Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het Tractaat - 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Tractaat - 13

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu zou men den schrijver van het Tractaat onrecht aandoen, als men zou beweren, dat hij onder „geleidelijk kerkherstel” zou willen verstaan, dat men het ziekteproces in de kerk maar moet laten uitzieken. Integendeel wordt hier een warm pleidooi gevoerd om alles in het werk te stellen om dit ziekteproces te keeren. De medische weg wordt hier aangewezen, en dat met zulk een scherpte en correctheid, dat de lezer aanstonds begrijpt, welk een kundig en vaardig arts hier op de patiënt toetreedt en hem tracht te cureeren. Zeer scherp is het gezegd, en alle lof mag aan deze treffende opmerking niet onthouden, wanneer hier het Tractaat betoogt, dat de medische weg niet staat tegenover den juridischen, maar tegenover den chirurgischen. De juridische weg bedoelt slechts straf op de overtreding, maar de medische weg bedoelt het behoud van de(n) patiënt(e), en deze medische wijze van kerkherstel wordt niet alleen volgens het Tractaat gevonden in de prediking des Woords, maar ook in de beteugeling van het kwaad door berisping, schorsing of afzetting van ontrouwe dienaren, of ook door berisping, censuur en desnoods banning van ontrouwe leden der kerk.
Tucht en kerkorde wijzen dezen medischen weg duidelijk aan.
Zie, dit zijn al te maal mooie woorden, maar veel meer dan woorden zijn het niet. Immers hierbij wordt één ding vergeten, waardoor heel deze redeneering niet veel meer is dan knetterend vuurwerk, dat in het Hervormd Genootschap noch voor het een, noch voor het ander kan ’worden opgekomen. Zoowel tucht als kerkorde zijn hier contrabanden en daarom reeds is het onmogelijk om van geleidelijk kerkherstel te spreken. Het woord „kerkherstel” is wel mooi, maar het is de groote vraag, hoe hier functioneering zal zijn, en dan stelt kerkherstel teleur.
Wij hebben dit nu weer gezien op de bijzondere synode der Herv. Kerk voor kort gehouden. Al dat roepen over „Kerkherstel” en „Kerkopbouw” is nu al sinds jaren gebleken van niet veel waarde te zijn. Zoodra als het gaat over de kwestie om de belijdenis in het organisme der kerk te behandelen, en haar een plaats aan te wijzen, opdat zij zou kunnen functioneeren, dan kan er wel een „buitengewone synode” samenkomen, gelijk nu weer voor kort is geschied, maar het resultaat loopt op niets uit.
De Gereformeerden in het Hervormd Genootschap hebben het in 1922 geprobeerd, de confessioneel en in 1930, de ethischen in 1935, en nu komt misschien de beurt aan de vrijzinnigen, om ook op hun manier een soort kerkorde te ontwerpen.
In 1922 wilde men overgaan tot het stichten van een gereformeerd convent onder auspiciën der synode, en toen dit niet lukte, kwamen de reorganisatie-mannen met hun voorstellen, en nu waren het de ethischen van kerkopbouw, die ook de op hun wijze voorgestelde reorganisatie zagen kelderen.
Blijkt uit deze feiten niet al te duidelijk, dat kerkherstel is een leuze.
Kerkherstel is niet veel meer dan een denkbeeld, een theorie, maar zij mist ten eenenmale werkelijke waarde. Het is de idee in de kerk en door de kerk te reformeeren, maar die feitelijk nooit en nergens tot daad is geworden.
Al de mannen, die „kerkherstel” in hun vaandel schreven, zijn in den loop des tijds geen stap gevorderd, en dit niet, omdat zij niet hard gewerkt hebben, en nog veel minder, omdat zij niet luid genoeg voor de rechten des Heeren gepleit hebben, maar eenvoudig, omdat de valsche kerkelijke verhoudingen in het Hervormd genootschap het hun beletten tot daden te komen. Het zijn juist al meer dan een eeuw lang de mannen van kerkherstel geweest, die met allerlei gewrongen redeneeringen getracht hebben hun valsche positie te handhaven, en het Tractaat heeft deze gewrongen redeneeringen op de meest spitsvondige wijze geargumenteerd. Niemand minder dan een man als Dr. Keizer schrijft in zijn boek „De Afscheiding van 1834” pag. 565: „Zoo is het dan geen wonder, dat men bij de mannen van kerkherstel van een graaf van Hogendorp, Capadose, Groen, Moorrees, tot de confessioneel en van onzen dag, uitspraken zal vinden over het beginsel der afscheiding, te verklaren uit de groote zwarigheid van positie, waarin zij zijn achtergebleven. Het is voor menschen, die in een valsche kerk verkeeren, heel moeilijk om in de beschouwing van de kerk weer gereformeerd te worden, en een juist oordeel zich te vormen over een eenvoudige zuiver gereformeerde handeling, welke elke gereformeerde met art, 28 en 29 der belijdenis voor oogen, en- die niet is onderste boven geredeneerd door een vaak moeilijk te volgen theorie of liever, die niet door geschriften uit dien hoek in de war is gebracht, gemakkelijk verstaat, hoe moeilijk het ook moge zijn naar het verkregen inzicht te handelen.”
Wat hier door Dr. Keizer wordt gezegd kan ook gelden van heel het Tractaat, dat in zijn wezen niets anders is dan een onderstboven redeneeren door allerlei filosofische kronkelingen van de eenvoudige waarheid der gereformeerde confessie, in art. 28 en 29 omschreven.
Reeds meer dan honderd jaren is men bezig om met allerlei reorganisatie-plannen de Hervormde kerk uit haar vervallen staat op te heffen, en dit alles met geen ander resultaat, dan dat in meer dan een eeuw wezenlijk niets veranderd is. Wel een duidelijk, zij het ook droef bewijs, dat van geleidelijk kerkherstel niets te verwachten is.
Wel hebben wij waardeering voor den moed en het taaie uithoudingsvermogen dezer richting, wel gelooven wij aan de goede bedoelingen van hen, die zeggen op te komen voor een gereformeerd kerkelijk leven, maar het wordt daghelder hier aangetoond, dat men met goede bedoelingen niet verder komt, als een strijd om beginselen moet worden gestreden.
Al schrijft het Tractaat, dat geleidelijk kerkherstel wordt geboren uit den geest der bedachtzaamheid, die de drift verfoeit (blz. 140), maar dan vergeet ditzelfde Tractaat te veel, dat alle bedachtzaamheid grenst aan ongehoorzaamheid, wanneer het hoofd gebogen wordt eerder voor den reglementenbundel dan voor Gods Woord. En door dit te doen is alle kerkherstel in het Nederlandsch Hervormd genootschap geoordeeld.
De geschiedenis van de dagen der reformatie aan is er ten bewijze, dat noch in de Roomsche kerk vóór de reformatie, noch ia de reformatie der 16e eeuw, noch in het Hervormd Genootschap kerkherstel wezenlijk iets tot stand gebracht heeft. De Roomsche kerk is Roomsch gebleven, hoe ook Erasmus en Luther en Calvijn hebbes gestreden. En het Hervormd Genootschap is reglementair gebleven, hoe ook een Groen, en Hoedemaker en Lingbeek en Kromsigt hebben geageerd.
Maar na deze passage komt de eigenlijke kern, d.i. de breuke met de bestaande kerk. Hier krijgen we de meest wonderlijke sprongen in het Tractaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1935

De Wekker | 4 Pagina's

Het Tractaat - 13

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 maart 1935

De Wekker | 4 Pagina's