Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De belijdenis en het Genadeverbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De belijdenis en het Genadeverbond

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In ,.De Saambinder” redacteur Ds. Kersten, lazen wij in het nummer van 14 November j.l., een stukje aan het adres van Ds. Woelderink, die in de „Waarheidsvriend”, orgaan van den Gereformeerden Bond in de Herv. Kerk, de uitspraken van de Gereformeerde Gemeenten in zake het verbond der genade onder de loupe genomen heeft. De lezers van „De Wekker” zullen weten, dat ook wij in „De Wekker” vóór enkele jaren eveneens deze uitspraken der Gereformeerde Gemeenteen aan Schrift en belijdenis hebben getoetst. Het is hierom, dat wij dan ook met bijzondere attentie kennis hebben genomen, van wat nu „De Saambinder” schreef. Wij toch hebben nimmer het genoegen gehad, dat onze crtiek werd beantwoord. In de Synodale uitspraken der Gereformeerde Gemeenten wordt geleerd, dat het genadeverbond van eeuwigheid is, dat het opgericht is met de uitverkorenen, dat Christus het Hoofd van het genadeverbond is.
Wij lazen nu in genoemde „Saambinder”, dat de Gereformeerde Gemeenten met die uitspraken de belijdenis niet hebben verminkt. Zij hebben de belijdenis noch verkort noch aangevuld. Alleen hebben zij zich geroepen gevoeld in zake het verbond der genadt uit te spreken, wat de belijdenisschriften dienaangaande leeren.
Wanneer dat waar is, wat hier staat, was het dan geen eisch voor de Gereformeerde Gemeenten geweest om haar uitspraken met de belijdenisschriften te staven?
Maar in de zes punten, waarin deze uitspraken zijn vervat, komt met geen enkel woord, noch veel minder met een heen-wijziging naar eenig artikel uit onze Gereformeerde belijdenis, zulk een confessioneele fundeering voor.
Dat was juist één van de zwakste zijden dezer kerkelijk uitspraak, dat men ten eenenmale in zulk een gewichtig stuk, als toch een dogmatische formuleering moet zijn, de Gereformeerde confessie heeft voorbijgezien, zoo niet verwaarloosd.
De Gereformeerde kerken hebben althans nog getracht om haar uitspraken, in 1905 gedaan, met de confessie te staven, | en verwijzen naar een artikel in de belijdenis, maar de Gereformeerde Gemeenten hebben dit in het geheel niet gedaan, en j dan gaat het toch niet op om zoo maar ] lukraak te zeggen en te schrijven „alleen hebben zij zich geroepen gevoeld in zake het Verbond der Genade uit te spreken, wat de Belijdenisschriften dienaangaande, leeren. Wij wachten nog altijd op het confessioneel bewijs.
Maar het zal hiermee wel gaan, als met een andere stukje in „De Saambinder”, waarin werd gesproken van die slappe infralapsariërs. Wij vinden zulke uitdrukkingen allertreurigst, omdat hiermede de Gereformeerde belijdenis wordt gesmaad, want deze belijdenis is door en door infra lapsarisch. Wij kunnen zulk een smadend spreken over de confessie begrijpen in het stelsel van een Kuyper, die dan ook eens heeft gezegd, dat alle sectarische woelingen op onzen vaderlandschen bodemvrucht zijn geweest van het infra lapsarisme, dat alom werd aangehangen. Maar wij hadden niet gedacht, dat Ds. Kersten al zoover in de Kuyperiaansche school gevorderd was, als thans blijkt.
Het Neo-Calvinisme wil nog rechtzinniger zijn dan Calvijn zelf. Wij hebben ten slotte niet te maken met vader Smytegeld en met vader Comrie en met vader… het gaat bij ons om de Gereformeerde belijdenis. En wanneer de Gereformeerde Gemeenten den weg opgaan om deze los te laten of te verdogmatiseeren, dan zullen wij haar op dit pad van Neo-Calvinisme niet volgen. Calvijn had een zuivere en schriftuurlijke verbondsleer, die de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Kerken ten voorbeeld moge zijn.
Comrie is op dit gebied geen autoriteit en wat de Gereformeerde Kerk uit de 18e eeuw aan het adres van Comrie heeft gezegd. herhalen wij aan het adres der Gereformeerde Gemeenten: „Laten nochtans sommige onvoorzichtige uitdrukkingen, harde manier van handeling, en bijzondere gevoelens tot verantwoording van den Eerw. schrijver over." (Classis Leiden en Neder-Rijnland den 27sten September 1753.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1935

De Wekker | 4 Pagina's

De belijdenis en het Genadeverbond

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1935

De Wekker | 4 Pagina's