Veluwsche brieven.

Het bloedig conflict in het Verre Oosten neemt voor den wereldvrede zeer verontrustende vormen aan. Ter bevrediging van zijn imperialisme dirigeerde Japan geheel zijn weermacht naar China, en binnen korten tijd had hij de vastgestelde militaire steunpunten veroverd. Maar toen hij meende aan Nanking de wet te kunnen voorschrijven, kwam er een kentering. Er is een nationalisme in China ontwaakt, dat tot het bittere einde den strijd zal voortzetten. Natuurlijk werken achter de coulissen machten, die ten zeerste geïnteresseerd zijn bij de ontwikkeling van dit drama. Een beroep op den Volkenbond, waarvan China lid was, bleef onbeantwoord. Genève zou het arme volk hebben laten doodbloeden evenals Abessynië. Maar nu de handelsbelangen van de groote mogendheden in het gedrang komen, nu komt er een intense belangstelling voor het „gele gevaar”. Azië onder de hegemonie van Japan, beteekent het sluiten van „de open deur” in China. Engelands keizerrijk in Indië wordt bedreigd, Amerika’s positie onhoudbaar in het Verre Oosten, de invloedssfeer van Sofjet-Rusland in Azië tot een fictie gemaakt. Het liefst ziet men natuurlijk de beslissing over Japans imperialisme in China vallen, maar men moet op alle gebeurlijkheden voorbereid zijn. Geweldige oorlogstoerustingen worden getroffen. De legers uitgebreid, de vloten uitgebouwd, de luchtmacht versterkt. De oorlogsindustrie werkt op volle kracht. Rusland concentreert zijn militaire macht aan de grenzen van Buiten-Mongolië. Alleen de vreeze voor Italië en Duitschland weerhoudt nog van een krachtdadig ingrijpen in het bloedig geding. Droomt Rome niet van zijn heerschappij over en rondom de Middellandsche zee? Heeft Duitschland niet zijn aanspraak op koloniën op zijn politiek program staan? Italië, Duitschland en Japan hebben elkander de hand gereikt in het uitroeien van het communisme.
Maar ook Nederland staat niet onverschillig tegenover de worsteling van Japan om de heerschappij in Azië. Onze Overzeesche Gewesten zijn hierbij ten nauwste betrokken. Welk een concurent bleek Japan niet op textielgebied? Twente ondervond den invloed op zeer gevoelige wijze. Enkele jaren geleden sprak de gezant van Japan over de beteekenis der olievelden in Borneo. Van officieele zijde haastte men zich te verklaren, dat dat niets verontrustends voor Nederland inhield. Japan wenschte niets liever dan in goede vriendschap met Nederland te leven. Maar het woord was eenmaal gesproken. En wie hecht in dezen tijd, waarin de heiligste verdragen als een vodje papier worden beschouwd, aan een dergelijke dementi? Er zijn er die zich geruststellen bij de gedachte, dat Engeland ook zijn bezitting in Borneo heeft. En dan, Amerika zou tot geen prijs toelaten, dat Japan onze koloniën inpalmde. Onze gezant te Londen heeft het dezer dagen zeer juist en duidelijk gezegd, dat Nederland bij een conflict in de Indische wateren op zichzelf was aangewezen, en daarmede diende rekening te houden.
Onze regeering toont dan ook een zeer groote vigilantie ten aanzien van Indië. De versterking der defensie is een punt van groote zorg. De legerorganisatie is vrucht van een wel overwogen plan. Vloot en luchtmacht worden belangrijk uitgebreid. Nu zijn er, die deze maatregelen als militarisme brandmerken, en weer anderen, die slechts spot hebben voor onzen afweer tegen mogelijken aanval. Nederland heeft ten aanzien van Indië echter een groote roeping te vervullen, ook in de bescherming van het erfdeel onzer vaderen, die de vaderlandsche driekleur aan alle wereldstranden hebben geplant. Indië was ook in den crisistijd een zorgenkind, dat veel toewijding vroeg en ontving. Naast de cultureele nebben we nog een geestelijke taak in Indië te vervullen. De millioenen heidenen en Mohammedanen in de Buitenbezittingen moeten met het evangelie in aanraking gebracht worden. Ons werk is daar nog niet beëindigd, ‘t Is een eereschuld, die we tegenover Indië te voldoen hebben. Het aanzien, dat Nederland, ook als koloniale mogendheid, in het volkerenleven geniet, dankt het voor een groot deel aan Indië. Het was de bron van onze kracht. Meer dan ooit heeft Insulinde in de komende tijden recht op de bescherming door het Moederland. De band moet versterkt worden met onze Overzeesche Gewesten. Het is dan ook niet zonder beteekenis, dat Nederland in dezen geweldigen tijd een ministerie heeft onder leiding van een man, die Indië kent en voor Indië leeft. God spare ons Indië als het kostbare en schoone juweel in de kroon van H.M. de Koningin. De naaste toekomst is donker, maar de wereldscepter ligt in de doorboorde handen van den Kruiskoning, bekleed met alle macht in hemel en op aarde.

A. (Apeldoorn) G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen