Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het kruis en het familieleven (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het kruis en het familieleven (1)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus nu ziende zijn moeder en den discipel, dien Hij liefhad, daarbij staande, zeide tot zijne moeder: Vrouwe, zie, uw zoon. Daarna zeide Hij tot den discipel: Zie uw moeder. En van die ure aan nam haar de discipel in zijn huis.Johannes 19 : 26—27.

In deze lijdensweken willen wij naar Golgotha, en wij zeggen:
Uw kruis is in 's werelds gewemel De rots, die de golven bespot. Mijn staf op reis naar den hemel Mijn lichtladder Jakobs tot God.
Het kruis en de zonde... wij buigen ootmoedig het hoofd.
Het kruis en de genade... wij heffen het hoofd hoopvol omhoog.
Het kruis en het familieleven ... en wij wrijven ons even langs het hoofd, want wij verstaan dat toch niet zoo goed, als wanneer wij het kruis zien in den nacht der zonde, of als een hemelladder zien staan naar den troon van Gods genade. En toch is hier zulk een rijke les en zulk een lichtend spoor in deze haatdragende en door grief en smaad verscheurde wereld.
Wij hebben hier het derde kruiswoord.
Het woord tot den moordenaar gesproken was een koninklijk woord, vol van majesteit en heerlijkheid, als wij daar zien, hoe in twee doornagelde handen de sleutels rusten van het hemelsch Paradijs.
Maar dit derde kruiswoord is zoo vol teederheid, zoo vol innigheid, zoo vol levenswarmte, dat elk hart, dat niet geheel afgestompt is, hier even luisteren moet. Het tweede kruiswoord, tot den moordenaar gesproken, legt het woord „verbazend” ons op de lippen, als wij in doorboorde handen zulk een schepter zien. Het derde kruiswoord tot Maria, de moeder des Heeren gericht, legt geen enkel woord ons op de lippen, maar roert de fijnste snaren onzer ziel.
Hier is een tafereel, hier is een kruiswoord, dat geen taal, geen sterfelijke lippen, geen penseel van den grootsten kunstenaar naar waarde teekenen kan.
Maria, de moeder des Heeren, starend met een betraand oog en met een zwaard in haar ziel op het kruis van haar zoon.
Jezus, hangend aan het vloekhout, zijn blik vol deernis richtend op zijn moeder. Wie kan ooit zeggen of uitbeelden, wat diepte van liefde, wat teederheid van ziel, wat roering des harten hierin besloten ligt.
Misschien — misschien — kan die moeder bij benadering het diepst dit tafereel aanvoelen, die weet, wat het is, een dierbaar kind, een veel geliefde dochter, een veel belovenden zoon, een eenigst pand te verliezen. Misschien, — misschien — zij, die weten, wat zielesnaren werden geroerd, toen het oor een laatste woord, een laatste blik, een laatste groet van een stervenssponde opving. Men heeft getracht dit zie-lewee van Maria te vertolken, en bekend is het, hoe Thomas van Celano deze smart heeft trachten uit te klagen in het wereldberoemd:
Stabat Mater dolorosa,
Juxta crucem lacrimosa,
Dum pendebat Filius.

door Vondel aldus weergegeven:
Jesus, nat bekrete Moeder
Stond bij 't kruis, daar ons Behoeder,
Haar beminde Zoon aan hing.

Maar zelfs dit roerend „Stabat Mater” vermag niet de zielesmart te vertolken, die aan den voet van het kruis door een Maria's hart snijdt.
Wij willen met elkander in dezen lijdenstijd dit testament van den stervenden Heiland lezen, dat Hij toch ook in onze handen heeft gelegd.
Al is er een cordon van ongevoeligheid rondom het kruis getrokken, al sist en tiert haat en nijd, die als vlammen uitslaan aan den voet van het kruis, al is daar een massa om Jezus, den Gekruiste, te smaden, dan doet het juist daarom te meer weldadig aan om bij dit kruis een klein gezelschap te vinden, dat in de eenheid der liefde Christi daar staat.
Mochten wij bij dat klein gezelschap geteld worden! Hoe zou dan in de kerk en in menigen anderen kring tot klaarheid stijgen:
Ai, zie, hoe goed, hoe lieflijk is 't, dat zonen
Bij 't zelfde kruis, als broeders samenwonen,
Daar 't liefdevuur niet wordt verdoofd.

A.(Apeldoorn)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Het kruis en het familieleven (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 maart 1936

De Wekker | 4 Pagina's