Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Synodalia 1935 - XI

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synodalia 1935 - XI

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Volgens de gedrukte „Acta”, art. 84, besloot de Synode „aan het verzoek van de Chr. Geref. Kerk in N.-Amerika om afvaardiging naar hare Synode, D.V. te houden Juni 1936, te voldoen”. Dit besluit werd in comité genomen, maar toch meen ik het geheim der besloten vergadering niet te schenden, wanneer ik bij dit artikel een kleine aanvulling geef. Bij de gedachtenwisseling over een eventueele afvaardiging kwam het finantieële bezwaar ook ter sprake. Een dergelijke deputatie toch vraagt een uitgave, die in dezen tijd niet kan gerechtvaardigd worden. Een oplossing van dit finantieële bezwaar werd gevonden toen werd medegedeeld, dat de mogelijkheid niet was buitengesloten, dat een der predikanten of hoogleeraren voor eigen rekening een reis naar Amerika zou maken, De Synode besloot in dat geval dien broeder opdracht te geven de Kerk op de Synode der Chris-tian Reformed Church te vertegenwoordigen. De lastbrief zou hem door de Deputaten tot correspondentie met de Buitenlandsche Kerken verstrekt worden.
Hiermede was in principe aan het desbetreffende verzoek voldaan. De Synode handhaafde dus hare toezegging in 1911 gedaan, toen zij, in antwoord op een desbetreffend verzoek, uitsprak: „dat zij volgaarne de aangeboden correspondentie aanvaardt”. De notulen (art. 54, 1911) spreken echter van een zekere restrictie, welke de Synode bij haar besluit maakte; „maar…… zij kan niet overgaan tot erkenning van de wederzijdsche attestatiën”. Dit voorbehoud had geen kerkrechtelijken ondergrond, maar hield verband met de Verbondsleer, welke in de Chr. Geref. Kerk in Amerika evenals in de Geref. Kerken wordt voorgestaan, en door onze Kerk als in strijd met Gods Woord en de Belijdenis is veroordeeld.
Dr. N. Beets verklaarde in 1911, dat „er een minderheid in de Chr. Geref. Kerk (Amerika) is, die den kant van het Neo-Calvinisme „uithangt”. In 1905 is er een agitatie geweest aan de Theol. School te Grand-Rapids; een der professoren scheen zoo iets te doceeren”. Deze verklaring bracht echter niet de vereischte geruststelling op het punt van de uitwisseling van attestatiën. Dr. N. Beets werd herinnerd aan het feit, dat de Chr. Geref, Kerk in N.-A. door het aanvaarden der Utrechtsche stellingen op hetzelfde standpunt staat als de Geref. Kerken. Dit bezwaar kon Dr. Beets niet opheffen met te zeggen: „In 1906 heeft de Synode der Chr. Geref, Kerk in Amerika de besluiten der Synode der Geref. Kerk in 1905 te Utrecht gehouden, inzake de leergeschillen, in hare notulen opgenomen, om daardoor de minderheid te kunnen binden”. Hiermede wordt dus erkend, dat de Chr. Geref. Kerk in N.-A. dezelfde Verbondsleer huldigt als de Geref. Kerken. Dit nuchtere feit wordt niet weggewerkt als Dr. Beets daarop verklaarde: „De Synode van 1910 heeft met nadruk uitgesproken, dat de Chr. Geref. Kerk in Amerika het verschil tusschen de Geref. Kerken en de Chr. Geref, Kerk Iaat voor rekening der broederen”.
Met dit alles te releveeren bedoel ik niet ten opzichte van de correspondentie tusschen beide Kerken een spaak in het wiel te steken. Maar wel is ’t noodzakelijk een goed inzicht in de wederzijdsche verhoudingen te hebben. Een goed gevoerde correspondentie kan vrucht sorteeren in verband met het vertrek van leden der Chr. Geref. Kerk naar Amerika. Hierbij komt allereerst de vraag: bij welke Kerk moeten we ons in de Nieuwe Wereld aansluiten? De Kerk dient toch voorlichting te kunnen geven. Het is beneden haar waardigheid als Kerk des Heeren het antwoord op een dergelijke vraag te laten afhangen van de omstandigheden zooals men die in Amerika zal aantreffen.
Het geldt hier de vraag: is de Chr. Gereformeerde Kerk in Amerika de wettige Kerk des Heeren, ja of neen! Gezien de historie behoeft dat voor ons als Chr. Geref. Kerk geen vraag te zijn. De Chr. Geref. Kerk in Amerika is vrucht van de Kerk der Afscheiding. Ten opzichte van de wettigheid dier Kerk kan door ons geen enkel kerkrechtelijk bezwaar worden ingebracht.
Reeds aan dit feit kan het recht tot correspondentie ontleend worden, maar er zijn nog andere motieven, welke tot een nauwere relatie dringen.

A., G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1935

De Wekker | 4 Pagina's

Synodalia 1935 - XI

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1935

De Wekker | 4 Pagina's