Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en Staat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij hebben er vroeger al eens op gewezen. dat zich in het Duitsche Rijk niet minder dan 5 millioen Gereformeerden bevinden. maar deze waren over de 28 lands-kerken verspreid en hadden hoegenaamd geen gemeenschap met elkander. Wel was er een Gereformeerde Bond, maar daarin was slechts een klein deel van deze verspreide gemeenten vergaderd en gevolg van dit alles was, dat het Gereformeerde kerkelijke leven er niet tot bloei kwam. Kracht om zich binnen de grenzen der Landkerken te organiseeren was er niet. Controle op de leer was er evenmin, zoodat er in tal van gemeente maar weinig van het Gereformeerde beginsel aan het licht trad.
Hierin is nu een merkwaardige verandering gekomen. Toen de Landskerken werden opgeheven en de Rijkskerk er voor in de plaats trad, kwamen de Gereformeerden in een gansch andere positie en de Gereformeerde Bond heeft van deze verandering onmiddellijk gebruik gemaakt en verzamelen geblazen. Wij hebben de ontwikkeling van het Gereformeerde kerkelijk leven van af den beginne met groote belangstelling gevolgd en er ons telkens over verwonderd, dat er in de Gereformeerde kringen niet meer belangstelling voor deze actie openbaar werd.
Gereformeerden zoowel als Christelijke Gereformeerden, hebben als kerken tot op heden hoegenaamd geen belangstelling getoond in hetgeen er in de laatste maanden op Gereformeerd kerkelijk terrein in Duitschland plaats vind. Het kan en mag toch den Gereformeerden in ons Vaderland niet onverschillig zijn, dat zich in Duitschland onder veel moeite en strijd een kerk-verbond bezig is te constitueeren, dat niet minder dan 5.000.000 leden omvat. Wie kan en zal voorzien, wat daaruit voor het Gereformeerde leven en de Gereformeerde theologie geboren wordt?
Persoonlijk vond ik het dan ook jammer, dat er op de tweede Vrije Gereformeerde Synode, die van 26-28 Maart j.l. in Siegen gehouden werd, wel afgevaardigden van de kerken uit Schotland, Engeland en Zwitserland tegenwoordig waren en dat er niet een Gereformeerde kerk uit Nederland vertegenwoordigd was. En ik weet, hoe men dat in Siegen op prijs gesteld zou hebben, indien er eenige Gereformeerden tegenwoordig geweest waren uit Holland. Deze broeders hebben voor alles behoefte aan sympathie. Niets, wat in een weg van strijd en druk zoo weldadig en vertroostend is, als de sympathie, het gevoel, en de wetenschap, dat men niet alleen staat. Wij gelooven toch in een gemeenschap der heiligen? Laat dat geloof zich dan ook openbaren, tegenover broeders, die in de verdrukking zijn, en zich met Gods hulp daarin staande houden.
In de Standaard vonden wij een breedvoerig verslag van deze Synode, waaraan wij voorloopig het een en ander ontleenen, omdat het officiëele nog niet in ons bezit is. Aan den vooravond van de Synode sprak de bekende prof. Karl Barth over het tweed gebod.
Na een inleiding door Dr. Hermann Hesse van Elberfeld besloot de Synode, zulks naar aanleiding van het besluit der eerste vrije Gereformeerde Synode te Detmold (29 en 30 November 1934) om alle belijdende Gereformeerde gemeenten in Duitschland, welke zich houden aan de H. Schrift en den Heidelberger Catechismus en instemmen met de Barmer verklaring van 20 Oct. 1934, om in geheel Duitschland over te gaan tot het vormen van eigen synoden, die zich zullen noemen „vrije „synoden der belijdende Gereformeerde kerk in Duitschland ’. Deze synoden worden in drieëerlei onderscheid, nl. eerst de classissynoden, waartoe elke gemeente een predikant en ouderling afvaardigt, gewestelijke synoden („kwartier-synoden ) die een geheel gewest omvatten en tot welke elke classis een predikant en ouderling afvaardigt en de „vrije algemeen e synode der belijdende Gereformeerde kerk van Duitschland “, tot welke elke gewestelijke synode een predikant en ouderling afvaardigt. De Gereformeerde gemeenten in geheel Duitschland worden uitgenoodigd om zich voor 1 Mei als Gereformeerde plaatselijke gemeente bij den voorzitter van de commissie tot vorming van een kerkverband aan te melden, nl. bij Ds. Oltmann te Loga in Oost-Friesland. Dit besluit beteekent, dat naast de eenige Geref. landskerk die Duitschland thans telt (Hannover met Oost-Friesland) de Siegensche synode zich opmaakt een Geref. kerk in Duitschland te verzamelen. Er zijn 5 millioen Gereformeerden in Duitschland.
Over het nieuwe heidendom, dat in de laatste maanden met groote kracht in Duitschland doorbreekt en waartoe vooraanstaande personen uit de regeering be hooren, sprak Ds. Barth van Oberfischbac.
Nadat deze het nieuwe heidendom in zijn oorsprong, wezen en doelstelling belicht had, besloot de synode zich van harte te vereenigen met de reeds bekende verklaring van de belijdenis-synode van de Oud-pruisische Uniekerk van 5 Maart j.1. en in verband daarmede besloot hij de volgende boodschap aan de Regeering te richten.
„De door leidende mannen in hun boeken en redevoeringen gepropageerde nieuwe heidensche religie is van een particuliere opvatting uitgegroeid tot een basis voor een systematische scholing van het volk, inzonderheid van het jonge geslacht inzake de wereldbeschouwing.
Verantwoordelijk voor God jegens kerk en volk vragen wij de overheid, of zij deze verleiding van het volk tot opstand tegen God den Heere der Heeren, langer dulden wil.
Op grond van onze belijdenis verklaren wij, dat de kerk naar Gods bevel, aan het gansche volk het Woord Gods verkondigen moet. Daarom kan zij de vervulling van deze taak door geen menschelijke macht laten inperken.
Zij vordert, dat de staat der kerk in haar verkondiging en haar overigen dienst verder ongehinderd late; dat onze scholen tegen de leeringen van het nieuw-heiden-dom beschermd worden; dat de staat, die de bescherming der Christelijke confessies gewaarborgd heeft, erover wake, dat het onderricht niet tot verbreiding van het heidendom misbruikt worde! Indien niet, dan zou de kerk om de wille van het heil en de zaligheid harer leden, hen moeten oproepen zich aan zulk een onderricht te onttrekken.”
Een overeenkomstige boodschap werd aan de Gereformeerde plaatselijke gemeenten gericht.
Dat is krachtige taal en wij zijn dankbaar dat onze Duitsche Broeders zoo positief strijden. En niet minder dankbaar zijn wij dat deze synode na een inleiding van ds. Niesal van Berlijn, besloot tot oprichting van een kerkelijke hoogeschool voor reformatorische theologie. Gezien den toestand aan de universiteiten, aldus de synode, besluit zij deze hoogeschool op te richten „met de taak de toekomstige predikanten en leeraren der kerk voor de verkondiging van het goddelijk Woord in de gemeenten van Gereformeerde en Luthersche belijdenis voor te bereiden. De bestudeering en het onderzoek van de kerkelijke leer, zal door gemeenschappelijken arbeid der leeraars van beide evangelische belijdenissen behartigd worden.” Een commissie der synode werd benoemd om met den Broederraad der Duitsche evangelische belijdeniskerk in verbinding te treden en in verbinding met de Luthersche belijdenisbeweging tot oprichting dezer hoogeschool over te gaan. De redactie van de Standaard teekent hierbij aan, dat wanneer het inderdaad daartoe komen mocht, prof. Karl Barth daar professor worden zou. Wij hopen van harte, dat zoowel het eerste als het laatste geschieden zal. Een Gereformeerde universiteit in Duitschland met prof. Barth tot hoogleeraar in de theologie. De theologische faculteit van deze hoogeschool zou niet over studenten te klagen hebben en voor de Gereformeerde theologie zouden wij het een zegen achten dat prof, Barth haar daar kon onderwijzen, Wij blijven, trots alles wat men tegen Barth van Gereformeerde zijde aanvoert, hem voor de verdere ontwikkeling van de Geref. theologie noodzakelijk achten.
De toekomst zal hierover wel beslissen, aan wiens zijde het gelijk is, aan prof. Barth of zijn bestrijders.
Ten slotte mag hier niet vergeten worden te vermelden dat de Synode aan den Rijkskanselier Adolf Hitler het volgende telegram zond:
„Bij den leider en rijkskanselier van het Duitsche volk klaagt de 2e vrije Gereformeerde synode die staatsorganen aan, die voor de vervolging der evangelische kerk, met name in Nassau-Hessen, de verantwoordelijkheid dragen. De synode verzoekt den leider en rijkskanselier eerbiedig om zijn persoonlijk ingrijpen,”

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1935

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en Staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1935

De Wekker | 4 Pagina's