Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Indrukken en ervaringen (15)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Indrukken en ervaringen (15)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste dagen van mijn verblijf in Amerika had ik mijn Centrum weer in Grand-Rapids, en van daaruit heb ik verschillende plaats kunnen bezoeken, die ik hier allen maar niet zal beschrijven.
Voor één bezoek moet ik echter een uitzondering maken en dat is de Niagara watervallen:
De Niagara watervallen……
Wie heeft er niet van gehoord of iets over gelezen.
Ik herinner mij nog levendig de plaat, die wij er van op onze school hadden en de teekeningen, die onze onderwijzer op het bord maakte, om ons een getrouw mogelijk beeld van de werkelijkheid te geven. Begrijpelijk, dat toen eenmaal tot deze reis besloten was, ook een bezoek aan deze wereldberoemde watervallen op het program stond.
Maar hoe en van uit welke plaats zou deze bezocht worden. Kennissen in Holland, die ze bezocht hadden raden mij aan het op mijn weg van New York naar Grand-Rapids te doen. De trein stopte er in de onmiddellijke nabijheid en men kon ze dan heel gemakkelijk en met weinig tijdverlies bewonderen. Nu leek mij dat niet aantrekkelijk, want mijn reis naar Grand Rapids was voor een groot deel een nachttrein en de trein stopte des nachts wel in Buffalo, maar dan was ik nog niet aan de watervallen,
‘k Besloot dus: op die reis ze niet te bezoeken en af te wachten, hoe de dingen verder zouden worden geleid.
Voorloopig werd het bezoek geheel op den achtergrond gedrongen, maar daarmee toch niet vergeten. Zoodra ik weer in Grand Rapids teruggekeerd was en van daaruit naar het Oosten vertrekken zou, kwam het bezoek aan de Niagara weer op den voorgrond.
Allerlei mogelijkheden en reisgelegenheden werden overwogen, maar het kwam niet tot een beslissing. Ik stond voor de keus de reis per auto of per trein te doen. Maar men denke er niet gering over. Grand Rapids is ongeveer 450 Mijl van de Niagara verwijderd, dus dat is ongeveer de afstand van den Haag naar Parijs. Niet eenvoudig. En dan de tijd, dien men er voor noodig heeft. Niets was mij zoo kostbaar als tijd, want hoe dichter men bij het eind van de reis komt, hoe kostbaarder de minuten worden.
Dit heb ik op al mijn reizen kunnen ondervinden en niet het minst op deze. Er was dan ook nog geen oplossing, toen ik Zaterdag 18 Juli naar Kalamazoo ging, om daar Zondag te preeken en Maandagavond een lezing te houden. Ik logeerde daar bij Br. Luijendijk, en in zijn huis viel de beslissing. Want toen hij mij Dinsdagmorgen met zijn auto naar Grand Rapids terug bracht, wist ik, dat ik in zijn gezelschap en met zijn wagen Donderdag-morgen om 8 uur D.V. van Kalamazoo naar de Niagara zou gaan. Ik vond dat schitterend, want dat was de oplossing, die mij het meest te pas kwam.
Goed gezelschap en iemand, die bekend was met den weg en met de Niagara, die Hollandsch sprak, want hij was van geboorte een Naaldwijker, en die het zoo geregeld had, dat het mij hoegenaamd geen tijdverlies bracht. Want op dienzelfden Donderdag, waarop wij vertrokken, zouden wij ‘s avonds ongeveer 8 uur aankomen en dan nog gelegenheid vinden om de watervallen bij electrisch licht te zien,
Den volgenden dag zouden wij ze bij daglicht kunnen bewonderen en dan in den namiddag terugkeeren om in Buffalo , van elkander afscheid te nemen. Daar zou ik den nachttrein nemen, die mij Zaterdagmorgen om 6 u. in Paterson bracht, hij zou met zijn dochter, die elkander bij beurten zouden afwisselen, terugkeeren naar Kalamazoo, dat zij echter eerst den volgenden middag, dat was Zaterdag zouden bereiken.
De reis aldus geregeld ziende, bleef mij niets anders over dan alles voor mijn vertrek gereed te maken, wat op zich zelf reeds geen kleinigheid was. Vervolgens had ik nog een lezing in Grand-Rapids te houden op Woensdagavond, en nog tal van afscheidsbezoeken in Grand-Rapids zelf af te leggen.
Dinsdag en Woensdag waren dan ook wel twee van de aller-drukste dagen uit de geheele reis, en het was mij een verlichting, toen ik ‘s Woensdagsavonds mijn lezing in Grand-Rapids beëindigd had.
Ds. Beets nam mij toen mede naar zijn huis en daar hebben wij in een intiemen kring eens nog “wat nagepraat over de lezing, vervolgens nog eenige eschatologische vraagstukken aangesneden, zoodat het al laat was, alvorens wij aan het Supper begonnen, waarvoor Mevr. Beets ondertusschen gezorgd had. Op het einde daarvan nam Br. Beets den bijbel, las den 121 psalm, stond op om te danken en na dit dankgebed, dat ik nimmer vergeten zal, zongen de Broederpredikanten en de andere aanwezigen het laatste vers van psalm 134. Dat was werkelijk ontroerend, èn van wege de spontaniteit, waarmede dit alles geschiedde èn vanwege de gemeenschap der heiligen, die onder dit alles gevoeld werd.
‘t Was nacht, toen ik het voor mij zoo gastvrije huis van br. Beets verliet, een huis, waarin ik twee menschen achterliet, die vee! voor mij geweest zijn gedurende mijn verblijf in Amerika, en toen moesten wij den laatsten nacht gaan doorbrengen in de woning van onzen br. Van Malsen, die zijn huis onmiddellijk ter mijner beschikking gesteld had, en van wiens gastvrijheid ik gedurende mijn verblijf in Grand-Rapids heerlijk genoten heb. Hij woonde eenige mijlen buiten Grand-Rapids in een prachtig park, waar ik iederen morgen van genieten kon.
Daar, onder de hooge boomen, te midden van de zingende vogels en de huppelende eekhoorntjes, kon ik mij des morgens rustig nederzetten om mijn schrijfwerk te verrichten, of brieven en couranten te lezen.
Met een gevoel van heimwee kan ik daar nog aan terugdenken. Maar ook met groote dankbaarheid, want ik heb er in den volsten zin des woords een tehuis gehad en zoowel hij als zijn vrouw en haar ouden vader hebben alles gedaan om mij het verblijf in Amerika zoo gezellig en zoo vruchtbaar mogelijk te maken. Het was dan ook een ontroerend oogenblik, toen de oude vader in den vroegen morgen van 23 Juli, den Heere dankte voor alles, wat wij met en door elkander genoten hadden. Wij zullen elkander op aarde wel niet meer wederzien vader Wieringa, maar in den hemel zien wij elkander weer.
Hij had zooveel, dat mij aan mijn vader herinnerde en het was of ik in het dankgebed van dien 82-jarigen grijsaard, de stem van mijn eigen vader beluisterde.
Dat dankgebed blijft mij onvergetelijk.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1936

De Wekker | 4 Pagina's

Indrukken en ervaringen (15)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 oktober 1936

De Wekker | 4 Pagina's