Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vragenbus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Begraven- Cremeren.

K. T, te O,
en anderen vragen naar de geoorloofdheid van de lijkverbranding, waarbij de een meer op deze, een ander meer op een andere zijde van dit vraagstuk den nadruk legt. Daarom in ’t kort een algemene beantwoording.
Vooreerst zij opgemerkt, dat het nier juist is te meenen, dat met het al of niet vasthouden aan het begraven van onze dooden de christelijke belijdenis van de wederopstanding der dooden staat of valt.
Ook bij de asch van haar verbrande martelaren, die soms naar de vier windstreken verstrooid was, belijdt de kerk Ik geloof de wederopstanding der dooden.
Ook is het niet juist te zeggen, dat verbranden alleen heidensch en begraven alleen christelijk zou zijn. Ook de heidenen kenden de begraving der dooden.
Wel is het zoo, dat, naarmate het christendom als een zout het leven doortrok daar, waar het verbranden in zwang was, dit meer en meer plaats maakte voor de christelijke wijze van begraven.
Dat er sinds het laatste kwartaal van de vorige eeuw zoo ijverige propaganda gemaakt wordt voor de moderne wijze van verbranding, in de crematie, is niet uit de doorwerking van het christendom te verklaren, maar eer als een bewijs van invloed van terugkeerende modern heiden-sche beschouwingen te zien.
Over het algemeen heeft het christendom zich dan ook van meetaf tegen deze oude nieuwigheid verzet.
Dat in ons land de lijkverbranding oogluikend wordt toegestaan vindt zijn oorzaak in het feit. dat er in de begrafeniswet van 1869 een leemte is, waardoor het juridisch niet mogelijk schijnt dit als strafbaar feit tegen te gaan.
Wat zegt nu in dezen de Schrift?
Een uitdrukkelijk gebod voor begraven heeft zij niet, evenmin als dat zij een uitdrukkelijk verbod tegen verbranden heeft. In bepaalde gevallen kent de Schrift de geoorloofdheid der verbranding. Zoo in Jozua 7; Lev. 20 : 14 en 21 : 9. Toch blijft hier de vraag, of dit te zien is als een bepaalde vorm van lijkbezorging. Veel meer staat hier de uitvoering van een vonnis op den voorgrond.
Al heeft de Schrift geen letterlijke uitspraak in deze materie, zij toont ons wel een doorgaande gedachte. En dan staat het vast, dat het begraven der dooden door haar als regel gekend wordt. Een andere wijze van doen wordt door haar als uitzondering geteekend. Ja, als een oneer. Jerem. 16 : 6.
Eigenaardig is de bepaling in Deut. 21 : 23 waar voor den gehangene uitdrukkelijk geëischt wordt, dat hij begraven zal worden. Rabbijn S, Ph. de Vries wijst er in zijn „Joodsche Riten en Symbolen” op, dat, zoo wij naast dezen eisch tot begraven van den gehangene stellen, de ons in Gen. 40 : 19 medegedeelde gewoonte der Egyptenaren ten aanzien van de gehangenen, hier dan toch wel een nadrukkelijke eisch tot begraven is. Inderdaad staat het daar zeer nadrukkelijk: begraven, begraven zult gij hem. Bij ons vertaald: gij zult hem zekerlijk begraven. Met Egypte achter zich en de gedachte, dat het maar een gestrafte was, zou men gemakkelijk zulk eenen de begrafenis kunnen onthouden. God beveelt echter met nadruk met hem niet anders te doen dan met alle andere gestorvenen.
Ook in het Nieuwe Testament is de gedachte aan het begraven der dooden altijd vastgehouden. Geen wonder dan ook, dat begraven christelijke traditie geworden is en het loslaten daarvan, in de crematie, gezien wordt als anti-christelijk.
Inderdaad schuilt er dan ook in de begrafenis een bevestiging van de christelijke belijdenis, die de crematie absoluut mist.
Een bevestiging naar meer dan een zijde. Allereerst is het gaan begraven van onze dooden een ootmoedige onderwerping aan het oordeel en het gericht dat God over ons om der zonde wil heeft uitgesproken: Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeeren. Zeker de crematie heft dit oordeel niet op; maar zij grijpt er wel eigenmachtig bij in, en maakt het in haar oven tot een proces, waarbij zij zelf de leiding heeft. De Christen, die zijn dierbare afgestorvenen aan het graf toevertrouwt, legt de voltrekking van het oordeel Gods aan hunne lichamen in de hand Gods en treedt dan zelf terug. Zoo wordt het begraven een religieuse handeling met een zin, die de crematie mist.
Bovenal denken wij aan het graf van Christus. Het opkomen van de gedachte: Christus en het crematorium, is voor ons gevoel reeds heiligschennis. Hij heeft het graf geheiligd voor de zijnen en niet de oven en het columbarium. Een Christen wenscht daarom begraven te worden. Heeft niet de opstanding, waarbij hemelingen in het graf werden aangetroffen, het gepredikt, dat het graf nu van karakter veranderd is Het werd door Christus’ borgwerk de stille rustplaats van Gods dooden, waar zij in hope rusten.
Vooral deze christelijke hoop ten opzichte van de lichamen der gestorvenen is het die door de begrafenis ondersteund wordt. In 1 Cor. 15 wordt met het oog op de heiliging van het graf door Christus van de christelijke begrafenis als van een zaaien gesproken. Het verderfelijke wordt gezaaid in hope van de opstanding daarvan in on verderfelijkheid. In de crematie wordt het hopelooze gedemonstreerd. Wat totaal waardeloos is wordt verbrand, men geeft het over aan het vuur. Zoo is het naar christelijk belijdenis met ons lichaam niet. Het is door Christus gekocht en heeft toekomst door Hem, ook in het graf.
Ik weet, dat hier ook hygiënische en andere motieven worden aangevoerd, maar die zijn voor den Christen in dezen niet beslissend.

Met Gods woord in de hand is de crematie anti-christelijk en menschonwaardig. Daarom blijve ons protest tegen haar van kracht.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Vragenbus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 mei 1936

De Wekker | 4 Pagina's