Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevinding (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevinding (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is maar één plaats in heel den Bijbel, waarin het woord „bevinding” voorkomt. Wie op dit woord de concordantie opslaat, vindt slechts aangegeven Rom. 5 : 4: wetende, dat de verdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, en de bevinding hoop. De Apostel handelt hier in dit Schriftgedeelte over de hoop der heerlijkheid Gods, die het deel is van hen, die door het geloof gerechtvaardigd werden. De kracht dier hoop wordt geprikkeld door de lijdzaamheid, en die volharding der heiligen is de duidelijke aanwijzing, dat’het geloof de proef kan doorstaan. Dit toch is de be-teekenis van het woord, dat bij ons door „bevinding” vertaald is. Het heeft dus een geheel anderen zin, dan in het tegenwoordig spraakgebruik. Het bedoelt niet de zielsontmoetingen en zielsgesteldheden van deze en gene onder Gods vromen, maar het zegt, dat in de verdrukking en de zorgen des lijdens Gods volk wordt gekeurd en dat zij als goud van het echte karaat uit dezen smeltkroes des Heeren zullen te voorschijn komen.
Dit woord „bevinding” is het zelfde woord, als ‘t welk de Apostel Petrus gebruikt in Zijn brief, als hij schrijft: opdat de beproeving uws geloofs, die veel kostelijker is dan van het goud, hetwelk vergaat, en door het vuur beproefd wordt bevonden worden te zijn tot lof en eer en heerlijkheid in de openbaring van Jezus Christus”.
De echte bevinding wordt in de school der lijdzaamheid geleerd,
Een bevindelijk christen is een beproefd christen, die in den loopbaan telkens ervaart, dat de Heere hem of haar tegenkomt door op levensschalen zooveel te leggen„ dat vleesch en bloed niet wenscht.
Gods volk wordt gekeurd in de verdrukking. Spurgeon heeft eens gezegd: „fop een slapende zee slaapt de ziel ook”. Hij bedoelde, dat, wanneer het bladstil is, en de zeilen niet zwellen, het schip zich niet zal bewegen. In zulke tijden kunnen wij natuurlijk wel onze psalmen zingen, en juichen over die wondere en groote Gods regeering, maar het blijkt wel, dat wij vele vrome en groote woorden kunnen gebruiken, waar onze ziel zelf zoo ver buiten staat. Maar als de verdrukking er is, als het goud weer in den smeltkroes moet, als Abraham moet wachten, en Job zijn donkeren weg moet gaan, zie, dan toont de bevinding (de beproeving) aan, dat zij het keurstempel niet halen, of liever, dat zij nog menschen zijn, en dat.
God getrouwer is in Zijn belofte dan zij in hun geloof.
Het gaat hier dus om de echtheid van ons geloof, en dan komt in den regel aan den dag, dat wij den toets niet kunnen doorstaan. Zoo wordt openbaar onze zwakheid, hulpeloosheid, soms ook wederspannigheid. Dat is ook een goede leerschool, want zoo gaan wij pas ver-Staan, dat de allerheiligste in dit leven nog maar een klein beginsel heeft van deze nieuwe gehoorzaamheid en dat, wanneer de Heere deed, naar wat wij zijn, het een verloren zaak was.
Maar anderzijds komt aan het daglicht, wie de Heere voor Zijn volk is.
Hij laat Abraham niet los, al laat Abraham den Heere wel eens los. Hij laat Job niet varen, ook al vloekt Job den dag van zijn geboorte. De volharding der heiligen is veel; de volharding Gods is meer. Zeker, Gods kinderen volharden in den strijd, zij kunnen het uithouden, maar niet, omdat zij zoo strijden, of zoo sterk zijn, maar omdat God zoo getrouw is, en het uithoudt met hen. Deze bevinding (deze proef) is veel meer een aanwijzing, wie de Heere voor Zijn volk is, dan wie dat volk voor den Heere is.
Phiipot zegt in een van zijn preeken zoo schoon: God geeft in dien weg een ontdekking van Zich zelf”. Zoo is het. Het is hier telkens een herinnering aan het woord bij een der profeten bewaard. Zij zullen kennen, en voortgaan te kennen” en in dezen weg van zielsoefening en zielskeuring zullen wij moeten leeren: de zaligheid is u nu nader, dan toen gij eerst geloofd hebt.”
Aan deze bevinding ontkomt niemand van Gods kinderen. Wij moeten gekeurd worden. Zoo leeren wij twee zeer noodzakelijke zaken: Eerst onze verhouding tot God en dan Gods verhouding tot ons, Er is veel lijden, maar er is weinig lijdzaamheid, en daarom weinig bevinding (keuring).
Daar is op deze smartewereld wel een lijdende, zwoegende menschheid, maar niet geoefend ten eeuwige leven, niet toetsend haar verhouding tot God.
Maar in den weg des geloofs worden wij geleerd, wat het zegt, ons aan Gods wegen te gewennen, en nu wordt God God voor ons en in ons.
De bevinding (de toetsing, de keuring, de beproeving) brengt ons den Heere naderbij, en zoo wordt de blijdschap der hope in de ziel wakker gezongen, dat de dag nog eenmaal zal dagen, waarop wij kennen zullen, gelijk als wij gekend zijn. Het lijden is een lot, maar de lijdzaamheid een daad, de grootste daad, die in de wereld der menschen te aanschouwen valt. In sterven leven smaken, in verlies winst wegdragen. Wie vermag dat, dan alleen de Christen, die verstaat, wat het woord „bevinding” naar de Schriften inhoudt? Bevinding is beproefdheid. Gods werk is het waard, dat het door het vuur der loutering gaat, en wij hebben het noodig, dat wij tot volle klaarheid van Gods werk en tot volle duidelijkheid van ons zelf komen.
Ach, mocht dat hemelsch onderwijs meer ons deel zijn, wat zouden wij minder bespreken en dieper doorleven wat ,,bevinding” is, om in de leerschool Godes ten slotte met Job te leeren; met het gehoor mijns oors heb ik u gehoord, maar nu ziet u mijn oog, en nu verfoei ik mij in stof en asch.”
Zoo treedt in den weg der lijdzaamheid aan het licht, wat de diepste roerselen van ons innerlijk leven ten slotte zijn.
Wij moeten de proef doorstaan (bevinding) en het zal blijken, dat Gods werk de proef kan doorstaan (proefhoudend). Zoo wordt aangewakkerd de vlam der levende hope, die niet beschaamt, omdat de liefde Gods in onze harten is uitgestort door den Heiligen Geest, die ons is gegeven.”
Deze Goddelijke keuring, toetsing, beproeving, bevinding, in dagen van smart en lijden wordt het antwoord op de bede:

Beproef vrij van omhoog
Mijn hart, dat voor Uw oog
Alwetende, steeds open lag.
Doorzoek mij, toets mijn gangen,
Doorgrond al mijn verlangen
En stel mijn oogmerk in den dag.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 maart 1937

De Wekker | 4 Pagina's

Bevinding (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 maart 1937

De Wekker | 4 Pagina's