Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en staat

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als wij ons over één ding verblijden moeten is het stellig over het feit, dat de Engelsche minister-president voet bij stuk houdt, trots de oppositie, die er tegen zijn buitenlandsche politiek gevoerd wordt. Geen Chinchill, geen Loyd George en geen Asslec, hoe fel hun aanvallen op hem ook mogen zijn, hij houdt voet bij stuk, en laat zich niet uit zijn koers dringen. Hij blijft te midden van alle aanvallen rustig en onbewogen. Laat heel weinig los, maar gaat door. Wij hebben een oogenblik gevreesd, dat hij het zou moeten opgeven. Toen een vrouwelijk lid van het parlement reeds vooraf had aangekondigd, dat zij in het bezit was van gegevens over Duitschland en Italië’s actie in Spanje, dachten wij: wat zal er nu gebeuren? Want zij had er tegelijk aan toegevoegd: dat zij na haar „onthullingen" te hebben gedaan, den minister de pertinente vraag stellen zou: wat hij thans zou doen?
Men kan maar nooit te voren weten, over welk materiaal zoon vrouwelijk lid beschikt. Maar toen zij haar „onthullingen” onder een doodsche stilte deed, antwoordde de secretaris Buttler: dat hij dit alles ook gehoord had, maar dat het niet bevestigd werd; maar dat dit vrouwelijke lid op praatjes was afgegaan. En de eerste minister antwoordde heel zakelijk: dat deze aangelegenheid niet bij hem, maar bij de non-interventie-commissie behoorde. Daarmede was de zaak uit en de spanning in het Lager Huis was daarmede verdwenen. En nu lees ik tot mijn groote blijdschap in „De Nederlander” van 23 Maart:
De Engelsche bladen van alle richtingen melden, dat tusschen de ministers definitieve overeenstemming tot stand schijnt te zijn gekomen ten aanzien van de hoofdpunten der Britsche politiek, welke als volgt worden opgesomd:
1. Engeland heeft belang bij handhaving van den vrede in de geheele wereld.
2. Vernieuwing van de welomschreven verplichtingen, die Engeland aangegaan heeft, o.a. tegenover Frankrijk.
3. Handhaving van de dubbelzinnigheid met betrekking tot de verplichtingen tegen Tsjecho-Slowakije.
4. Handhaving van de politiek van niet-inmenging in Spanje.

5. Afwachten ten aanzien van Duitschland, doch bespoedigen van de Britsch-Italiaansche besprekingen.
De bladen vermelden niet alleen eenstemmig deze punten, doch ook schijnen de oppositie-organen thans niet meer te gelooven aan de meeningsverschillen, die deze politiek in den boezem van het kabinet zou hebben doen ontstaan.
De „Times” geeft geruststellende berichten over den voortgang der onderhandelingen met Rome.
De „Daily Mail” geeft zelfs meer dan geruststellende berichten over de Britsch-Italiaansche besprekingen: het blad maakt melding van de mogelijkheid van een bezoek van Ciano aan Londen om reeds de volgende maand het accoord te onderteekenen.
De „News Chronicle” meent te weten, dat Mussolini gaarne zou zien, dat nog vóór het bezoek van Hitler aan Rome op 9 Mei een accoord tot stand komt.
Merkwaardig, dat Chamberlain onverwacht een bondgenoot voor zijn politiek heeft gekregen in den oud-minister van Buitenlandsche zaken in Frankrijk Laval. Wij nemen dat woord hier over, omdat het zoo juist de tegenwoordige situatie teekent: „Laval verklaarde aan een vertegenwoordiger van de „Evening Standard”: Ik ben altijd van meening geweest, dat de vrede in Europa slechts verzekerd zou worden door een toenadering tusschen Frankrijk en Duitschland en dat deze toenadering mogelijk zou zijn en duurzaam, vooropgesteld dat Frankrijk zich eerst zou verstaan met Engeland en Italië.
De accoorden van Rome gingen van dit beginsel uit. Wanneer men ze niet vernietigd had, zouden zij het voortbestaan hebben verzekerd van de territoriale clausules, van de verdragen en het evenwicht in het Donaubekken. Ondanks den oorlog in Abessinië zou niets verloren zijn geweest, indien het verstand de overhand had behouden, in alle leidende kringen in Frankrijk en Engeland. Ik zal nimmer de moedige houding vergeten, welke Sir Samuel Hoare destijds heeft aangenomen.
Er hebben zich gebeurtenissen voorgedaan, die het uiterlijk van Europa ingrijpend hebben gewijzigd. Het Rijnland is bezet en Oostenrijk is bij Duitschland ingelijfd. Nog andere ernstige gebeurtenissen kunen zich voordoen.
Chamberlain — zoo ging Laval voort — heeft gelijk, als hij weigert in Spanje te intervenieeren. Ook heeft hij gelijk, als hij herstel van de goede betrekkingen met Italië wenscht. Ik hoop, dat mijn land niet te lang zal wachten met het voorbeeld van Engeland.

Ik had een Fransch-Italiaansche toenadering verwezenlijkt, welke de Britsche belangen geenszins bedreigde, aldus Laval. Ik betreur het, dat deze politiek in uw land niet steeds ten volle begrepen is. Thans betreur ik het, dat Frankrijk stuursch en koppig toeziet bij de Britsch-Italiaansche toenadering, hoewel het juist in den aard der dingen zou hebben gelegen, als het zich door die toenadering aangemoedigd had gevoeld. Deze vertraging zal de onderhandelingen ongetwijfeld moeilijker maken, maar niets is onmogelijk voor staatslieden, die vastbesloten zijn een basis te leggen voor een vredelievende samenwerking in Europa, die thans rekening zal moeten houden met de realiteit van de spil Rome—Berlijn.
Dat is nuchtere, zakelijke politiek, politiek, die wij op dit oogenblik noodig hebben, zullen wij voor een armageddon in de wereld bewaard worden. Want wij moeten ons nog niet voorstellen, dat wij er al doorheen zijn. Er dreigen nog zeer gevaarlijke klippen in het internationale vaarwater, en er zal heel wat stuurmanskunst vereischt worden, om ze allen te ontzeilen. Wij wijzen hier op een tweetal, die zeer gevaarlijk zijn, en wij mogen onzen God wel bidden, dat het scheepje niet op een dezer twee vast loopt, want dan was de oorlog misschien binnen tweemaal 24 uren een benauwende werkelijkheid. De eerste klip is de toestand in Spanje. De crisis nadert in Spanje, schreef op dien zelfden 23 Maart „De Standaard”. Voorspelingen zijn reeds herhaaldelijk gedaan, ook bij vorige verrassende opmarschen van Franco, en ook telkens weer onvervuld gebleven. Maar de groote lijn wordt toch steeds verder doorgetrokken: het linksche gebied is voortdurend meer ingekrompen. Dat dit niet steeds kan doorgaan zonder het gezag der linksche regeering aan het wankelen te brengen, is zeker. Er komt een oogenblik, dat haar basis te smal wordt. Het oogenblik zou kunnen aanbreken, wanneer Franco’s scharen vanuit de Teruel-zone de zeekust bereiken, en het links territoir in tweeën splitsen, Er zijn vele teekenen, dat leidende kringen dit oogenblik niet ver meer achten. Feller dan ooit roert zich in Frankrijk de actie om met de non-interventie-politiek te breken voor het te Iaat is, en de rechtschen — met Duitschers en Italianen — de Pyreneën-grens hebben bezet. De actie reikt zoo ver, dat men een actief deelnemen aan den oorlog verlangt en minstens de bezetting van Minorca en Spaansch Marokko vordert. Dat dit den grooten oorlog zal beteekenen, geven deze linksche kringen toe, doch achten dit beter, dan dat de Italianen nog meer strategische punten bezetten, zoodat men ten slotte in den hoek gedrongen, toch den onvermijdelijken stoot moet pareeren. Daartegenover houdt de door Blum ingeleide taktiek, de z.g. non-interventie, die op zijn mooist een niet openlijk toegegeven interventie moet heeten, nog altijd in de overheerschende kringen stand. Deze stemmen vinden een echo in Engeland. Beide staten staan voor de keus van een rekbare politiek en het wachtwoord: nu niet verder!
De berichten wijzen er op, dat Chamberlain zich aan zijn bekend recept blijft houden. En de storm om het kabinet gaat reeds luwen.
En nu nog even op de tweede klip gewezen: Tsjecho Slowakije, want daar is het alles behalve rustig. Deze Staat is een product van het vredesverdrag van Versailles. Een onbegrijpelijke kortzichtigheid van de makers van dit verdrag. Men sneed zoo ongeveer 3 millioen Duitschers van hun vaderland af, en voegde hen bij een volkstam de Tschechen, die ruim 43% van de bevolking uitmaken en bij de Slowaken, die ruim 22% tellen. De Duitschers hebben ruim 23%, en staan onder leiding van den Duitschen Nat. Socialist Henlein. Op dit oogenblik hebben er groote verschuivingen plaats. Zoo heeft de Duitsche boerenpartij, die een vertegenwoordiger in de regeering had, besloten tot de partij van Henlein over te gaan. De vertegenwoordiger van deze partij, minister Spina. is reeds afgetreden. De Duitschers bezetten 49 zetels, en de partij van Henlein 44 zetels. Wanneer deze samengaan, zullen zij de sterkste partijen in het Huis der Afgevaardigden zijn. Men spreekt zelfs over het aftreden van Hodza als minister-president, die dan opgevolgd zou worden door Henlein. Dat zal stellig nieuwe spanning veroorzaken in Midden Europa. Maar Engeland heeft reeds verklaard, dat het zich met deze aangelegenheid zal inlaten. Dat is geruststellend. En Berlijn zal niet overgaan om het binnen 2×24 uren te bezetten, want dat zou stellig het gevaar van oorlog met zich brengen.

d.H. (den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 april 1938

De Wekker | 4 Pagina's