Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ambtelijke bediening van den Christus in de geloovigen (2)

Bekijk het origineel

De ambtelijke bediening van den Christus in de geloovigen (2)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij merkten een vorige maal op, hoe men heeft te onderscheiden tusschen de weldaden van Christus en den persoon van Christus. De weldaden geworden ons uit den persoon. Alleen in gemeenschap met zijn persoon kunnen wij zijn weldaden deelachtig worden.
Zoo kunnen b.v. sommige beloften ons troosten en verkwikken, er kan uit de beloften somtijds zulk een glans uitstralen, dat er eenige verheuging uit ontstaat; terwijl dit toch nog iets anders is dan volle vereeniging des geloofs met den persoon van Christus. In die vereeniging zelf wordt ten volle ervaren, hoe de ambten van Christus in ons werken.
Hij laat die ambtelijke bediening ervaren in alle drie de stukken die tot zaligheid gekend moeten worden: ellende, verlossing, dankbaarheid.
Deze vereeniging nu met Christus geschiedt door den Heiligen Geest. De Heilige Geest is het, die naar de „huishouding" der goddelijke Drieëenheid de weldaden van Christus toepast, en dat wel door deze nauwe mystieke vereeniging met Christus tot stand te brengen. Zijnde deze vereeniging der zaak van bij uitstek geestelijken aard, zoo is het speciaal het werk des Heiligen Geestes dit tot stand te brengen.
De Heilige Geest is de persoon, die de werken Gods kroont, die alles uit den Christus tot den Vader opleidt. Hij is het daarom die den Christus verheerlijkt; Hem opluistert met name hierin, dat Hij datgene wat Christus is en bezit voor Zijn volk, nu ook tot glorie van den Christus in dat volk uitdeelt; Hij doet Christus in hen leven, een gestalte krijgen; Hij „vervult" als het ware daarin Christus. Christus wordt daardoor de volle Christus in ons. Christus in de gemeente als belichaamd. De Heere is de Geest.
En de Geest laat den Christus functionneeren in de geloovigen, zoodat Christus in al Zijn heerlijkheid ten volle eerst uitkomt als Hij onze harten doorwoont, en in ons Zijn ambtelijk werk bedient tot de heerlijkheid Gods des Vaders; daartoe maakt de Heilige Geest ons Zijn tempelen.
De Heilige Geest die in Christus woont, is dezelfde die woont in Zijn gekochte en vrijgemaakte volk. Kortom, Christus is de fontein des levenden waters; en de Heilige Geest brengt dit water tot ons en in ons. Wat Christus verwierf, alles tezamen, is de Heilige Geest als de Geest der genade; als de Geest die ons mededeelt het leven Gods.
De Geest bedient alzoo den Geest. De Geest die den Christus de wereld in bracht, is ook weer de Geest, die van den Christus uitgaat tot heilsbediening. Christus zelf van den Heiligen Geest ontvangen schenkt ons ook weer den Heiligen Geest.
Tot zijn ambtelijk werk van eeuwigheid afgezonderd en mede ter bekwaammaking door den Heiligen Geest gezalfd, is het werk van den Christus in ons een gansch geestelijk werk.
Dit geestelijke werk vangt aan met het bij uitstek geestelijke werk der wederbaring onzes harten. In deze wondere daad des Heiligen Geestes maakt de Christus als het ware plaats voor Zichzelf in ons, en dat wel zóó, dat in deze wederbaring de ambtelijke bediening Christi met één gegeven is; d.w.z. dat deze wederbaring nooit los is van de drievoudige ambtelijke bediening als profeet, priester en koning. Deze drievoudige bediening nu is in hoofdzaak te onderscheiden in tweeërlei, namelijk gelijk de Christus zijn ambtelijke bediening oefent voorwerpelijk èn onderwerpelijk. Voorwerpelijk dat is meer bepaald de bediening, zooals daarin uitkomt, wat Hij in die ambten voor ons, ons ten bate doet.
Hij is de profeet die ons God verklaart, de priester die Zich voor zijn volk offert, de koning die de regeermacht over dat volk oefent; maar dan ook onderwerpelijk; d.i. gelijk Hij door die ambten nu functionneert in ons, in verwezenlijking en beoefening van het genadeleven zelf, In de wedergeboorte treedt dit dan compact saamgevat als het ware daarin uit, dat Hij als profeet krachtdadig onwederstandelijk inwendig roept, als priester de liefde uitstort, als koning den tegenstand breekt, en een gewillig buigen veroorzaakt.
Maar dit alles wordt nu in het leven der geloovigen, in de beleving van genade nader en dieper uitgewerkt. Dit alles hopen we nu in volgende artikelen nader te gaan toelichten; dus naar de onderwerpelijke, wilt ge naar de Schriftuurlijk bevindelijke zijde.
Als Christus de zonne moge worden genaamd, dan verlicht Hij als profeet onze inwendige duisternis en dwaasheid, dan geneest Hij als priester, en dan doodt Hij , als koning de zondige kiemen; en doet de levenspotenties (aanvangsmogelijkheden) ontwikkelen en groeien.
Dit alles naar de drie bekende stukken, gelijk wij zeiden.
Maar we hopen het alles nader in vervolgstukken toe te lichten.
(Wordt vervolgd.)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1936

De Wekker | 4 Pagina's

De ambtelijke bediening van den Christus in de geloovigen (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1936

De Wekker | 4 Pagina's