Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Veluwsche brieven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Veluwsche brieven.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Synode der Ned. Herv. Kerk heeft den mannen van „Kerkopbouw" en „Kerkherstel" een hart onder den riem gestoken. Zooals men weet, werden in dit kerkverband sinds jaren pogingen tot reorganisatie aangewend. De Afscheiding had bij velen het verantwoordelijksbesef gewekt, en er ging een roep uit tot opheffing der reglementen als der kerk onwaardige slavenboeien. Maar deze drang tot kerkherstel werd na de Doleantie een meer intense actie. Vooral de Confessioneelen drongen aan op reorganisatie. Ook de Ethischen lieten hun stem hooren, als vertolkte die uit den aard der zaak weer andere gevoelens. De klove tusschen beide kerkelijke partijen werd eindelijk overbrugd in voorstellen, waarmede „Kerkherstel" en „Kerkopbouw" zich tot de Synode wendde. Met verklaarbare spanning werd naar het besluit der Synode uitgezien. Afwijzen beteekende het ongedaan maken van een arbeid, waartoe uitnemende mannen hun krachten gegeven hadden. Aannemen zou zijn als het aanhechten van een nieuwen dageraad. De pers heeft in ellenlange kolommen het publiek met den gang van zaken op de hoogte gehouden. Het resultaat van breedvoerige bespreking was, dat de Synode de voorstellen tot reorganisatie naar de kerkelijke instantie verwees.
De zaak komt nu weer ter Synode tot een eindbeslissing, nadat Kerkeraden, Classes en Prov. Synodes zich zullen uitgesproken hebben. Met voldoening werd door de betrokken partijen deze aanvankelijke uitkomst begroet, en de Confessioneelen hieven een juichkreet aan. Wie zou hun die blijdschap niet gunnen? Maar het scheepje is nog niet in veilige haven! De kleine meerderheid, die de Synode tot doorzending deed besluiten, moge tot waarschuwing strekken. Slechts de helft plus één stemde vóór. Maar hoe zal het straks gaan, wanneer de kerk over haar geheele linie zich zal uitspreken?
Uit deze steekproef zal tegelijk blijken, hoever de begeerte naar reorganisatie zich heeft baan gebroken in de Herv. Kerk. Van de zijde van den „Gereformeerden Bond" is niets te verwachten. Deze staat afwijzend tegenover de ingediende voorstellen. De „Bond" acht de opheffing der kerk uit haar ellende alleen dan mogelijk, als er is het aanvaarden van Schrift en Belijdenis als gezaghebbend voor het leven der kerk.
Er zal natuurlijk krachtig gewerkt worden om de kerk te doen treden in het aangewezen spoor tot reorganisatie. Maar gesteld, dat de kerk in meerderheid de voorstellen aanvaard en de Synode haar zegel hecht aan deze uitspraak, is dan daarmede het benauwend vraagstuk opgelost? Of zou het ook mogelijk kunnen zijn, dat de kerk zich kromde onder een juk, dat niet de Overheid als in 1816, maar de kerk zichzelf opgelegd heeft? Dan zou er een kerkelijk officieele uitspraak zijn, die nog meer knelde dan de verfoeide reglementen. Men kan wel organiseeren, maar organiseeren is nog geen reformeeren. Reformatie gaat immer uit van Gods Woord; het is een terugkeer tot Gods Woord, dat weer als alleengezaghebbend wordt erkend.
Nu zou ik niet willen beweren, dat de Confessioneelen dit niet toestemmen, maar zij moeten bij het begin aanvangen. Geheel de kwestie in de Herv. Kerk draait om de tucht, inzonderheid over de leertucht. Zal deze geoefend kunnen worden, dan moet de leervrijheid uitgebannen worden. Hier schuilt de wortel van het kwaad in de Herv. Kerk, En nu kan men een compromis trachten te vinden, en in voorstellen de tegenstellingen ommantelen, daarmede zijn ze niet opgeheven. Men moet niet trachten 't „ongelijksoortige" saam te binden. De Heere waarschuwde Israël hiervoor; „Gij zult geen kleed van gemengde stof aantrekken, wollen en linnen tegelijk", en „Gij zult niet ploegen met een os en een ezel tegelijk". (Deut. 22:10 en 11). Waarschuwde Jezus niet, dat ,,niemand een lap ongevold laken op een oud kleed zal naaien"? In dat geval scheurt deszelfs nieuwe aangenaaide lap af van het oude kleed, en daar wordt een erger scheur". (Marcus 2:21).
De mannen van „Kerkopbouw" en „Kerkherstel" roepen door hun voorstellen het gevaar van een „erger scheur" op. Nu zou men mij kunnen toevoegen: „waarmede bemoeit ge u! Het zijn toch immers zaken, die de Herv. Kerk raken?" Zoo op het eerste gezicht is die vraag op zijn plaats. En toch, het vraagstuk der kerk over geheel de linie betrekt een ieder, die bidt om de komst van het Koninkrijk Gods, in alle aangelegenheden, die zich op het breede terrein van het kerkelijk leven voordoen. Het is dus geen bemoeizucht, die zich hierin openbaart, maar zuivere belangstelling in de ontwikkeling van een proces, dat ons niet onverschillig kan laten. Laat ons toch niet gelijk zijn aan den priester en leviet, die den verslagene op den weg naar Jericho harteloos voorbij gingen. Er is niets, wat zoo enghartig maakt als het altijd maar loopen in den cirkelgang van eigen kerkelijk leven. De teekenen der tijden zeggen het ons, dat God op kerkelijk gebied groote dingen staat te doen. Hoe? we weten het niet. Maar dat de Koning voor Zijn kerk zal zorgen, is boven twijfel verheven. Uit hoofde daarvan moet het oog gericht zijn op het breede kerkelijk leven, dat in onzen tijd vol beroering is. Met dankbaarheid mag erkend, dat er binnen de muren van de Herv. Kerk veel ten goede is veranderd. In 1934 kon men in de Herv. pers hartelijke betuigingen van leedwezen lezen over breuk in 1834 geslagen. Algemeen werd de sympathie met de Afgescheidenen uitgesproken, al kon men hun standpunt niet deelen. Onverbloemd werden de maatregelen tegen de Afgescheidenen afgewezen en betreurd: 't Was een belijdenis van schuld. En dan kan het ons toch ook niet onverschillig zijn, welk een breede plaats de gereformeerde prediking weer inneemt in de Herv. Kerk. Al deze dingen spannen de belangstelling op de procedure, die zoolang reeds aanhangig is. En al zijn we overtuigd, dat in dien weg geen bevredigende oplossing te vinden is, we willen toch met een biddend hart uitzien, naar wat God ten goede van Zijn kerk en tot eer van Zijn Naam doen zal.
Laat de „Acte van Afscheiding" ook niet de mogelijkheid van wederkeer open? Op den duur zal de Herv. Kerk zich niet kunnen handhaven met alle menschelijk geknutsel, maar in den weg van terugkeer tot het Woord Gods de oplossing vinden. Een huis tegen zichzelf verdeeld, kan niet bestaan. Hoe de ontwikkelingsgang van het kerkelijk proces zijn zal, we weten het niet, en we wagen ons aan geen profetie. Maar we buigen onze knieën voor den Koning der Kerk met de bede:
Breng, Heer! al Uw gevangenen weder;
Zie verder op Uw erfvolk neder;
Verkwik het, als de watervloed.
Die 't Zuiderland herleven doet.

A. (Apeldoorn) G.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Veluwsche brieven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1938

De Wekker | 4 Pagina's