Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Onze militairen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Onze militairen

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Raad van Legerpredikanten zond ons een schrijven, waarin hij er aan herinnert, dat op Donderdag 31 Maart a.s. een groot contingent dienstplichtigen voor eerste oefening onder de wapenen zal komen.
De Raad verzoekt zeer dringend om op Zondag 27 Maart in het openbaar gebed deze jongemannen te gedenken. Ik twijfel niet, of hieraan zal door al onze Kerken gaarne gevolg worden gegeven. De geestelijke welstand van den militair is een volksbelang van groote waarde in heden en toekomst. Het is niet genoeg. dat de soldaat is „afgericht”, het is bovenal van beteekenis, dat hij zijn zedelijk-geestelijke waarde handhaaft en weet, dat hij gedragen wordt door een volk, dat met hem en voor hem bidt.
In dit verband lijkt het mij toe op zijn plaats te zijn, wat ik las in de Wachter van 18 Februari jl. waarin de Redacteur Ds. Rietberg het pleit voert voor de heiliging van den dag des Heeren, dat mijn volle instemming draagt. Ds. Rietberg bespreekt daar het reizen op Zondag. Ook ik weet uit mijn ervaring als Legerpredikant, hoe onze jongens al te gemakkelijk dit vraagstuk oplossen. Ik vertrouw, dat deze aangelegenheid de volle aandacht heeft van onze Legerpredikanten en dat zij al het mogelijke zullen doen bij autoriteiten om te voorkomen, dat de Zondag noodeloos wordt ontheiligd. Het is dikwerf een zeer rekbaar begrip, als men hoort spreken over „de belangen van den dienst” die niet gedoogen, dat men met „eerste gelegenheid” komt. Ook in dezen is met inachtneming van deze „belangen” nog wel wat te bereiken, als men ook van „hooger hand” wil medewerken.
Ik geef nu gaarne verder door, wat Ds. Rietberg schrijft:
„Het schijnt hoe langer hoe meer gewoonte te worden, dat christen-militairen op Zondag reizen. De bedoeling is heel loffelijk. Zij willen den Zondag liefst in den huislijken kring doorbrengen.
De vraag is echter: moeten wij dit onder ons laten inburgeren?
Tot nu toe heeft onder ons altijd gegolden, wat door de Synode van Dordt 1618 /19 is uitgesproken, dat op Zondag geoorloofd zijn: werken van barmhartigheid en werken van noodzakelijkheid.
Het reizen van onze militairen op Zondag zal wel niet tot één van deze beide kunnen worden teruggebracht. Er kan een hooge uitzondering zijn, b.v. in geval van plotselinge ziekte, dat er over gesproken zou kunnen worden. Maar in het algemeen is dat reizen op Zondag geen werk van barmhartigheid en evenmin een werk van noodzakelijkheid. Ook het laatste niet. Wanneer diezelfde jongelui in een andere plaats in betrekking of studie waren, zouden zij er geen oogenblik over denken om iederen Zondag naar huis te gaan. Waarom moet het dan wel, ais zij in de kazerne zijn? Men zegt wel: het is een onaangenaam iets een Zondag in de kazerne te moeten doorbrengen. ‘k Wil dit gaarne aannemen. Och, voor een jongen, die op kamers woont, is zulk een Zondag ver van het ouderlijk huis, ook niet aantrekkelijk. Het moet echter niet vergeten worden, dat Gods bestel onze jongens in de kazerne brengt. Dat de Heere hen daar brengt, opdat zij zouden tòònen van een anderen geest te zijn. Zij moeten christensoldaten zijn, die in de eerste plaats geleerd hebben te vragen naar den wil van den Koning der koningen en den Heere aller heeren. Hun leven moet in alles Hem zijn gewijd. In de kazerne en daar buiten. Hij heeft hen in Zijn verbond opgenomen, en Hij vraagt ook van hen, dat zij naar het Verbond leven. Zijn Woord moet in alles de regel van hun leven zijn. Als anderen den dag des Heeren ontheiligen, moeten zij dat voorbeeld niet volgen. Hoe graag zij Zondags thuis zijn, moeten zij toch de heiliging van den dag des Heeren hooger stellen. Dan hebben zij het niet slechter dan anderen, die wel naar huis gaan, maar beter, want wat vree heeft elk, die ‘s Heeren wet bemint! In het houden van Gods geboden is groote loon.
Verder is in elke garnizoensplaats gelegenheid met de gemeente des Heeren saam te komen onder de bediening van het Woord des Heeren. Terwijl overal christelijke militaire tehuizen zijn, waar men in een christelijke omgeving den dag des Heeren kan doorbrengen. Ook weet ik, dat er verschillende broeders en zusters zijn, die graag op Zondag hun huis voor onze soldaten open zetten. Wel komt dit laatste niet al te veel voor. Onze menschen moesten meer aan onze soldaten denken, In dit opzicht is er in onze garnizoensplaatsen nog wel iets te doen.
Niemand zal echter kunnen zeggen, dat het geregeld reizen op Zondag voor onze soldaten noodzakelijk is. Naar ik meen, krijgen zij eens per maand gelegenheid van Zaterdag tot Maandag naar huis te gaan. Laat dit hun genoeg zijn en laten zij ook in hun soldatentijd betrachten de Zondagsrust en de Zondagsheiliging
Dit behartigingswaardige woord van Ds. Rietberg is waard doorgegeven te worden.
Laat ik hier nog eens onder de aandacht van ons volk de waarde mogen brengen van onze Tehuizen voor Christen-militairen. Het zou een groot, zeer groot, gemis in het leven van den christen-militair zijn, als hij zijn Tehuis niet kon bezoeken, d.i. de plek, waar hem een vergoeding wordt geboden bij het gemis van het ouderlijk huis. Een goede huisvader en huismoeder kunnen zoo heerlijk dit gemis aanvullen. Daarom mogen wij onze gaven ook voor dezen arbeid in het Koninkrijk Gods niet vergeten. En ik blijf al onze kerkeraden hartelijk, zeer hartelijk, dankbaar, die mij één gulden wilden zenden voor het Militair Tehuis te Nieuw Millingen, waarvan ik de eer heb Voorzitter te mogen zijn. Wij vergeten onze jongens in ‘s lands dienst niet. God geve, dat zij in ‘s lands dienst ‘s Heeren dienst niet vergeten, maar dat ze daar als christen-militairen ook durven en ook kunnen en ook mogen zingen:
Uw liefdedienst heeft ons nog nooit verdroten.

A. (Apeldoorn) S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Onze militairen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 maart 1938

De Wekker | 4 Pagina's