Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor vijftig jaren (8)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor vijftig jaren (8)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de Leeuwarder Conferentie 18 Aug. 1886 was dus principieel het verschil tusschen scheiding en doleantie voorgesteld. De scheiding wilde formatie van een ware Geref. kerk, de doleantie reformatie van een misvormde kerk. Nu was dit eerste niet waar, want de Afscheiding wilde geen nieuwe kerk stichten, maar de oude Geref. kerk voortzetten, door zich van de liberale of Herv. kerk af te scheiden en terug te keeren tot de Geref. kerk onzer vaderen. Daarom houden wij vast aan de continuïteit of voortzetting der aloude Geref. kerk vóór 1795, en verwerpen beslist dat wij een nieuw soort Geref. kerk zijn.
Neen, zegt de doleantie: De scheiding is een nieuwe kerk, ja eene bijkerk tegenover of naast de Herv. kerk. Gij hebt in 1834 niet goed gehandeld, gij hebt uwe moeder de kerk verlaten en wij zijn bij haar gebleven, ondanks hare gebreken. Wij doleerenden hebben getracht de kerk in de kerk te herstellen en zijn nu tot de overtuiging gekomen, dat onze oude moederkerk lijdende is onder eene verkeerde en zondige organisatie. Neem die valsche organisatie weg en de kerk is hersteld. Zij was in 1834 en nu in 1886 geen valsche kerk, zooals de confessie in Art. 29 zegt, maar eene groep ware Geref. kerken onder een synodaal juk. Hieruit volgt dat óf de scheiding óf de doleantie het hebben misgehad.
Dr. Hoedemaker, die te Leeuwarden ook tegenwoordig was, zag wel in dat de doleantie tot scheuring zou leiden, maar de voormannen der doleantie hielden vast aan het beginsel: geen afscheiding maar blijven in de Herv. Kerk, doch dan zonder het synodale juk. Ds. van Kasteel drukte het uit te Leeuwarden met deze woorden: ,D,e plaatselijke kerk van Kollum heeft (na de doleantie) niet opgehouden tot de kerk van Nederland te behooren, maar is slechts van organisatie veranderd.
Bij de vier doleerende kerken: Kootwijk, Voorthuizen, Reitsum en Kollum voegde zich op 16 Juli Leiderdorp, waar Ds. G. Vlug predikant was. In dat Zuid-Hollandsch dorp hadden op 25 Juli tooneelen plaats, die ons doen denken aan hetgeen in October 1834 te Ulrum geschied is. De eerste vier gemeenten vergaderden ook na afwerping van het synodale juk in vrede, zonder door de wereldsche macht daarin gestoord te worden. Te Leiderdorp ging het anders toe. Toen Ds. Vlug uit Nijkerk aldaar beroepen was, had hij den Kerke-raad van Leiderdorp er op gewezen, dat hij, de zwager van Ds. Houtzagers, met de doleantie wilde meegaan. De kerkeraad verzekerde hem, dat hij ook dan aan zijne zijde stond. Alzoo kwam Ds. Vlug in April 1886 aldaar. Reeds was er te Leiderdorp een attestenkwestie over de weigering tot inschrijving van twee moderne meisjes. Het classicaal bestuur zond eene commissie om den kerkeraad te bewegen tot inschrijving. Ds. Keers van Hazerswoude adviseerde: eerst inschrijven en daarna censureeren, m.a.w. eerst een moderne in het lidmatenboek als lid opnemen en toegang geven aan het H. Avondmaal en daarna het Avondmaal ontzeggen. Terecht werd dit door den kerkeraad van Leiderdorp geweigerd.
Intusschen waren de 5 predikanten en 75 kerkeraadsleden te Amsterdam, die die 4 Januari geschorst waren en als geschorsten in localen vergaderden, door de Synode afgezet. Opdat zij niet beschuldigd zouden worden, tijdens hunne schorsing ambtelijk te zijn opgetreden, noemden zij hunne prediking in de localen „Bijbellezingen”. Ook andere predikanten die nog in de Hervormde kerk stonden, kwamen prediken in de localen en gaven daarmee hunne sympathie met de geschorsten te kennen. Dit zou hen straks in moeilijkheden kunnen brengen. De geschorsten werden daarop door de Synode afgezet en nu koos ook Ds. G. Vlug met zijn kerkeraad voor de doleantie en maakte Ds. Vlug Zondag 18 juli 1886 aan zijne gemeente bekend, dat de kerkeraad met de synodale organisatie gebroken had. Ds. Vlug preekte dien morgen over psalm 124 : 7, 8: „De strik is gebroken en wij zijn ontkomen”. Zondag 25 Juli zouden zich tooneelen voordoen te Leiderdorp, die veel gelijkheid hadden met de Afscheiding te Ulrum in 1834 op 19 October, toen Ds. H. de Cock in het kerkgebouw, staande op een bank in het doophek, predikte.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Voor vijftig jaren (8)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1936

De Wekker | 4 Pagina's