Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat verzegelt de Doop? (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat verzegelt de Doop? (I)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Telkens blijkt uit vragen, die wij ontvangen, dat het antwoord hierop gegeven, nog grootelijks verschilt. Neemt men aan de leer, die in de Gereformeerde Kerken sedert 1905 geleerd wordt en officieel is I aangenomen in de Utrechtsche leerconclusies, dan veronderstelt het verbond de wedergeboorte en rust de doop op die veronderstelling, zoodat hij niet het verbond, maar de veronderstelde genadestaat van den gedoopte verzegelt. Dat dit eene dwaling is, waarom wij in 1934 als Synode verklaarden ons niet met de Geref. Kerken te kunnen vereenigen, wordt 200 duidelijk uiteengezet door een Geref. predikant, die in 1905 die dwaling veroordeelde. Deze leeraar van de oude garde, die lang de Christ. Geref. Kerk vóór 1S92 heeft gediend, gaf in 1905 een boekje uit, getiteld: „Een Misschien van een Misschien”. In dat boekje lezen wij nog de oude echt Christ. Geref..klanken. Ds. J. Kok stelt daarin de vraag:
Verzegelt de doop den inwendigen genadestaat van den doopeling, öf de belofte van Gods Verbond? Het antwoord hierop luidt:
De H. Doop is teeken en zegel der belofte, niets anders, niets minder. Niet uitsluitend van beloofde wedergeboorte, en in het geheel niet van veronderstelde, In het sacrament ligt veel meer dan wij weten, eene oneindige schat: „de vergeving der zonden en het eeuwige leven”. Dat wordt beloofd, beteekend en verzegeld.
Mordechaï ontving van Ahasveros den Koninklijken zegelring en had daardoor macht de Joden te redden. Ik denk, de Joden, toen zij het bevel des Konïngs ontvingen, met zijn zegel voorzien, hebben het haast van blijdschap niet durven gelooven. Dat teeken en zegel van Gods Verbond waarborgt dus aan onze kinderen, die in het verbond zijn de vervulling van zijn Goddelijk Woord, niet alleen, wat vóór den Doop geschied is, maar ook, wat na den Doop geschieden zal. „De Heilige Geest leert ons in het Evangelie en verzekert ons door de Sacramenten, dat onze volkomene zaligheid (let wel: niet de wedergeboorte, maar volkomene zaligheid) in de eenige offerande van Christus staat, die voor ons aan het kruis geschied is.” Zoo zegt ook de belijdenis in Art. 33: „Wij gelooven, dat onze goede God, acht hebbende op onze grovigheid en zwakheid, ons heeft verordend de Sacramenten, om zijne belofte te verzegelen.”
't Is inderdaad haast onbegrijpelijk hoe. het mogelijk is, dat er kunnen zijn, die zich Gereformeerd noemen en toch tegenover deze woordelijke en voor geen tweeërlei uitlegging vatbare .verklaring van de Belijdenis en den Catechismus, kunnen beweren, dat de wedergeboorte door den Doop wordt verzegeld.
Wat verzegeld wordt, zijn de beloften Gods en niet zij, die het Sacrament of het zegel ontvangen. De Sacramenten zijn de teekenen en zegelen door God gegeven bij de beloften, gelijk Paulus, Rom. 4:11 van de besnijdenis getuigt. Dat er op de geloovigen ook een zegel wordt gedrukt, of liever, dat ook zij verzegeld worden, wordt hierdoor niet in het minst ontkend. Maar zoo dikwijls de H. S. spreekt van de verzegeling der geloovigen, is er geen sprake van de Sacramenten, maar van den Heiligen Geest. 2 Cor. 1 : 22: „Die ons gezalfd heeft, is God, die ons ook heeft verzegeld en het onderpand des Geestes in onze harten heeft gegeven.” Efeze 1 : 13: „In welken gij ook, nadat gij gelooft hebt, zijt verzegeld geworden met den H. Geest der belofte”, en 4:30: „Bedroeft den H. Geest Gods niet, door Welken gij verzegeld zijt tot den dag der verlossing.”
Was het Sacrament een zegel gedrukt op hen, die het ontvangen, dan zouden allen, die het naar Gods bevel deelachtig worden, de beteekende zaak, de wedergeboorte deelachtig zijn, dewijl God niet liegen kan of ontrouw worden aan Zijn Woord. Maar nu het Sacrament de belofte verzegelt en niet de personen, die het ontvangen,worden alleen zij den zegen deelachtig, die de belofte geloovig aannemen, of ook zij, aan wien God de beloofde zaak schenkt, voordat zij nog kunnen gelooven.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1937

De Wekker | 4 Pagina's

Wat verzegelt de Doop? (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 maart 1937

De Wekker | 4 Pagina's