Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

J.C. te L. vraagt: Was Eva in het werkverbond begrepen? De vrager meent dat de allen-omvattende beteekenis van het werkverbond te loor gaat bij de mededeeling der Schrift, dat Eva eerst in overtreding was. Kon dan een bondeling vallen vóór het verbondshoofd viel, of was Eva’s zonde iets zonder beteekenis voor het hoofd des verbonds, of was het mogelijk, dat Eva als bondeling uitviel uit het verbond der werken en Adam staande bleef? Zoo stapelt de vrager deze mogelijkheden op.
Achter deze vragen ligt het gevaar van een niet juiste beschouwing over het verbond, dat wij dat der werken noemen. Dat toch is geen atomistisch verbond, maar een organisch. Niet met elk, die er onder staat hoofd voor hoofd bekrachtigd, maar als een organische, allen en ieder in geslachten omvattende levensorde door God gesteld.
Het was allereerst gegrond in de scheppingsorde, waardoor God zich zijn schepsel en zijn schepsel tot zich in een bepaalde verhouding stelde, welke verhouding door het nadrukkelijk spreken Gods, voor den mensch tot een gekende levensorde werd.
De Adam — gelijk het in Gen. 2 altijd heet — ontving de openbaring van deze verbondsrelatie. De Adam is hier de mensch, in wien allen begrepen zijn.
Uit hem voortkomen was dus tegelijk staan onder dezelfde levenswet als hij, ja meer, ook van hem afhankelijk zijn, wat de zekerheid dezer verbonds-levens-positie betrof.
Dit organisch karakter des verbonds bracht dus mee, dat Eva er krachtens haar gebouwd zijn uit Adam ook onder stond en tegelijk dat nu in haar niet de beslissing kon vallen, die het verbond in de Adam zou moeten hebben.
Wanneer Adam Eva herkend en erkend als de uit hem genomene, dan is deze kennismaking voor Adam tegelijk een zien voor het eerst en verstaan tegelijk van zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van zijn geslacht, waarvan hij in de vrouw het eerste lid ontmoet en begroet.
Met het oog op deze positie van Adam zou het te denken zijn, dat het proefgebod, dat heenleiden wil tot een beslissing in de verbondspositie, alleen Adam gold en niet in dezen zin Eva.
Letten we nu bloot op de mededeeling der feiten, dan schijnt het wel, of Eva zelfstandig het verbond brak. Satan komt tot haar en spreekt met haar over den aard en strekking van Gods verbod. Straks overreed, wordt zij overtreedster van Gods gebod en eet. En zij gaf ook haren  man met haar en hij at, zoo deelt de Schrift mede.
Was Adam er bij tegenwoordig als zwijgend getuige? Kwam hij tijdens. het gesprek? Of was het na het plegen van Eva’s zonde, dat hij uit hare hand van de verboden vrucht at? Genesis 3 zwijgt, en deelt van Adams denken noch spreken ook maar iets mee.
1 Tim. 2 : 14 doet ons denken, dat de na voltooiing der zonde bij Eva, zij verleidster geworden is.
Is Eva’s zonde nu te zien als de val? Neen, de val kon alleen in den mensch Adam, plaats vinden. Dat was ook satan bekend.
Eva is dan ook niet als afzonderijk staande bondelinge verzocht noch gevallen. Zij is als vrouw verzocht. Zij was de naaststaande aan den man.
Als satan de mensch zoekt te vallen zal hij met manninne aanvangen. Die hem, door God zelf, tot een hulpe gegeven is, komt de verleiding tot den man. Wat de slang was voor Eva, wordt zij op haar beurt voor Adam. Eva’s zonde is derhalve te zien als de eerste wel geslaagde acte van het snood bedrijf van satan om de mensch te doen vallen, en niet als zelfstandige val. Haar val zal geen allen-omvattend effect gehad hebben, ware de mensch niet gevallen.
Bij de vaststelling van de schuld, wordt in de Schrift dan ook nimmer van Eva gesproken, alleen van Adam.
Wanneer in Rom. 5 b.v. sprake is van éénen mensch, door wien de schuld in de wereld gekomen is, en in wien allen gezondigd hebben, dan wordt Adam en niet Eva bedoeld.
En wanneer de Heere zelf in het paradijs komt om de schuld vast te stellen wordt niet Eva, maar Adam geroepen.
In Gen. 3:17 lezen wij dan nadrukkelijk, dat hem als de mensch verweten wordt, dat hij naar de stem van de vrouw geluisterd heeft, en het hem nadrukkelijk gegeven proefgebod, overtreden. Het aardrijk wordt dan ook met nadruk om zijnentwille vervloekt.
Wel wordt Eva afzonderlijk genoemd bij den vloek, maar die vloek treft haar juist als vrouw afzonderlijk, niet als bondelinge. Zij heeft tegen haar positie als vrouw gezondigd in haar verhouding tot den man, den mensch. In haar verhouding tot hem zal de vloek haar dan ook bijzonder treffen.
Satan verheuge zich echter niet over deze schijnbare triumf, dat hij den mensch vallen deed door die hem het allernaast stond. God zal door de vrouw, als levensmoeder, de laatste Adam tot de kribbe brengen. En Deze is getrouw in alles, ook tegen de verzoeking door eigen moeder en geliefde discipelen in.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1935

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1935

De Wekker | 4 Pagina's