Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze Kerkregeering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze Kerkregeering

Art. 84. D. K. O. Heerschappij - I

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Art. 84 onzer kerkorde luidt aldus:
„Geen kerk zal over andere kerken, geen Dienaar over andere Dienaren, geen Ouderling of Diaken over andere Ouderlingen of Diakenen eenige heerschappij voeren.”
Heerschappij, zoo staat boven dit artikel in ons Kerkelijk handboekje. Eigenlijk ware het juister, als titel er boven te schrijven:. Geen heerschappij, want daarover gaat het in dit artikel. Waarom staat dit artikel in de Kerkorde, daar toch reeds in Art. 17 is gezegd, dat er onder de Dienaren des Woords gelijkheid zal gehouden worden, gelijk dit ook onder de Ouderlingen en Diakenen te onderhouden is.
Toch zeggen Art. 17 en 84 niet hetzelfde. Art. 17 zegt, hoe het moet zijn, en Art. 84, hoe het niet moet zijn. Beide artikelen laten ons zien dezelfde medaille, maar dan ieder van ééne zijde, zoowel de positieve als de negatieve. Daarom zeggen zij ook niet precies hetzelfde. Evenals in den Catechismus het zesde gebod verbiedt te stelen, en ook evenzoo gebiedt onzen naaste lief te hebben als ons zelven, zoo leert de D. K. O. niet alleen de gelijkheid der ambtsdragers, maar ook evenzoo, dat de een zich niet boven den andere mag verheffen. Gelijk Art. 17 zegt, hoe het in eene Gereformeerde of Presbyteriaansche kerkregeering moet zijn, zoo leert art. 84 dat het niet mag zijn als bij hen, die eene hierarchische kerkregeering toelaten, en de eene ambtsdrager boven den ander plaatsen, zoodat er hoogere en lagere ambtsdragers en tevens hoogere en lagere besturen in de kerk optreden.
Tegen dat heerschappij voeren in de gemeente des Heeren hebben de Gereformeerde Hervormers zich terstond na de Reformatie verzet. Toen de heerschappij van den Paus als plaatsvervanger van Christus hier op aarde verworpen werd, en men gezien had, waartoe dat primaat van den paus had geleid, zoodat hij zelfs leerde, dat hem èn het geestelijk èn het wereldlijk zwaard was gegeven, zoodat de kerk zoowel als de staat zich voor hem moest buigen, stelden de Gereformeerden daartegen over het koningschap van Christus, als de eenige Wetgever, Rechter en Koning, Daarom werd reeds op de Synode van Wezel 1571, door de saamgekomenen uitgesproken in art. 1: Geen kerke zal over een andere kerke, geen Dienaar des Woords, geen ouderling noch diaken, zal d’een over den ander heerschappij voeren, maar een iegelijk zal zich voor alle suspiciën en aanlokking om te heerschappen wachten.
Hierin wordt zoo juist geteekend het karakter eener Generale Synode. Men was zoo bang voor Hiërarchie, nu men verlost was van den druk van den paus en de bisschoppen, in één woord van de priesterheerschappij, dat men op het synodaal convent van Wezel zelfs uitsprak: cap. 8, art. 20: „Het dunkt ons ook niet ondienstig te zijn, dat deze classicale vergaderingen niet altijd op ééne plaats gehouden worden. maar het is beter, dat men de plaatsen dikwijls verandere om te voorkomen, heerschappij van d’eene kerk over de andere.
Zoo bevreesd was men, dat men de classicale vergaderingen zou aanzien voor een classicaal bestuur, dat in eene bepaalde plaats zijn zetel had. Men waakte dus wel voor de vrijheid der plaatselijke kerken. De Synode van Dordrecht 1578 nam art. 1 van Embden over, maar plaatste het in plaats van vooraan, geheel en al achteraan in art. 102 als een sluitstuk der Presbyteriaansche kerkregeering. De Synode van Middelburg 1581 plaatste het op een na achteraan in art. 68 en wijzigde de redactie in den vorm, zooals het thans in art. 84 der D.K.O. voorkomt. Het beginsel van art. 84, dat alle heerschappij van de eene kerk over de andere verbiedt is zuiver Schriftuurlijk. Als de discipelen den Heiland vragen: Wie van hen de meeste waren. neemt de Heiland een kind, stelde het in hun midden en zeide: Voorwaar zeg ik u, indien gij u niet verandert en wordt gelijk de kinderkens, zoo zult gij in het koninkrijk der hemelen geenszins ingaan, Matth. 18:3: Helaas, is dit bijbelsch beginsel van Art. 84 D.K.O. in den loop der tijden zoo geheel te niet gegaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1935

De Wekker | 4 Pagina's

Onze Kerkregeering

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1935

De Wekker | 4 Pagina's