Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Pinksterprediker. (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Pinksterprediker. (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem en sprak tot hen: Gij joodsche mannen, en gij allen, die te Jeruzalem woont, dit zij u bekend en laat mijne woorden tot uwe ooren ingaan. Handel. 2:14.

Petrus stond in het midden der elven en zij stonden met hem vastgeworteld in Christus door den Heiligen Geest. Eendrachtiglijk, één van hart hadden zij gebeden om de vervulling van de belofte des Vaders en één van hart staan zij hier tegenover de spotters en naast de geloovigen.
Zij zijn mannen, die verschillen van karakter en van gaven, maar zij zijn één in geloof en één in liefde en één in hoop en één in bezieling des Geestes en één in bedoelen, n.l. om getuigen te zijn van Christus. Wij zien hier de Gemeente van Jezus Christus wel heerlijk. Van nature ligt de zondaar in den dood en door wederbarende genade staat hij vast, geworteld in Christus. Zeker, na ontvangen genade is er veel inzinken en verachteren in de genade, veel inslapen door de werking van de chloroformdranken door satan, wereld en vleesch toegediend. Dan staat Gods kind niet levendig en getuigt het niet levendig, maar dan ligt het op het bed der zorgeloosheid. Mocht er meer een staan gevonden worden in de kracht en door de werking des Geestes in onzen tijd. Wij moeten met schaamte belijden, dat er veel verachtering is, veel wereldgelijkvormigheid, veel meedoen met de wereld, veel inslapen, maar dat er weinig bewijs is van krachtige werking des Geestes. Hoe duidelijk bewijst dit, dat wij die krachtige werking des Geestes missen.
Petrus stond met de elven vervuld met den Heiligen Geest. Dat was de kracht van deze mannen. Het Pinksterwonder was geschied. Ja geschied. Ook in Petrus en in de elven. Daarom konden zij met Paulus zeggen: Doch wij hebben niet ontvangen den geest der wereld, maar wij hebben ontvangen den Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten, de dingen, die ons van God geschonken zijn (1 Cor. 2:12). Wat is de Schrift toch diep. Paulus heeft het over geschonken dingen. Dit schenken is ook niet buiten den Geest. Maar de geschonken dingen kennen en bewust genieten is niet mogelijk dan door den Geest, Die uit God is. En als hij de tegenstelling door zijn „maar” laat uitkomen, dan laat hij uitkomen het onderscheid tusschen dood en leven, tusschen hen, die Pinksteren kennen en niet kennen. Welk een „maar” in een menschenleven. En nu kon Petrus, met Paulus, op den Pinksterdag zeggen tegenover de spotters: Maar wij hebben ontvangen, den Geest, Die uit God is. Want het Pinksterwonder was geschied. Lukas 2 begint met een: „En het geschiedde….”, en Hand. 2:2 begint met: „En er geschiedde….” Terecht hebben den Bijbelverklaarders op deze overeenkomst gewezen. Kerstfeest en Pinksterfeest wijzen op de groote heilsfeiten; zij wijzen beide op Gods heerlijke doorbraak. Kerstmis spreekt van het komen van den Christus om te dienen, te dienen voor zondaren, om voor zondaren het heil te verwerven; op Pinksteren herdenken wij, dat de Heilige Geest kwam…… ook om te dienen, te dienen in zondaren; om het door Christus verworven heil toe te passen. Dat geschieden wijst dus op een machtig heilsfeit. Op Kerstfeest hebben wij onze kinderfeesten en het schijnt vaak alsof Pinksteren zoo ver van de kinderen afstaat, dat er tot kinderen niet over gesproken kan worden. Maar Pinksteren is juist het kinderfeest, want de Geest Gods is de Geest der aanneming tot kinderen. Hij maakt zondaren tot Gods kinderen door wederbarende genade en Hij maakt die kinderen ook mondig, opdat ze met vrijmoedigheid zich als kinderen leeren kennen. Maar daarom moeten wij op Pinksteren ook worden als een kindeke, om zoo het Koninkrijk Gods te ontvangen. Welzalig allen, in wie er geschied is de daad van Pinksteren en dus den Geest der aanneming tot kinderen ontvangen hebben; zij weten de dingen die hun van God geschonken zijn, en genieten ook den troost des Geestes. Opmerkelijk is dat haastelijk geschiedde een geluid. Schoon is wel opgemerkt, dat Gods daden altijd verrassend zijn. Verrassend, blij verrassend, was die boodschap voor de herders in het veld van Efratha, toen zij hoorden van de geboorte van den Zaligmaker. Maar benauwend was de boodschap van de komst en het woord der Wijzen voor Herodes. Gods werk is zoo blij verrassend voor allen, die Hem vreezen. Voor de apostelen en voor allen, die eendrachtelijk tezamen waren te Jeruzalem, was de komst des Geestes een verrassing Gods. De verrassingen des Heeren worden door het levende Zionsvolk gekend. Meermalen zullen de kinderen des Heeren ervaren de verrassende daden des Heeren. O mochten die verrassende daden des Heeren nog eens rijkelijk openbaar worden. Het zal voor een Petrus een verrassing geweest zijn toen Jezus hem opzocht. En het zal voor een Lydia een verrassing geweest zijn, dat de Heere haar toen en op die wijze toebracht. En het blijft voor al het volk des Heeren een groote verrassing, als de Heere bijzondere daden doet, als er weder iets van Zijn werk in hen geschied. Want die werken zijn hemelsche werken; als de Heere Zijn verlossingsdaden werkt, geschieden er daden uit den hemel. En die hemelsche werken zijn zoo echt en zoo zalig. Die hemelsche daden brengen omkeer voor of menschen. Daar moeten we wel op letten. Toen de vleeschwording des Woords geschiedde kwam er een geweldige omkeer, en toen de Heilige Geest uitgestort werd, kwam er ook een omkeer. De uitstorting des Geestes heeft bijzondere beteekenis. Jezus heeft in den weg van lijden en sterven alles volbracht. De schaduwen zijn vervuld en de voogden en de verzorgers zijn ontslagen. De Geest moet de Gemeente brengen tot het „Abba Vader”, tot het weten, het kennen, het beleven en geloovig genieten van een verzoend God en Vader te bezitten. Dit moet geschieden in de harten van Gods kinderen, zullen zij den troost van Pinksteren genieten en den Trooster recht kennen. Heerlijk, als wij de daden van Gods omkeeren, van Zijn vernieuwen, van Zijn doorbreken kennen. Dan is er een werk Gods uit de hoogte, uit den hemel in ons, en wordt ook onze geschiedenis een historie van de daden des Heeren. Als bij Petrus. Dan worden wij van onze hoogten neergestooten en uit onze diepten opgehaald. Dan breekt de storm des Geestes af het onze en zuivert Hij onze ziel. Dan ontwortelt Hij en ontdekt aan al het onwaarachtige. Wij hooren dan Zijn geluid om daarna Zijn geluid te openbaren. Er geschiedde een geluid. Open ooren hebben dit gehoord. De Heilige Geest doet, als Hij Zijn wederbarend werk wrocht, ook een aanval op de oorpoort der ziel. Het geloof is uit het gehoor en het gehoor door het Woord Gods. De Heilige Geest zegent het Woord ten eeuwige leven. En bij Zijn doorbraak gebruikt Hij ook het Woord. Dan leeren we verstaan, dat er iets geschiedt, geschiedt uit den hemel; dan leeren wij het Goddelijke gebeuren verstaan. Daarna mogen we ook zien. Wij hebben het hoorbare en het zichtbare Evangelie. Op den Pinksterdag hebben de jongeren ook gezien, gezien de verdeelde tongen als van vuur, zittend op een iegelijk van hen. Het werk des Geestes wordt in de vrucht openbaar. De vurige tongen herinneren aan het verlichtend en reinigend werk des Geestes; zij wijzen ook op het getuigen des Geestes in onderscheidene talen onder vele volken; zij doen ons ook verstaan, dat allen, die den Geest en Zijn vrucht bezitten nederig blijven, want zij dragen de tongen zoo, dat anderen, die wel zien, maar zij zelf niet. En dit is ten slotte ook het heerlijke geschieden, dat eerst het huis vervuld werd en daarna een ieder, die in dit huis aanwezig was. Die vervulling geschiedde ook uit den hemel. De mensch is met heel veel vervuld, maar van nature is hij met niets uit den hemel vervuld. Zijn wij van boven vervuld? Bezitten wij dien Geest? Is Hij ons gegeven en kennen wij Hem? (Joh. 14:17). Dan zullen wij, wanneer die Geest ons uit de hoogte gegeven is, ons zelf in de diepte leeren kennen en uit de diepte leeren roepen (Ps. 130). Dan wordt de Uitverkoren Hoeksteen in ons gelegd (1 Petr. 2:7) en worden wij door den Geest geleerd, geleid (Rom. 8:14) en vertroost. Dan zullen wij met Petrus kunnen staan en kunnen getuigen en dan zullen ook wij zoeken te spreken, opdat ook onze woorden tot de ooren van anderen ingaan.

Den Haag. v.d. MEIDEN.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1938

De Wekker | 4 Pagina's

De Pinksterprediker. (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juni 1938

De Wekker | 4 Pagina's