Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerk en staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerk en staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Oecumenisch Bureau te De Bilt heeft in een officieel schrijven het volgende medegedeeld, wat wel van belang is er kennis van te nemen. Dit schrijven luidt als volgt:
De verleden week te Utrecht gehouden conferentie zal in de ontwikkelingsgeschiedenis der oecumenische beweging als een zeer belangrijke vermeld blijven. Het plan om de beide bewegingen voor Practisch Christendom en voor Geloof en Kerkinrichting in Wereldraad der Kerken te verbinden is met algemeene stemmen aangenomen en zal aan de Kerken worden voorgelegd. De trinitarische geloofsbasis der beweging, waarop haar eeredienst en arbeid steeds rustten, die echter voor de beweging van Practisch Christendom nimmer uitdrukkelijk is geformuleerd, is thans voor den Wereldraad in de formuleering overgenomen, zooals de beweging voor Geloof en Kerkinrichting haar sinds het begin heeft gehad.
Wel is de mogelijkheid besproken om een der oecumenische geloofsbelijdenissen der oude kerk, de Apostolische of de Niceensche, tot basis te nemen: daar echter geen principieele redenen voor deze wijziging aanwezig waren, heeft men aan de historisch geworden formuleering der beweging voor Geloof en Kerkorde de voorkeur gegeven, en den Wereldraad als de „gemeenschap van Kerken, die Jezus Christus als God en Heiland belijden”, gedefineerd. In de oecumenische beweging willen de Kerken door haar eenparig getuigenis de veelzins ontkerstende wereld weder voor het evangelie winnen. Op de voor de studenten in de aula der Utrechtsche Universiteit belegde bijeenkomst heeft ds. M. Boegner, de president van den Franschen Kerkenbond, de ontzettende afmetingen geschetst, die deze ontkerstening heeft aangenomen. In deze wereld concentreeren zich de Kerken op dè openbaring Gods, op den éénen en eenigen Heer, Jezus Christus.
„Tegenover de ontbindende machten van godloosheid en nieuw heidendom,” aldus bisschop Fuglsang-Damgaard, „moeten de menschen weder leeren aan de ééne Heilige Kerk van Jezus Christus te gelooven. Zij is het zout der aarde. Zij is het licht der wereld. Zij moet één zijn opdat, gelijk de Heiland bad, de wereld geloove, dat Gij Mij gezonden hebt. Dat is de belofte, dat is de heilige ernst van den oecumenischen arbeid.”
Dat jonge krachten als de secretaris van den Int. Zendingsraad, dr. W. Paton, en de secretaris van den Wereldbond voor Christen-Studenten, de Nederlander dr. W.A. Visser ‘t Hooft, tot secretarissen van den Wereldraad der Kerken benoemd zijn, geeft hoop voor de toekomst die de oecumenische beweging thans heeft.
Wij moeten de beteekenis van de bovenstaande mededeeling niet onderschatten en niet van de gedachte uitgaan, dat wij daar niets mee te maken hebben. Wij hebben misschien wel te weinig aandacht aan deze oecomenische beweging geschonken en niet geloofd, dat ook dit een van de teekenen der tijden is. Toen de overleden aartsbischop van Zweden, Nathan Söderblom in het jaar 1925 zijn arbeid in beginsel bekroond zag doordat er in Stockholm een Wereld-Conferentie voor praktisch Christendom bijeen kwam, hebben vele kerken nog een afwachtende houding aangenomen, maar in ons land waren er toen toch reeds enkele personen, die zich voor deze beweging interesseerden. Van deze eerste conferentie was Söderblom de ziel. Wij hadden toen reeds nadrukkelijk verklaard, dat het niet de bedoeling van deze conferentie was, de daarbij aangesloten kerken als het ware saam te smelten of de grootste gemeene deeler te zoeken in en uit en “boven” de verschillende belijdenissen, of de onderlinge verschillen te trachten op te heffen. Hij wilde de kerken laten staan op de plaats, waar ze krachtens haar historie staan. Het was hem er om te doen, dat er in deze wereld een éénheidsfront gevormd werd om dan gezamenlijk te getuigen en te strijden tegen den „geest der eeuw”, tegen het vele onrecht, dat er reeds in de wereld van dien tijd plaats vond en tegen datgene, wat in lijnrechten strijd was met den geest van het Evangelie. Wij hebben dit pogen toen toegejuicht, maar ook dadelijk er nadrukkelijk op gewezen, dat dit streven groote gevaren met zich bracht en een van die gevaren was, dat men eenmaal op dezen weg zijnde, ten slotte toch zou moeten komen tot hetgeen hij juist wilde vermijden: d.i. dat dit streven alleen dan eenig resultaat zou hebben, wanneer er voor de verschillende kerken, die zich bij deze beweging aansloten één geloofsbelijdenis zou kunnen vastgesteld worden. Op de Stockholmer conferentie werd een voortzettingscomité gevormd, dat in 1929 den naam kreeg van Oecumenische Raad voor praktisch christendom.
Moge uw Kerk in de geheele wereld in geest en daad meer één worden. Moge de Christenheid weder leeren, om des geloofs wil, iets te wagen en moge zij dieper doordringen in den Geest van Jezus Christus!
Moge de liefde der volgelingen van Jezus tot alle menschen groeien en toenemen!
Mogen hartstocht en vooroordeelen verdwijnen en vrede en broederschap sterker worden.
Met dat gebed werd de arbeid op internationaal terrein voortgezet.
Dat wij ons in de beoordeeling van deze beweging niet vergist hadden, trad al heel spoedig aan het licht. Men kan met een uitwendige eenheid geen vrede hebben, en wat aanvankelijk als uitgangspunt in Stockholm gesteld was, de verschillende kerken te laten staan op de plaats, waar zij krachtens haar historie staan, moest in het belang van de beweging zelf losgelaten worden en vervangen worden door het ideaal van “de geestelijke eenheid”. Wij hadden dit niet anders verwacht en wij herinneren ons nog levendig een gesprek met een van de voormannen van deze beweging in ons land, waarin wij de opmerking maakten, dat, zoolang de kerken zelf onderling nog zoo verdeeld waren als zij tot nu toe in ieder land bleken te zijn, er met deze actie door de wereld gespot worden zou; want die wereld zou immers met recht kunnen zeggen, ban eerst de tweedracht tusschen de kerken uit, en wanneer dat inderdaad geschied is, en wij zien in uw midden de liefde bloeien, komt dan tot ons en wij zullen vol aandacht naar uw boodschap luisteren.

d. H. (den Haag) J.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1938

De Wekker | 4 Pagina's

Kerk en staat

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 mei 1938

De Wekker | 4 Pagina's