Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De theologie van Karl Barth (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De theologie van Karl Barth (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als Barth over theologie spreekt verstaat hij daaronder niet een wetenschap, die allerlei mooie en schoone bespiegelingen over God houdt, of een systematische uiteenzetting geeft van God, die in alle deelen sluit als een bus. Theologie beoefenen is volgens Barth een ootmoedig luisteren naar de openbaring Gods, in het Woord, de Sacramenten en de kerkelijke prediking.
De theoloog is de ontvanger en God is de mededeeler der waarheid.
Theologie beoefenen is dus niet een van den mensch uit willen opklimmen tot God, want dat is louter hoogmoed, maar een ootmoedig luisteren naar God. om dan de ontvangen boodschap moedig door te geven aan anderen.
Als zoodanig is de theoloog openbaringsgetuige, naar ’t woord van Jezus; gijlieden zult mijne getuigen zijn. Barth toch wil niets minder, maar ook niets meer zijn dan zulk een getuige. Hij wil getuigen, van God, dus van die heel andere werkelijkheid Gods dan die onzer voorstelling, van een werkelijkheid, die als ’t ware al onze z.g. menschelijke werkelijkheid opheft.
Wij kunnen God niet kennen uit en van ons zelf; ook niet uit een z.g. semen religiones, een soort ingeschapen zaad der religie, zooals Calvijn beweerde. Wij kennen God niet. Maar, gelukkig, wij worden van God gekend! En dat maakt Hij ons openbaar! En voorzoover Hij ons dat nu openbaar maakt beginnen ook wij God te kennen. Dus de kenbron van God moet niet in de z.g. geloofservaring gezocht worden; in den vromen, godsdienstigen mensch is God niet te kennen.
Zulk een religie is een hoogmoedige poging om den mensch te verheffen ten koste van God, een poging om naar den hemel op te klimmen en zelf uit te maken, wie en wat God is. Het is een feit, dat met name in Duitschland de theologie op het standpunt stond, dat de kenbron van God eigenlijk in de handen van den mensch ligt, dus ook de zaligheid ligt in de handen van den mensch. Wie is God? Wat wil Hij met ons? Wat heeft de wereld aan God, wat heb ik persoonlijk aan God?
Ziedaar vragen, die de menschheid door alle eeuwen heen gedaan heeft en nog doet. De z.g. subjectivistische theologie zegt; „op al die vragen, kun je in je eigen vroom, godsdienstig gemoed wel een antwoord vinden.” Als de mensch dat ant woord maar tracht op te diepen uit zijn innerlijk bestaan, nu dan is hij klaar, gelukkig, gered, een christen, enz, enz.
Barth zegt echter iets anders. Hij zegt: de mensch is zoo leeg aan God, zoo gescheiden van God, zoo vervreemd aan God, zoo vijandig tegen God, dat uit dat menschenhart alleen maar opkomt de brallende taal der godloosheid: daar is geen God. Ps. 14. Barth zegt: „lees Romeinen 3 maar eens goed, dan zult ge wel bemerken, hoe ’t met die z.g. kennis van God bij den mensch gesteld is, vrs. 17 „daar is geen vreeze Gods voor hunne oogen.” Geen mensch weet, wie God is, en geen mensch kan zeggen, wat God met den mensch, met deze wereld bedoelt!
Als God dan ook zijn critiek laat gaan over des menschen Godsdienst, dan ontdekt Hij er niets van zichzelf in, dan is er alleen maar een ledig bij den mensch. En dat ledig is zoo aan God ontzonken, dat het op zichzelf nog niet eens een aanknoopingspunt voor God biedt om er zijn volheid in uit te storten. Kan geen mensch dus de vragen der ziel beantwoorden, dat kan God zelf wel. En dat doet God ook, dat doet Hij in zijn openbaring, en die openbaring beluistert Barth in Gods Woord, de Sacramenten en de kerkelijke prediking. Wanneer kunnen en zullen we nu naar God luisteren? Dan, als wij al onze vooropgezette meeningen en leerstellingen om Gods wil hebben prijsgegeven, ja, dan eerst zullen wij hooren, wat God in zijn openbaring ook tot ons te zeggen heeft. Is er dus geen weg van den mensch uit naar God, er is wel terdege een weg van God uit naar den mensch. En op dien weg nu wil Barth ons wijzen. Hij wordt niet moede ons te prediken, dat de religieuze mensch niet de bron en maatstaf der waarheid in zichzelf heeft, in zijn uit denken opgebouwd stelsel, in een idee of beginsel, want dat is de paradijszonde, de dwaling van den z.g. autonomen mensch. Bij Barth treedt vanzelf de z.g. transcendentie Gods, dat God is boven alle dingen, dat God is heel anders dan alle dingen, dat God wezenlijk is onderscheiden van alle dingen op den voorgrond.
Let wel. Barth ontkent niet de immanentie, zooals sommigen meenen, maar heel zijn theologie bouwt hij niet op beiden, op Gods zijn boven alle dingen en Gods zijn in alle dingen, doch hij bouwt zijn theologie sterk toegespitst in hoofdzaak op de transcendentie. Zeker, mede uit reactie tegen hen, die alleen bouwen op de immanentie-idee, en tot het pantheïsme overhellen.
God is voor Barth de gansch andere, de transcendentale, de souvereine God. En die souvereiniteit van God wil Barth door niemand en niets begrensd zien.
Wie deze souvereiniteit ook maar door iets wil begrenzen, al was het maar door een z.g. norm of wetmatig principe, zelfs van God uit gedacht, vergeet gewoonweg, al bedoelt hij ’t nog zoo goed, dat God waarlijk God is.
Dat Barths souvereiniteits-idee als een duidelijk merkbare draad door heel zijn theologie heenloopt hoop ik u D.V. aan te toonen als ik u iets weergeef uit enkele hoofdstukken van Barth’s theologie. Meteen hoop ik dan mijn bedenkingen te opperen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1936

De Wekker | 4 Pagina's

De theologie van Karl Barth (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 augustus 1936

De Wekker | 4 Pagina's