Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor 50 jaren (11)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor 50 jaren (11)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu heb ik met het voorgaande niet bedoeld, dat er geen predikanten waren onder de doleerenden, die „Jezus en Dien gekruist” niet in het midden der prediking zetten, maar de roes der doleantie had velen gegrepen. Hierdoor werd mijn hart al meer en meer overgebogen tot de Christ, Gerei. Kerk. Toch ging ik zoo nu en dan nog wel eens naar Leiderdorp. Ik had daar onder de doleerenden ook lieve broeders en zusters aangetroffen, met wie ik van harte vereenigd was in zake het leven der genade. Zoo had ik dus een keer na den kerkgang te Leiderdorp gehoor gegeven aan het verzoek van een doleerenden broeder om mee te gaan koffie drinken. Men had druk te praten, doch waarover? In die week was door den Hervormden pas gekozen Kerkeraad eene circulaire gezonden aan al de leden der Herv, kerk met verzoek hun naam te teekenen als zij Hervormd wilden blijven. Van doleerende zijde waren daarop de doleerenden bewerkt toch vooral niet op die circulaire te antwoorden, dat zij met de Herv. Kerk braken. Dan kon die synodale kerkeraad geen nieuw lidmatenboek aanleggen of de doleerenden schrappen in het Herv. lidmatenboek. Zij hadden den mond vol over dezen truc ten opzichte van den nieuwen Hervormden Kerkeraad.
Daardoor gingen mij de oogen voor goed open inzake het oneerlijk beginsel der doleantie, nu. theoretisch Hervormd blijven met opzeggen van de gehoorzaamheid aan de Synode en in de practijk der Hervormde Kerk verlaten. Door zulk een weg van overtuiging heeft God mij afgescheiden gemaakt en aan den lijve doen gevoelen dat scheiding en doleantie twee beginselen vertegenwoordigen, die nooit, ook in 1892 niet, konden vereenigd worden, ‘t Is of gehoorzaamheid aan Art, 28 en 29 van onze Nederlandsche geloofsbelijdenis, n.1. zich afscheiden van de valsche kerk, zooals Dr. de Cock in 1834 deed, of de Herv, Kerk erkennen voor de ware Gereformeerde Kerk, die alleen van organisatie moet veranderd worden.
En zoo ben ik, al schrijvend, gekomen tot eene confidentie, tot een persoonlijk getuigenis van den weg, dien God met mij hield vóór vijftig jaren, en van de plaats in de kerk waar de Heere mij bracht en waar ik eerst niet wilde wezen. Van achteren heb ik vaak gedacht: Had de Heere mij niet zoo duidelijk overtuigd van het verschil in en de onmogelijkheid van de vereeniging dier beide elkaar tegensprekende beginselen, dan ware ik misschien in 1892 met de vereeniging medegegaan.
En waarom nu deze confidentie? Toen ik ze geschreven had, kwam de gedachte bij mij op ze niet in „de Wekker” te plaatsen. ‘t Kon den schijn hebben van zelfverheerlijking. althans mij zelf op den voorgrond te plaatsen. Toch liet ik deze regelen staan. Het ingezonden stuk van br. Buter, dat er op wees, dat ik den strijd persoonlijk heb meegestreden en dat het tegenwoordig geslacht zoo weinig meer van die tijden afweet en de kerkelijke beginselen niet meer juist weet te formuleeren, zoodat er gevaar is voor verflauwing der grenzen, deed mij besluiten deze confidentie niet weg te laten.
‘t Is thans een tijd, waarin vele jongeren roepen: Geen dogma’s, geen kerkrechtelijke verschillen, maar „goed leven”, alsof er een „goed leven” kan zijn als het niet is naar Gods Woord. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden, zoo het niet is naar Gods Wet, welke alleen de maatstaf des levens kan en mag zijn. Hoe zal er liefde zijn voor de kerk der vaderen, door de reformatie der zestiende eeuw en door de Scheiding opnieuw gezuiverd, en, gegrond op de zuivere Gereformeerde belijdenis, op de dogma’s daarin geleerd? Afwijking in de ethiek voert tot afdwaling van de zuivere dogmatiek en verlating van den weg der gerechtigheid tot loslaten van de oude Gereformeerde leer en van het ware beginsel der Scheiding, want dat beginsel eischt niet alleen een breken met een valsche Kerk, maar ook een liefhebben van de Kerk die gekenmerkt wordt door de zuivere bediening des Woords en der Sacramenten. Houdt wat gij hebt, opdat niemand uwe kroon neme, geldt bijzonder voor het geslacht, dat doorvloeit in het verlaten der beginselen,

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Voor 50 jaren (11)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 april 1936

De Wekker | 4 Pagina's