Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftuurlijk kerkbesef en moderne religieuse gemeenschapszin (4)

Bekijk het origineel

Schriftuurlijk kerkbesef en moderne religieuse gemeenschapszin (4)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Thans nog een woord over wat we als derde element zouden toelichten:
3. de functionneering.
De functionneering van dit begrip en besef Kerk bestaat hierin, dat de bediening des woords en de sacramenten der gebeden en der barmhartigheid plaats vin-de; en wel in den ambtelijken weg. Met de instelling der ambten verschijnt dan een kerk; dit is de manier harer openbaring.
Neen, niet de religie is het product dezer gemeenschap, dezer institutaire gemeenschap der heiligen; maar omgekeerd de ware religie dringt tot deze gemeenschap en hare beleving. In wortel begint het al in Gen. 4 : 26, als daar vermeld wordt, dat na Seth ook een zoon geboren werd; en men toen begon den naam des Heeren aan te roepen. Dit is het begin van den eeredienst, van den cultus, en wel tegenover de cultuurvergoding in de tent van Lamech.
Tegenover het opklimmen van den mensch tot zelfvergoding, —staat daar het nederdalen Gods, zijn naam, d.i, zijn openbaring, tot een aan- en uitroepen van Zijn naam, door het geslacht van Seth en Enos.Enos d.i. zwakte tegenover den zich sterk wanenden mensch, den Lamech, die steunt op en zingt van zijn zwaard. — Enos zwakte, en dàt geslacht nu in zelfbewuste zwakheid vertrouwt op denHeere Gemeenschappelijk. Rondom dien naam des Heeren groepeert zich een Kerst- en Pinkstergemeente beide. Dat wil zeggen: De Enosgedachte wordt gekroond in den Kerstnacht; daar wordt in al overtreffenden zin aan Seth, aan hem (grondtaal) óók een zoon geboren: de zoon des menschen; de openbaring Gods. de naam staat geschreven in de Kerstboodschap; en is neergelegd in de kribbe. En dat alles, opdat rondom dien naam, zich een cultus opbouwe, de eeredienst Gods van een koninklijk priesterdom, dat den naam des Heeren aanroept; en gelijk het grondwoord toelaat te vertalen: ook uitroept, en hetwelk vindt in de Pinkstergemeente de volle kroon en spits.
De nieuw-testamentische kerk, — van haar lezen wij dan ook als vrucht en uitbeelding en functionneering der ware religie: zij waren volhardende in de leer en in de gemeenschap en in de breking des broods. Hand. 2 : 42 (zie voorts mijn geschrift over de Oxford-beweging). — Zulk besef was niet maar een privé aangelegenheid een soort geestelijke of kerkelijke liefhebberij; geen „vrijwillige” bijdrage en nog minder vrucht van formalistische bespiegeling of doode leerstelligheid. Verre van dien. Het was een element in de ware religie en hare beleving; het behoorde tot de christelijke vroomheid en godzaligheid. Het was betrachting van gehoorzaamheid aan en iiit den Heiligen Geest.
Onderschatten wij dan ook in dit verband toch vooral niet de beteekenis en waarde van de bediening van het Sacrament naast die des Woords; gelijk in het Sacrament zichtbare en de onzichtbare zijde der Kerk elkaar zoo teer en ten diepste ontmoeten.
Naar dit besef stond van meet af de Kerk als Kerk, als een instituut uit openbaringsfunctionneering, in het centrum van het leven der eerste christenheid. Zie maar de Handel, der Apostelen; de vermaningen dienaangaande in de brieven; en de boodschap van Johannes in Jezus’ naam aan de zeven gemeenten van Klein-Azië. Let wel dit alles geldt hier de Kerk als zichtbaar instituut, zooals dit wezenlijk behoort bij een gezonde geestelijke beleving van de Kerk als schepping des Heiligen Geestes.
Het is de verdienste van Harnack, dat deze o.a. weer in het licht heeft gesteld, dat Christus van meet af doelde en aanstuurde op een sociëtas, een kring met saambindend element; en niet slechts op de bekeering van los op zichzelfstaande individuen.
Volgens Calvijn is de Kerk de gemeenschap en moeder der geloovigen.
Rome met zijn kerkleer bedrijft afgoderij met de Kerk, zooals die tot middelares bij de bediening der genade wordt gemaakt; Rome heeft van het oorspronkelijke begrip een caricatuur gemaakt, het zij zoo. Maar welke caricatuur er nu eenmaal niet zou kunnen zijn, als Calvijn’s woord niet waarheid was.
Alle ware reformatie was dan ook nooit gericht op wegruiming van Kerk en Kerkbesef, maar op opzuivering, herstel. Het was een poging, om het begrip weer zuiver te stellen en dienovereenkomstig te laten werken. Zoo herstelde Calvijn dan ook de ambten. Reformatie is herstelling van het oude, naar zijn eigenlijke ware wezen. Dit antieke te verwerpen, en te vervangen door een „neo” is niet reformatie, maar revolutie.
De Hervorming te beschuldigen van revolutie (gelijk Rome doet) is dan ook door en door onwaarachtig.
Wij kennen de Roomsche blameering: de revolutie is een dochter der reformatie. Historisch en wijsgeerig; religieus en practisch is dit een lastering, gelijk Rome daar een specialist in is.
Revolutie is, naar Groen van Prinsterer’s uitnemende definitie, „de religie des ongeloofs.
Van dit ongeloof n.l., hetwelk gedreven door den onheiligen geest uit den afgrond, — de Kerk des Heeren of tracht op te lossen in den weg eener z.g.n. evolutie; of poogt om de Kerk in haar souvereine zelfstandigheid te verdelgen of te bemoeilijken. Zie het Rusland en Duitschland onzer dagen. —

(Wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1937

De Wekker | 4 Pagina's

Schriftuurlijk kerkbesef en moderne religieuse gemeenschapszin (4)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 december 1937

De Wekker | 4 Pagina's