Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en staat

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Volkenbond zal zijn honderdste zitting houden.
Dus een jubileum, der moeite waard, om herdacht te worden. Helaas, de stemming ontbreekt, en deze zitting zal stellig niet in het teeken der eensgezindheid staan, ‘t Is wel droevig dit te moeten constateeren. Een Bond, de grootste, die deze wereld ooit aanschouwd had, en waar men zulke groote verwachting van had, staat thans op het punt van uiteen te vallen. Wij hebben niet anders verwacht, om de eenvoudige reden, dat het niet anders kon. Een Bond die opgericht werd met het doel om het Vredesverdrag van Versailles te handhaven, moest zich zelven oordeelen, omdat dit Verdrag onrechtvaardig was. En zij, die het opstelden wisten, dat, zij deden het niet onbewust, maar doelbewust. Loyd George heeft dit openlijk erkend. Hoe zou er ooit iets ten goede van een dergelijk lichaam kunnen uitgaan? Het heeft ons dan ook steeds verwonderd, dat nog zooveel christenen van dezen Bond iets verwacht hebben. Wij hebben dat nooit kunnen begrijpen, en begrijpen het nog niet. Deze Bond heeft zich zelven in de jaren van zijn bestaan zoo in zijn machteloosheid geopenbaard, dat een christen daarin toch duidelijk kan zien, dat Gods zegen daarop niet rust. Dat kan ook niet, want God heeft geen deel genomen aan de oprichting. Hij heeft de machthebbers van Versailles maar rustig laten arbeiden, en wij, die hem van af het jaar zijner oprichting hebben gadegeslagen, hebben van jaar tot jaar kunnen constateeren, dat de ongerechtigheid, in zijn grondslag verborgen en vastgelegd, in zijn werkzaamheden tot openbaring kwam. De ongerechtigheid kan immers nooit anders als ongerechtigheid voortbrengen. En dat heeft deze Bond met lamheid geslagen. Hij nam de houding wel aan, alsof hij voor de gerechtigheid opkwam, maar als het op de daadwerkelijke handhaving daarvan aankwam, zocht en vond men een compromis. Zoo hebben wij den Bond zien arbeiden, wiens instandhouding millioenen gekost heeft. En ieder compromis, dat er in Genève gesloten werd, was een ondermijning van zijn eigen bestaan en een verzwakking van zijn invloed. De Bond is nog jong, en toch is hij reeds sterk aan het verouderen, ‘t Is de groote vraag, of hij de vijftig halen zal, want het is op ‘t oogenblik echt hommeles in Genève. En die èn de wereld situatie èn de situatie in Europa afzonderlijk beziet, zal dit kunnen begrijpen, want op internationaal gebied heeft de Bond praktisch afgedaan. Japan trekt zich van zijn bestaan en van zijn conferenties en van zijn commissies niets aan. En de Westersche mogendheden moeten zich daar beleedigingen laten welgevallen, die 5 jaren geleden niemand voor mogelijk geacht zou hebben. Maar praktisch gesproken is het in Europa niet anders, want noch Italië, noch Duitschland houden met zijn bestaan eenige rekening. Zij doen eenvoudig, wat zij meenen te moeten doen. Duitschland heeft het Rijnland in lijnrechten strijd met de Volkenbonds politiek, weer met zijn troepen belegd, en Italië en Abessynië met geweld onder zijn heerschappij gebracht.
En op dit oogenblik is het zoo, dat de kleine Staten ernstig aan het overwegen zijn, of het niet verstandiger is, samenwerking met elkander te zoeken, dan nog langer op den Volkenbond te vertrouwen. Wanneer wij acht geven, op hetgeen er op dit oogenblik tuschen Noorwegen—Zweden—Denemarken en Finland aan den gang is, dan komt dat praktisch hier op neer, dat deze landen den Volkenbond loslaten en, met elkander trachten te komen tot een militaire samenwerking. Het schijnt, dat zelfs de Sociaal Democraten in Zweden bereid zijn hun medewerking aan deze samenwerking te geven. De vooraanstaande sociaal-democraat Frederik Sirom heeft een rede gehouden, waarin hij betoogde, dat een dergelijk bondgenootschap beslist noodzakelijk was.
De secretaris van den Volkenbond Avenol, ziet dit alles niet zonder zorg aan, en in verband daarmede moet hij een poging gewaagd hebben om Frankrijk en Engeland op deze jubileum vergadering een krachtige beginsel-verklaring inzake den Volkenbond te laten afleggen. Aanvankelijk schijnen deze daar wel iets voor gevoeld te hebben, maar er is in de laatste 14 dagen in midden Europa het een en ander geschied, wat tot groote voorzichtigheid in dezen maant. Want, van uit Rome is krachtig gewerkt, om den as Rome—Berlijn te versterken, en van Berlijn niet minder. In Berlijn zijn er belangrijke besprekingen gevoerd met den vertegenwoordiger van
Jügo Slavië en den Poolschen minister Beek en in Boedapest verscheen de Italiaansche minister van B.Z. Ciano met de vertegenwoordigers van Oostenrijk en Hongarije en al hebben deze besprekingen niet datgene gebracht, wat men er in Berlijn en Rome van verwacht had, geheel zonder beteekenis zijn en ze toch niet geweest en wij achten het zelfs mogelijk, dat er meer is overeen gekomen dan de buitenwereld er van vernomen heeft. Want al hebben de vertegenwoordigers van Oostenrijk en Hongarije vooralsnog geweigerd zich uit den Volkenbond terug te trekken, zij hebben toch deze mogelijkheid niet onvoorwaardelijk afgewezen. Verder kan men in Londen en Parijs de oogen niet sluiten, voor hetgeen er in Rumenië geschied is. De plotselinge zwenking van Koning Carol naar het Nat. Socialisme moet men èn in Londen èn in Parijs niet zonder verbazing gezien hebben. Dat Rusland dit alles als tegen zijn bewind gericht ziet is begrijpelijk, en dat het in Frankrijk den slag verloren heeft, kan niet worden ontkend. De eensgezindheid, waarmede de Volksvertegenwoordiging, het nieuwe Kabinet onder leiding van Chautemps gesteund heeft, is een leelijke streep door de Russische berekeningen. Men meende, dat Frankrijk aan den vooravond van de revolutie stond, en dat Spanje èn Frankrijk in West Europa een tweede Rusland zouden worden, is daarmede voor goed van de baan. Het schijnt, dat de oogenvan het Fransche volk opengaan voor den afgrond, aan welks grens het kabinet Blum het gebracht had. Maar Rusland knauwt op de tanden, doch het kan niets doen. Bovendien moet het rekening houden met Japan.
Zoo staat het thans in Europa als de Volkenbond zijn jubileum-zitting houdt. Men zal daar wel heel voorzichtig zijn en alle maatregelen nemen, dat er geen grootere verdeeldheid meer veroorzaakt wordt, dan er thans reeds is, anders zou deze jubileum-zitting wel eens ernstige gevolgen kunnen hebben, Wij zullen afwachten, wat er in Genève geschied is.

d.H. (den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 februari 1938

De Wekker | 4 Pagina's