Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor vijftig jaren (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor vijftig jaren (6)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Om dit besluit van 10 Sept. 1885 n.l. te breken, door Voorthuizen's Kerkeraad genomen, terwijl Kootwijk gelijk besluit eerst nam in Januari 1886, heet dus Voorthuizen de moederkerk der doleantie. En waarom was er nu zooveel tijd tusschen besluit en uitvoering? Toen het Ds. H. de Cock, na het vertrek van Ds. Scholte, 12 October 1834 duidelijk was geworden, dat Afscheiding van de Herv. Kerk eisch des Heeren was, hoe lang hij ook er tegen geworsteld had, wachtte hij niet enkele maanden, maar werd hij, nadat die inwendige overtuiging, wat de weg des Heeren was, hem klaar en duidelijk was geworden, ook terstond gehoorzaam aan 's Heeren eisch.
Alzoo deed men te Voorthuizen niet. Nu echter Kootwijk brak met de synodale hiearchie, achtte men te Voorthuizen den tijd rijp om ook te breken. Aan de Kerkeraden der Hervormde gemeenten, zond de kerkeraad van Voorthuizen op 11 Februari eene uitnoodiging om zijn voorbeeld te volgen, daarin wijzende op hetgeen te Amsterdam met de attestenkwestie geschied was. Die attestenkwestie zou nu ook in Friesland ontstaan. Te Kollum stond als predikant Ds. Van Kasteel.
Aldaar was de dochter van den burgemeester met attestatie van IJsselmonde overgekomen. De Kerkeraad eischtte van haar instemming met de Apostolische geloofsbelijdenis. Zij weigerde zich hierover uit te laten, waarop de Kerkeraad weigerde haar in te schrijven in het lidmatenboek. Haar vader bracht deze zaak voor het klassikaal bestuur van Dokkum.
Dit bestuur, bestaande uit mannen van Gereformeerde belijdenis, stelde den Kerkeraad van Kollum in het gelijk. Nu bracht de vader de zaak voor het provinciaal Kerkbestuur van Friesland. Dit bestuur dacht er anders over en beval den Kerkeraad van Dokkum juffrouw Witte-veen in te schrijven. Kollum weigerde. Op de Friesche Gereformeerde predikanten-vergadering kwam de Amsterdamsche schorsing der 80 kerkeraadsleden ter sprake en werd 10 Febr. aldaar besloten haar medegevoel uit te spreken met de geschorsten.
Op die vergadering was ook tegenwoordig Ds. Ploos van Amstel uit Reit-sum, die mededeeling deed van hetgeen 9 Febr. te Reitsum was geschied. Aldaar was dien avond door den Kerkeraad het besluit genomen om met de synodale organisatie te breken. Ds. Kasteel riep toen
uit: Och was Kollum ook zoo ver. Het duurde dan ook maar enkele dagen of ook Kollum volgde den weg door Reitsum genomen.
Meerdere gemeenten in Friesland volgden en wierpen het synodale juk af voor heel de gemeente, al bleef ook een grooter of kleiner deel bij de Hervormde Kerk. Onder de gemeenten, die met de Synode den band braken behoorden Anjum en Augustinusga, Garijp en Herflaard en Heeg. Die gemeenten met hun predikanten gingen dus in doleantie en braken wel den band met de hoogere besturen, doch niet met de Ned. Herv. Kerk. Zij pretendeerden zelfs, nu de echte herstelde Geref. Kerk van Nederland te zijn, die na eene zeventigjarige ballingschap in Babel, weer in Juda teruggekeerd waren.
Zoo nam vooral in Friesland de doleantie toe! Vooral Ds. Ploos van Amstel, die ook bij de Christelijk Gereformeerden in Friesland in hooge achting stond en allerwege ,.Vader Ploos” werd genoemd, gaf door zijn voorbeeld aan velen den stoot om ook te gaan doleeren. Doch de dolee-rende gemeente van Reitsum ging nu niet tot de Christelijke Gereformeerden, en evenmin die van Kollum, al was daar ook in die plaats eene Christ Geref. gemeente, maar stelde zich tegenover haar. Ieder die art. 28 onzer Geloofsbelijdenis kent, dat niemand, zoowel een kerk als een persoon
Op zichzelf mag blijven staan, maar zich moet voegen bij de kerk des Heeren, die er reeds is, zal moeten erkennen, dat hier reeds een verkeerden weg werd bewandeld.
Wat ons in 1892 door de Geref. kerken kwalijk is genomen, werd in 1886 door de doleerenden gedaan. Een kerk stichten tegenover de kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Voor vijftig jaren (6)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1936

De Wekker | 4 Pagina's