggen. als hij naast een Geref, Predikant staat, om samen een zaak te behartigen, dat daar roomsch en gereformeerd naast elkander staan.
Ik wil U niet verdenken van expresselijk de waarheid te verdraaien, maar ik krijg zoo geregeld den indruk, dat gij in deze materie te weinig inzit.
Daar het voor de geschiedenis zeer nuttig kan zijn, vooral voor ons opkomend geslacht, neem ik hier letterlijk over, de openhartige verklaring van Ds van Lingen zelf en wanneer wij die lezen, is dat eigenlijk genoeg bewijs, dat Dr Kraan deze dingen totaal verkeerd heeft voorgesteld.

Aan de Christelijk Gereformeerde broederen.
Bij het bericht door de classis Arnhem omtrent mij aan u gegeven voeg ik op aandrang dier broederen nog een enkel woord.
Uit hetgeen door mij in het maandschrift Petahja geschreven werd, kan het blijken, dat ik reeds sedert meer dan twee jaren mij getrokken voelde tot uwe, thans ook mijne kerk, en wel in zulke mate, dat de Heraut zelf mij eenmaal den raad gaf, de Chr. Ger, Kerk om opname te vragen.
Werd ik steeds meer gedrongen in mijne ziel, volgens Gods Woord en onze Gereformeerde belijdenis, om niet ten deele maar geheel te verlaten, wat al de kenteekenen eener valsche kerk bezit, ik heb dien drang niet langer kunnen weerstaan. Met blijdschap en volle verzekerheid des harten kom ik mij thans als broeder in den Heere, maar ook als bedienaar des Woords onder u in uwe broederlijke liefde en gebeden aanbevelen.
Die stap, voor mij misschien van gewichtige gevolgen, zou zeker niet zijn gedaan, ware ik niet geheel teruggekomen van hetgeen ik vroeger wel eens min gunstig van de Chr. Geref. schreef, waarover ik reeds voor geruimen tijd in het straks genoemde maandblaadje mijn leedwezen betuigde.
Is op aarde zeker geen volmaakte kerkstaat te vinden, ik ben overtuigd geworden, dat in de Chr. Geref. Kerk tucht wordt uitgeoefend, waar afwijking in leer of leven bekend wordt.
Ik mag niet nalaten hieraan toe te voegen, dat ik niet wensch geacht te worden tegenover die broederen mij te hebben geplaatst, die met ons ééne belijdenis en kerkorde hebben, al heb ik dan ook meer dan eene opvatting te betreuren en te bestrijden. Ik wensch en bid integendeel, dat al Gods volk één moge worden, doch alleen op eenen van God gebaande weg in overeenstemming met onze kostelijke belijdenis.
Gedurende mijn vacantiën dien ik gaarne de kerken, inzonderheid die vacant zijn, tevens om de broederen te leeren kennen.
Ontvangt mij dan als een geringen dienaar des Heeren Jezus met alle goedwilligheid, en gedenkt in uwe gebeden ook mij, die u toebid de genade van onzen Heere Jezus Christus, wien zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid.
E.P.L.C. van Lingen,
Chr. Geref. Predikant en
irector van het Geref. Gymnasium te Zetten.
Zetten, 4 Maart 1891.

Ds van Lingen beeft in 1891 gedaan, wat de doleerenden in 1886 hadden moeten doen. Een Kerk institueeren naast de Kerk van Christus is ongeoorloofd.

Jongeleen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1934

De Wekker | 4 Pagina's

Niet afdoende weerlegd (VIII).

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 maart 1934

De Wekker | 4 Pagina's